Kappers zijn blij dat ze weer aan het werk kunnen. Maar andere ondernemers zien zich noodgedwongen stilgelegd tot 1 september of ernstig beperkt. De onvrede groeit.
‘Terrassen eerder open’
De Tweede Kamer debatteerde donderdag met premier Rutte en minister De Jonge (Volksgezondheid) over de aanpak van het coronavirus. De VVD, PVV en het CDA willen dat horecazaken eerder open kunnen gaan dan 1 juni. ‘Dat is pinkstermaandag, het is beter om dan bijvoorbeeld die vrijdag daarvoor al open te gaan’, zegt VVD-fractieleider Dijkhoff. Zijn oproep wordt gesteund door de PVV en het CDA. PVV-leider Wilders wil zelfs dat terrassen per direct open kunnen gaan. Dijkhoff wil bovendien dat ondernemers in de horeca extra ruimte krijgen om aangepast te werken. Dat gaat dan vooral om extra terrasruimte, zegt de liberaal. Zijn oproep aan gemeenten is om mee te werken met kroegbazen die hun terras willen uitbreiden. Het kabinet moet lokale overheden aansporen daar over na te denken, vindt Dijkhoff.
Horeca pessimistisch
Koninklijke Horeca Nederland is ondanks de aangekondigde versoepelingen van de lockdown nog niet al te optimistisch over de toekomst van de horecabedrijven. Dit vertelt algemeen directeur Beljaarts op vragen van Vastgoedmarkt. ‘Het is mooi dat er nu iets van perspectief is, maar een groot deel van de horeca heeft geen terras, of niet noemenswaardig’, aldus Beljaarts. ‘Bovendien is met 1,5 meter afstand de capaciteit ook minder. Horecaondernemers zijn hiermee niet gered. Voor de natte horeca en dan met name de gelegenheden waar normaal gesproken flink meer dan 30 mensen aanwezig zijn, blijven de mogelijkheden vooralsnog beperkt. En ook voor de gelegenheden die vanaf 1 juni weer open mogen, zullen de mogelijkheden beperkter zijn dan voorheen. Wij vinden dat er moet worden gekeken naar het oppervlakte: hoe groter de zaak, hoe meer gasten. KHN blijft dan ook in gesprek met het kabinet over de verschillende mogelijkheden om zo snel mogelijk weer volledig en veilig open te kunnen.’
Evenementenbranche vreest het ergste
Over de brief van minister De Jonge aan de evenementenbranche blijkt onduidelijkheid te bestaan. In die brief staat dat grote, landelijke evenementen pas weer kunnen plaatsvinden als er een vaccin tegen corona is. Dat zou een jaar of langer kunnen duren. De Jonge zei in de Tweede Kamer dat hij daar nog helemaal geen besluit over heeft genomen. De vraag is alleen hoe de 1,5 meter afstand bij dat soort evenementen in acht kan worden genomen. Willem Westermann van de Vereniging van Evenementenmakers noemde de brief op BNR een regelrechte nachtmerrie. Alleen voor kleine, lokale evenementen die weinig vervoersproblemen opleveren zou er wat verlichting kunnen zijn, maar alle festivals waar landelijk veel mensen op afkomen, kunnen het schudden. De vereniging is druk in gesprek met de ministeries van Economische Zaken en OCW om te zien wat er de komende tijd nog wél kan. Het gaat in de sector om 12.000 bedrijven met personeel en daarnaast een heleboel zzp’ers. Westermann haast zich om te zeggen dat er snel een overheidsregel moet komen die die bedrijven langdurig helpt, en dan specifiek de evenementen.
Sportscholen: ‘Niet fair’
Ook over de sportscholen zijn zorgen. Die mogen pas op 1 september open en VVD en D66 vragen zich af of het kabinet niet wat meer met maatwerk kan komen in plaats van alles maar dicht te houden. ‘De ene sportschool is de andere niet’, vindt D66-voorman Jetten. ‘Laten we ook de komende tijd kijken naar meer ademruimte voor de samenleving’, zegt hij daarover. Dijkhoff is dat met hem eens. ‘Ik snap wel dat als je veel zweet en beweegt en de airco alles rondblaast, dat die anderhalve meter niet genoeg is, maar ik vraag het kabinet wel te kijken naar specifieke oplossingen.’ Heerma (CDA) merkte op dat binnenzwembaden al op 11 mei opengaan, terwijl sportscholen nog moeten wachten. ‘Waarom dit verschil?’ In Duitsland mogen de sportclubs in de deelstaat Noordrijn-Westfalen wel al weer open en in België moet dat vanaf 15 juni weer kunnen. Een petitie die is gestart om aan te dringen op eerdere opening is ruim 40.000 keer ondertekend en de branchevereniging wil in gesprek met minister Van Rijn.
Zijn mondkapjes zinnig?
Onderwerpen van discussie is ook het gebruik van mondkapjes in het openbaar vervoer. Donderdagochtend werden Kamerleden bijgepraat door RIVM-baas Jaap van Dissel. Hij is negatief over het gebruik van niet-medische mondkapjes door burgers. Volgens Van Dissel is er geen wetenschappelijk bewijs voor het voorkomen van besmetting in de openbare ruimte. Het kan zelfs negatief uitpakken omdat mensen met milde klachten wellicht denken toch naar buiten te kunnen. Daarnaast stelt de RIVM-baas dat men maskers vaak verkeerd draagt, bijvoorbeeld binnenstebuiten of ondersteboven.
Geef een reactie