De Accountantskamer heeft een klacht tegen twee RA’s ongegrond verklaard. Zij zouden in hun controleverklaring bij de jaarrekeningen van een BV onvoldoende informatie hebben gegeven.
Een man was enig aandeelhouder van een holding die via een BV aan het hoofd stond van een reeks andere bedrijven, waaronder een bedrijf dat voor 99% eigenaar was van een buitenlandse firma. De twee RA’s waren betrokken bij de jaarrekeningen 2010 en 2011 van het moederbedrijf, de een als controlerend/beoordelend accountant en de ander als manager.
Uitspraak: 19-252-253 RA RA
Onthouding van oordeel en conclusie
Bij de jaarrekening 2010 is een oordeelsonthouding afgegeven. De betrokken RA heeft aangegeven dat hij niet in staat is geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Tevens heeft hij gewezen op een onzekerheid van materieel belang in verband met de continuïteit van de onderneming.
Bij de jaarrekening 2011 heeft hij een onthouding van conclusie afgegeven. De reden hiervoor was dat het niet mogelijk was om informatie te verkijgen die voldoende en geschikt was om op basis daarvan tot een conclusie te komen. Op de jaarrekening van een in de consolidatie opgenomen deelneming zijn geen controle- of beoordelingswerkzaamheden verricht.
Geen waarschuwing gegeven
De aandeelhouder komt te overlijden; begin 2013 wordt de erfenis verdeeld. Zijn echtgenote erft het hem toebehorende onroerend goed, zijn vier kinderen erven 99,9% van zijn overige vermogen dat vooral bestaat uit aandelen in de hoofd-BV. De klagers, die niet nader in de uitspraak worden omschreven, maar vermoedelijk de erfgenamen van de overleden eigenaar zijn, dienen een tuchtklacht in bij de Accountantskamer. Zij stellen dat er nogal wat dingen schorten aan de jaarrekeningen. Op diverse punten zijn geen toelichtingen gegeven en de RA’s hebben ten onrechte geen waarschuwing afgegeven in verband met het risico op faillissement van een dochter-BV, het risico van een nieuw bestuur en het risico van de verhuizing van een ander dochterbedrijf 2012. Verder is ten onrechte niet toegelicht dat de onzekerheid over de continuïteit van de in problemen verkerende dochter de continuïteit van de holding in gevaar bracht.
Klachten stranden
De Accountantskamer verklaart de klacht met betrekking tot de jaarrekening 2010 niet-ontvankelijk: die is pas in januari 2019 ingediend vanwege overschrijding van de zesjaarstermijn. ‘Voor zover de klachten inhouden dat betrokkenen in de jaarrekening 2011 zélf allerlei zaken hebben opgenomen of juist niet hebben opgenomen falen ze, omdat betrokkenen de jaarrekening niet hebben samengesteld, doch de door [de moeder-BV] samengestelde jaarrekening hebben beoordeeld. De Accountantskamer vat de klachten aldus op dat deze er (tevens) over klagen dat bij de verstrekte beoordelingsverklaring of anderszins bij de beoordeling niet is ingegaan op de gestelde tekortkomingen.’ De tuchtrechter veegt die klachten echter van tafel: op alle punten hebben de RA’s wel degelijk voldoende toelichting gegeven.
Geef een reactie