De vermogensrendementsheffing gaat op de schop, maar hoe de spaartaks er in de toekomst uit komt te zien, is nog allerminst zeker. Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) koerst op een vermogensaanwasbelasting, waarbij ook wordt afgerekend over niet-gerealiseerde winst. Maar de VVD vindt die variant niet eerlijk en wil nader onderzoek.
De Tweede Kamer debatteerde woensdag over de nieuwe vormgeving van de belasting op vermogen. VVD-lid Idsinga gooide meteen de knuppel in het hoenderhok door te stellen dat hij ‘verbaasd en geïrriteerd’ was doordat het kabinet in de aanloop naar een nieuwe box 3-opzet bij de technische briefing van de Kamer louter uitging van het belasten van vermogensaanwas en niet ook de variant waarbij daadwerkelijk gerealiseerde (beleggings)winst wordt belast. ‘Die variant is voor de mensen in het land het meest nadelig.’ Belasten van papieren winst kan naar uitpakken, aldus Idsinga.
Uitstelgedrag
Van Rij vindt het grote nadeel van een vermogenswinstbelasting dat het leidt tot uitstelgedrag. Hij denkt dat belasting betalen over de vermogensaanwas geen probleem is: ‘Stel, je hebt 8% aanwas en 2% dividendrendement, dan kun je de belasting betalen. En als je het niet kunt, verkoop je een paar aandeeltjes.’ De meeste mensen kunnen de belasting wel betalen en voor de probleemgevallen moet dan een oplossing worden bedacht, aldus Van Rij. ‘Maar in box 3 hebben we nu ook situaties dat mensen liquiditeitsproblemen hebben.’ Volgens hem kan 99% van de mensen de vermogensbelasting wel ophoesten.
Brief in september
De staatssecretaris zegde toe dat er een vergelijking zal worden gemaakt tussen beide varianten, al zijn de meeste andere partijen in de Kamer geen voorstander van de door de VVD genoemde variant, vanwege het uitstel en ontwijking faciliterende karakter ervan. Het is de bedoeling dat de nieuwe spaartaks in 2025 van kracht wordt, maar het nieuwe onderzoek maakt dat die deadline verder in het gedrang komt. Van Rij belooft dat de Kamer in september de vergelijking krijgt toegestuurd.
Geef een reactie