Met enige regelmaat waren wij te vinden op het Leidseplein, Brenda en ik. In een van de vele onderkomens aldaar spraken we door over de vernieuwingen die noodzakelijk waren voor het accountantsberoep. Hoewel we het inhoudelijk vaak met elkaar eens waren, verschilden we over de manier waarop dat moest gebeuren. Maar dat er iets moest gebeuren, daar waren we beiden van overtuigd.
Ik leerde Brenda kennen nadat zij samen met Gert Greveling het boekje “Onthullingen over accountants” had geschreven. We schrijven 2005. Ik mocht voor het toen nog kersverse AccountancyNieuws een recensie schrijven over dit boekwerk. Ik was kritisch. Volgens lezers trouwens niet kritisch genoeg. Kritisch was ik niet, omdat ik het niet eens was met de inhoud – helaas kende ik toen al te veel mensen die er aan onderdoor waren gegaan in het accountantsberoep -, maar omdat ik mij afvroeg of deze toon wel tot daadwerkelijke verandering in het accountantsberoep zou leiden. Over die toon hebben we het vaak gehad. Als ik opperde om de dialoog op gang te brengen, dan reageerde ze fel: ‘Nee, we gaan het helemaal anders aanpakken. Ik heb een idee. Luister.’ Dan vertelde ze over haar droom van een nieuw accountantsberoep waarin de menselijke maat weer terug was. Waar accountants deden waarvoor ze zouden moeten staan. Vertrouwensman zijn van het maatschappelijk verkeer. ‘We gaan het helemaal anders doen.’
Een enkele accountant durfde een andere aanpak aan. Ik zal haar blijde gezicht tijdens een bijeenkomst in een Gronings café nooit vergeten toen we een accountant ontmoetten die het ook echt anders ging doen. ‘Gaaf hè, zo gaan we ze allemaal veranderen.’
Brenda was wars van politieke spelletjes. Ze had een mening die iedereen mocht weten. Dat leidde regelmatig tot botsingen met beroepsgenoten. Zeker in de periode waarin de invoering van de WTA en de VGC voor veel persoonlijke commotie zorgde in het accountantsberoep. Maar ze had een groot hart. Oog voor haar medemens in nood. Zo liet ze mensen niet zomaar op straat liggen. Beroepsgenoten die wel erg onder vuur kwamen te liggen, omdat ze aangaven dat het anders kon en moest, schoot ze te hulp met een opbeurende e-mail.
Na afloop van onze gesprekken liep ze altijd met me mee. Naar Paradiso ‘Naar welk bandje ga je nu weer?’ of naar de tram ‘Haal jij je laatste trein nog wel?’ Ook dat was Brenda. Ze bleef in alle situaties betrokken tot het laatste moment.
Geef een reactie