Kleine verzekeraars worden geen OOB’s. Dat blijkt uit de antwoorden van minister Dijsselbloem van Financiën naar aanleiding van Kamervragen over het artikel “Kleine verzekeraars vechten om voortbestaan” op AM web. Kleine verzekeraars maken zich zorgen over hun voortbestaan door de toegenomen toezichtkosten en regeldruk.
Kleine verzekeraars maken zich zorgen over hun voortbestaan door de toegenomen regeldruk. Vooral de eisen van Solvency II drukken zwaar op de kleine verkopers van verzekeringen. Ook de toezichtkosten en en het feit dat premievolume en de winstgevendheid al gedurende een groot aantal jaren onder druk staat zijn knelpunten. Met betrekking tot de toezichtkosten antwoordt Dijsselbloem op de Kamervragen van VVD-lid Aukje de Vries als volgt: ‘Teneinde de toezichtkosten zo veel mogelijk te beperken, zijn versoepelingen aangebracht in het toezichtregime voor kleine verzekeraars, overigens zonder de handhaving van goed toezicht in gevaar te brengen. Hierdoor sluiten de toezichteisen ook beter aan bij de aard van het bedrijf van deze kleine verzekeraars.’
Versoepelingen
De versoepelingen hebben onder andere betrekking op vermindering van de complexheid van de berekeningen van het solvabiliteitskapitaalvereiste en de technische voorzieningen, een beperking van de rapportageverplichtingen, het laten vervallen van de rol van EIOPA in het toezicht en veel minder uitgebreide governance-eisen in vergelijking tot verzekeraars die onder de richtlijn solvabiliteit II vallen. Ook is de absolute minimum nominale solvabiliteitseis voor kleine verzekeraars een stuk lager dan voor verzekeraars die onder de richtlijn solvabiliteit II vallen.
Natura-uitvaartverzekeraars
Solvency II houdt geen rekening met natura-uitvaartverzekeraars. Dijsselbloem zegt daarover: ‘Voor natura-uitvaartverzekeraars is van belang dat de berekening van de risicomarge in de voorzieningen voor polishouders vooralsnog niet wordt ingevoerd. De indruk bestaat namelijk dat de voorgeschreven berekening niet passend is voor deze verzekeraars. Daarom is ervoor gekozen de huidige methodiek uit de Wft voorlopig te handhaven. De eis van Solvency II om een actuariële functie te hebben, waarbinnen geregeld wordt dat de voorzieningen voor polishouders adequaat worden uitgerekend, zal alleen gaan gelden voor de natura-uitvaartverzekeraars en de schadeverzekeraars die langlopende verplichtingen hebben. Voor deze groepen geldt momenteel al dat zij hun voorzieningen voor polishouders moeten laten certificeren door een actuaris.’
OOB
De meeste kleine verzekeraars zijn nu geen OOB en dat blijft zo. ‘Kleine verzekeraars zullen niet aangemerkt worden als organisaties van openbaar belang. Dit voorkomt administratieve lasten en kosten, omdat aan de accountant en zijn accountantscontrole meer regels worden gesteld wanneer een onderneming wordt aangemerkt als OOB’.
Als laatste versoepeling wordt voorzien in een vrijstellingsregeling voor de allerkleinste natura-uitvaartverzekeraars en schadeverzekeraars, waardoor zij in het geheel geen toezichtstaten voor DNB meer hoeven in te vullen.
Geef een reactie