Waarderingsgrondslagen in geval van gerede twijfel over continuïteit
Dieleman reageert op een eerder artikel van Van Eeghen in MAB, april 2015. Gerede twijfel over continuïteit is nog geen discontinuïteit, aldus Dieleman. Hij betoogt dat uit de wet blijkt dat in geval van gerede twijfel omtrent de continuïteit volstaan zou kunnen worden met een adequate toelichting op de situatie terwijl de waardering moet plaatshebben op basis van continuïteitsgrondslagen. Dieleman stelt dat de wet daartoe een onderscheid maakt tussen de vaststaande discontinuïteit en ‘ernstige continuïteitsonzekerheid’. Van Eeghen is het hier niet mee eens.
Dieleman, A. (2015). Gerede twijfel over continuïteit nog geen discontinuïteit; Eeghen, L.J. van (2015). Nawoord. Het getrouwe beeld bij gerede twijfel. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 302-307.
Kapitaalsturing door banken
De auteurs bespreken de wijze waarop actieve belastinglatenties voor verliescompensatie worden verwerkt volgens externe – en prudentiële verslaggevingsregels. De resultaten van een empirisch onderzoek naar kapitaalsturing via actieve belastinglatenties voor voorwaartse verliescompensatie bij de 50 grootste Europese banken over de jaren 2008 tot en met 2011 tonen aan dat passieve belastinglatenties, het risicogehalte van de bank en de classificatie ‘systeembank’ versus ‘niet-systeembank’ van significante betekenis zijn voor het opnemen van actieve belastinglatenties uit hoofde van voorwaartse verliescompensatie.
Gürkan, H., & Hoeven, R.L. ter (2015). Kapitaalsturing via actieve belastinglatenties voor voorwaartse verliescompensatie: Europese banken onderzocht. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 253-264.
Customer accounting
De auteurs vergelijken twee benaderingen van ‘customer accounting’, namelijk Customer Profitability Analysis (CPA) en Customer Lifetime Value (CLV). CPA is een retrospectieve analyse van de resultaten die behaald zijn met het zaken doen met een bepaalde klant over een bepaalde periode. CLV is een voorspellende maatstaf voor toekomstige kasstromen die over een langere periode worden behaald. De auteurs geven een ‘state of the art’-literatuuroverzicht over de impact van CPA en CLV op de besluitvorming binnen ondernemingen. Zij doen aanbevelingen onder welke omstandigheden deze maatstaven gebruikt kunnen worden.
Sridhar, A., & Corbey, M.H. (2015). Customer Profitability Analysis and Customer Lifetime Value: comparing and contrasting two key measures in Customer Accounting. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 265-273.
Diagnostisch model
De auteurs ontwikkelen een diagnostisch model dat inzicht biedt in de wijze waarop ernstige vraagstukken in complexe organisaties kunnen worden aangepakt. De geïntegreerde informatie draagt bij aan een zo volledig mogelijke diagnose van het organisatievraagstuk en kan daarmee fragmentatie van oplossingen voorkomen. Het diagnostisch model wordt beschreven en toegepast op de strategische veranderingen bij een lokale bank bij het herstellen van de gevolgen van de bancaire crisis.
Caris, G.J., Mul, A.M., & Pennen, R.M.A. van der (2015). Een model voor systematische diagnose en interventie, toegepast op de strategische koers van een lokale bank. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 274-283.
“In-control”
“In-control” wordt vaak alleen gekoppeld aan het accountantsperspectief; er wordt door de bril van verantwoording gekeken naar het reilen en zeilen van de organisatie. Maar in-control gaat verder dan alleen verantwoording afleggen; het gaat ook en vooral over het goed kunnen besturen van organisaties. Voor dat laatste doel is het managementprocessenmodel ontworpen. Met behulp van de wetenschappelijke literatuur is het in-control-concept geoperationaliseerd en vervolgens in de praktijk getoetst op houdbaarheid.
Have, W.D. ten, Huijsmans, A.B., & Eng, N. van der (2015). De identificatie van de voorwaardelijke en noodzakelijke managementprocessen om in-control te kunnen komen. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 284-293.
A3-methodiek
De A3-methodiek wordt door veel organisaties gebruikt voor het inrichten en doorlopen van de planning & controlcyclus. De methodiek is zeer stellig over ‘wat werkt’ bij planning & control, met uitgangspunten rond de participatieve totstandkoming van jaarplannen, het via een open dialoog voeren van voortgangsgesprekken en het continu verbeteren en vernieuwen. In een casestudy- onderzoek bij de Dienst Justitiële Inrichtingen is onderzocht wat de consequenties op de naleving van de methodiek zijn als dergelijke uitgangspunten maar beperkt passen bij de organisatie. Hiermee heeft een eerste verkenning plaatsgevonden van het belang van de aanwezigheid van passende organisatiekenmerken voor het gebruik van de A3-methodiek.
Olieroock, J., & Wassenaar, M.C. (2015). Gebruik van de A3-methodiek, vergeet je eigen organisatie niet! Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 294-301.
Geef een antwoord