Een jaarrekening samenstellen terwijl de vorige accountant van de klant in je nek hijgt. Stukken die met horten en stoten worden aangeleverd. Werkt voor geen meter, vond een accountant. En een foutje is zo gemaakt. De Accountantskamer kon zich daarbij iets voorstellen en vond dat de klant die een klacht indiende boter op zijn hoofd had. Zaaknummer 17/2423 Wtra AK
De klager stapte naar de tuchtrechter met het verwijt dat de accountant fouten in het jaarrapport 2015 en de IB-aangiften over dat jaar maakte, zijn opdracht niet serieus nam en zijn onderzoekplicht niet vervulde. Wat ging eraan vooraf?
De accountant en zijn kantoor begonnen in 2016 met hun (samenstellings)werkzaamheden voor klager over 2015. Klager verstrekte aan de accountant naast de door zijn (toenmalige) echtgenote verwerkte administratie en de jaarrekening 2014 verschillende andere stukken. Op een later moment volgden de fiscale rapporten 2014. De laatsten hadden nog betrekking op de maatschap, waarin op dat moment de onderneming van klager gevoerd werd. Maar die werd eind 2014 ontbonden.
Concept-jaarrekening
Op basis van de door klager en zijn (toenmalige) echtgenote verstrekte gegevens stelde de accountant de concept-jaarrekening 2015 op. Het concept is per e-mail naar klager en diens echtgenote toegezonden. Zij lieten al snel weten dat die jaarrekening niet klopte. Betrokkene en zijn kantoor waren namelijk ervan uitgegaan dat er in 2015 nog steeds sprake was van een maatschap, die in het verslagjaar immers al ontbonden was. Bovendien bleek dat er nog uitgewerkte gegevens en berekeningen waren gemaakt door de vorige accountant van klager. Met de beschikking daarover heeft betrokkene het eerste concept aangepast en een nieuwe concept-jaarrekening 2015 samengesteld. Deze werd besproken met klager en diens echtgenote en door hen akkoord bevonden. Daarop heeft betrokkene een definitieve jaarrekening 2015 samengesteld die hij op 6 december 2016 van een samenstellingsverklaring heeft voorzien.
Eigen keuze
De medewerker van de vorige accountant van klager keek de zaak na, ontdekte er nog een aantal fouten/onjuistheden in en meldde deze per e-mail van 13 juni 2017 aan betrokkene. Daarna liepen de contacten tussen klager, zijn adviseur en de nieuwe accountant meer dan stroef. De medewerker van het vorige kantoor bleef klager op de achtergrond adviseren en uiteindelijk liet de aangeklaagde accountant per e-mail weten dat het hem beter leek om met onmiddellijke ingang uit elkaar te gaan.
Klager stemde daarmee in, maar liet ook weten dat er nog heel wat rectificaties bij de Belastingdienst moesten plaatsvinden en het nog veel werk zou kosten om de cijfers (vanaf 2015) weer volledig op de rit te krijgen. De kosten daarvan wilde hij bij betrokkene in rekening brengen. Mooi niet, zei de accountant. Het was klagers eigen keuze alles opnieuw te laten opstellen, dus die mocht zelf voor de kosten opdraaien.
Relatief gering
In al het gedoe was de accountant vergeten zorgtoeslag aan te vragen. Slordig, vond de Accountantskamer, want daarmee werd het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA geschonden werd. Maar een nalatigheid die niet hoefde te leiden tot het opleggen van een maatregel, en ook nog eens betrekking had op een relatief gering misgelopen bedrag. Voor het overige werd de klacht ongegrond verklaard.
Geef een reactie