Na signalen van verschillende partijen over de toenemende complexiteit van de invoering van de kostendelersnorm in de berekening van de beslagvrije voet. heeft het kabinet besloten af te zien van de invoering van de kostendelersnorm. Dat schrijft staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.
Na bezwaren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden en de Nationale ombudsman heeft het kabinet een specifieke uitvoeringstoets laten uitvoeren met betrekking tot de invoering van de kostendelersnorm in de berekening van de beslagvrije voet. Op basis van de informatie uit die toets en de bezwaren van de verschillende partijen heeft het kabinet besloten af te zien van invoering van de kostendelersnorm in de berekening van de beslagvrije voet met ingang van 1 juli 2015. Een definitief besluit zal worden genomen op het moment dat duidelijkheid bestaat over de nieuwe regels voor de berekening van de beslagvrije voet.
Meer informatie nodig
Zowel de KBvG als de Belastingdienst constateren dat bij invoering van de kostendelersnorm de complexiteit in de uitvoering verder zal toenemen. Voor een juiste vaststelling van de beslagvrije voet is beduidend meer informatie nodig dan waarover gerechtsdeurwaarders en de Belastingdienst beschikken. Meer specifiek gaat het om informatie over:
- De woonsituatie van de schuldenaar: is er sprake van een commerciële huurders- of kostgangersrelatie?
- De eventuele medewoner(s): wat is de leeftijd van de medebewoner(s) en zijn zij aan te merken als personen die aan te merken zijn als personen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen als bedoeld in artikel 22a, vierde lid van de participatiewet?
Deze informatie kan niet, met uitzondering van de leeftijd van de eventuele medebewoner, ontsloten worden via systemen. De informatie moet dus van de schuldenaar worden verkregen. De ervaring van de KBvG en de Belastingdienst is dat door schuldenaren op informatieverzoeken nagenoeg niet (goed) wordt gereageerd met als gevolg dat de beslagvrije voet niet goed wordt vastgesteld. Dit heeft voor een betrokkene grote gevolgen.
Grote uitvoeringsproblemen
De Belastingdienst heeft in haar uitvoeringstoets berekend dat dit een tot €350 te laag vastgestelde beslagvrije voet kan opleveren. De KBvG trekt de conclusie dat het opnemen van de kostendelersnorm in de berekening van de beslagvrije voet op grote uitvoeringsproblemen zal gaan stuiten. De Belastingdienst komt tot de conclusie dat invoering niet uitvoerbaar is, omdat de Belastingdienst niet kan beschikken over de informatie die nodig is om voor de beslagvrije voet de kostendelersnorm steeds met juistheid vast te stellen. Zou de invoering worden doorgezet, dan zal dit wat de Belastingdienst betreft gepaard gaan met een significant aantal foute toepassingen met ingrijpende gevolgen voor de burger. Daarbij weegt zij mee dat de Belastingdienst er thans met moeite in slaagt de huidige regeling op bevredigende wijze uit te voeren. Een verdere complicering waarbij de voor een juiste toepassing vereiste gegevens niet beschikbaar zijn, is dan ook niet verantwoord.
Geef een reactie