De Handhavingsrichtlijn die bedrijven verplicht om personeel dat tijdelijk in een ander EU-land gaat werken te registreren, zet het vrije verkeer van werknemers op de tocht. Bedrijven die werknemers uitzenden naar het buitenland, hebben sinds juni 2016 te maken met een verplichte registratie van de werknemer in het werkland. Deze registratie is een gevolg van de Handhavingsrichtlijn die twee jaar geleden voor iedere EU-lidstaat van kracht is geworden. “De registratie is in veel landen echter dermate complex, ondoorzichtig en arbeidsintensief dat dit een belangrijk obstakel is geworden voor het vrije verkeer van werknemers binnen de EU”, zegt Luydert Smit, partner bij KPMG Meijburg & Co Expatriate Services.
Smit: “En het vrije verkeer is juist een doelstelling die Brussel zo hoog in het vaandel heeft staan. Daarnaast is het uitgangspunt altijd geweest dat met de introductie van de richtlijn de administratieve belasting voor bedrijven niet zou moeten toenemen. Nu, twee jaar later, blijkt dit wel degelijk het geval en is de registratie voor veel bedrijven verworden tot een nachtmerrie. De beoogde balans tussen de vrijheid van werknemers om tijdelijk in een andere EU-lidstaat te kunnen gaan werken en het zeker stellen van zowel de primaire als secundaire arbeidsvoorwaarden is volledig naar de achtergrond verdwenen.”
Grote verschillen in toepassing richtlijn
Smit constateert dat er in de praktijk grote verschillen bestaan in de wijze waarop landen de richtlijn toepassen, waardoor bedrijven grote moeite hebben om in ieder land te voldoen aan de registratieplicht. Smit: “In principe moeten werknemers die in het buitenland aan de slag gaan via een online systeem kunnen worden geregistreerd. Echter, in sommige landen, zoals Tsjechië, Roemenië, Letland, Ierland, verloopt de registratie schriftelijk of per email, waardoor het proces nóg arbeidsintensiever wordt. Bovendien moeten de documenten die worden geregistreerd vertaald worden en soms zelfs gecertificeerd. En het niet voldoen aan de richtlijn kan flinke boetes met zich meebrengen, die per land aanzienlijk variëren. Zo legt Litouwen bijvoorbeeld een boete op van € 440 en kan het bedrag in Frankrijk oplopen tot € 500.000. In principe zou de registratieplicht moeten gelden voor iedere EU-lidstaat. Het is dan ook heel bijzonder dat het Verenigd Koninkrijk ervoor heeft gekozen om registratie niet verplicht te stellen. Wellicht ingegeven door Brexit is het land van mening dat de bestaande registraties volstaan om de controle op uitgezonden werknemers te kunnen uitoefenen. En hoewel Nederland de richtlijn heeft ingevoerd in de Wet Arbeidsvoorwaarden Gedetacheerde Werknemers in de Europese Unie, speelt registratie in ons land nog niet. Het noodzakelijke online registratiesysteem zal naar verwachting pas in januari 2019 operationeel zijn. Intussen geldt bij ons alleen de eis dat bepaalde documenten op de werkplek beschikbaar moeten zijn.”
Registratie volledig herzien
Volgens Smit is het van groot belang dat de EU de registratie volledig herziet in plaats van aanvullende maatregelen te introduceren. Smit: “Van essentieel belang is bijvoorbeeld dat Brussel komt een uniforme definiëring van het begrip ‘gedetacheerde werknemer’. De definitie is op dit moment dermate onduidelijk dat landen zoals Frankrijk, Griekenland en Estland eisen dat ook zakenreizigers zich registreren. Ook moet de beschikbaarheid van een online registratiesysteem verplicht worden gesteld. En bedrijven zouden de voor de registratie vereiste documenten in iedere EU-taal moeten kunnen aanleveren. De nieuwe Handhavingsrichtlijn moet bovendien dermate strikt zijn dat de vrijheid die EU-lidstaten zich toe-eigenen om aanvullende eisen te bedenken, wordt ingeperkt.”
Bron: KPMG
Geef een reactie