Een accountantskantoor heeft een klant ten onrechte onder druk gezet om geen tuchtklacht in te dienen, zo oordeelt de Accountantskamer in een recente uitspraak. Accountants moeten zich daarvan onthouden, luidt het oordeel. Het betrokken kantoor krijgt echter geen maatregel opgelegd.
De klacht betreft samenstel- en controlewerkzaamheden inzake de jaarrekening 2015. De klant leverde de controle-informatie niet volledig aan, waardoor de accountant de controlewerkzaamheden niet voor 1 april 2016 kon afronden. Maar de klant heeft het kantoor aansprakelijk gesteld voor het niet tijdig afronden van de controlewerkzaamheden. Die aansprakelijkstelling is op 20 mei 2016 weer ingetrokken. Het kantoor weigert echter de controlewerkzaamheden voort te zetten vanwege een betalingsachterstand. Na betaling van een voorschotnota worden de werkzaamheden hervat.
Pressiemiddel
Voor extra werkzaamheden worden in juni twee voorschotnota’s van elk € 10.000 verstuurd. In juli worden de controle- en samenstellingsverklaringen verstrekt. De nota’s worden echter niet voldaan: het accountantskantoor pleegt machtsmisbruik, vindt de klant, die stelt € 90.000 schade te hebben geleden. Er volgt een briefwisseling waarbij schikkingsvoorstellen van beide kanten worden afgewezen. De klant kondigt een tuchtklacht aan; daarop antwoordt het accountantskantoor dat de indruk bestaat dat de klant de klacht “uitsluitend als pressiemiddel aanwendt teneinde te trachten ons te bewegen tot een u welgevallige minnelijke regeling te komen”. Er wordt een schadeclaim in het vooruitzicht gesteld voor eventueel door de klacht te lijden schade.
De klant stapt naar de Accountantskamer. De klacht luidt dat het kantoor heeft geprobeerd de klant af te houden van het indienen van een klacht bij de Accountantskamer door te stellen dat het indienen van een klacht onrechtmatig zal kunnen zijn en tot schade voor de klant zou kunnen leiden.
Toetsbaar opstellen
De Accountantskamer vindt dat het accountantskantoor verwijtbaar heeft gehandeld: een accountant moet zich in het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep altijd toetsbaar opstellen. “Een accountant dient zich dan ook te onthouden van het uitoefenen van druk om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen. Partijen verschillen van mening over de vraag of hiervan sprake is. Naar het oordeel van de Accountantskamer is dit het geval. Betrokkene zelf heeft in zijn verweerschrift erkend dat de gebruikte bewoordingen hard kunnen overkomen bij klaagster. De omstandigheid dat betrokkene niet heeft aangekondigd in geval van een tuchtklacht zonder meer een actie uit onrechtmatige daad te zullen starten, ontneemt aan de uitlating niet de afschrikwekkende werking.”
Bovendien is de toevoeging dat het kantoor eventuele schade op de klant zal verhalen een drempel voor het indienen van een tuchtklacht, aldus de Accountantskamer. De tuchtrechter legt echter geen maatregel op. Daarbij wordt overwogen dat de klant de tuchtklacht als pressiemiddel is gebruikt om een gunstige schikking te treffen én dat de accountant de controlewerkzaamheden alsnog heeft afgerond.
Geef een reactie