Ex-partners die niet getrouwd waren, maar wel samengewoond hebben, mogen onder voorwaarden betaalde partneralimentatie aftrekken in hun aangifte inkomstenbelasting. Ex-partners die alimentatie ontvangen, geven deze aan als inkomsten in hun aangifte. Daarnaast hoeven zij vaak geen schenkbelasting te betalen over de partneralimentatie.
Dit heeft de staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, gezegd in reactie op een brief van Mazars over de fiscale gevolgen van een aan alimentatie verwante verzorgingsuitkering inzake beëindiging langdurige samenwoning.
Mazars stuurde de brief naar aanleiding van de fiscale situatie van een van zijn cliënten. In verband met de beëindiging van hun 18-jarige samenwoning willen de cliënten onderling een aan alimentatie verwante uitkering (hierna: partneralimentatie) overeenkomen. Mazars heeft zowel voor de gevolgen voor de inkomstenbelasting als voor de gevolgen voor de schenkbelasting aan de Belastingdienst gevraagd in te stemmen met de door zijn cliënt gewenste fiscale gevolgen. Die gevolgen hangen af van de vraag of sprake is van voldoen aan een natuurlijke verbintenis/dringende morele verplichting. De voor de inkomstenbelasting bevoegde inspecteur heeft ingestemd met de door Mazars geschetste gevolgen. De inspecteur die bevoegd is voor de schenkbelasting echter niet. Volgens Mazars gaat het voor de inkomstenbelasting en de schenkbelasting om dezelfde toets. Mazars merkt op dat hier een ongelijke behandeling tussen ex-gehuwden en ex-samenwoonpartners ontstaat, hetgeen in dit verband niet de bedoeling kan zijn.
De staatssecretaris concludeert in zijn brief het volgende over de behandeling van alimentatie en partneralimentatie voor de inkomsten- en schenkbelasting: ‘Een aan alimentatie verwante verzorgingsuitkering inzake de beëindiging van langdurige samenwoning heeft gevolgen voor de inkomstenbelasting en de schenkbelasting. Voor de inkomstenbelasting spreekt de wet over het voldoen aan een dringende morele verplichting, terwijl voor de schenkbelasting wordt gesproken van voldoen aan een natuurlijke verbintenis. De begrippen dringende morele verplichting en natuurlijke verbintenis zijn inhoudelijk gelijk en worden in dit kader fiscaal ook gelijk behandeld. Uit praktische overwegingen en om in de praktijk discussies zoveel mogelijk te voorkomen, heb ik er geen bezwaar tegen dat de Belastingdienst voor de beoordeling van de aanvaardbare hoogte van partneralimentatie voor de inkomstenbelasting en de schenkbelasting aansluit bij de zogenoemde Tremanormen, zoals opgenomen in het Rapport alimentatienormen van de Expertgroep Alimentatienormen.’
Geef een reactie