
De overheid gaat ondernemers meer flexibiliteit geven om hun in coronatijd opgebouwde belastingschuld terug te betalen, schrijft staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) aan de Tweede Kamer. Betalen per kwartaal wordt mogelijk en bedrijven kunnen betaalpauzes opnemen.
Met een soepeler regeling wil het kabinet ‘in de kern gezonde ondernemingen’ tegemoetkomen die toch problemen hebben om de belastingschuld terug te betalen. De coronateunpakketten zijn in april afgelopen; belastingschulden moeten vanaf 1 oktober over een periode van vijf jaar worden terugbetaald. De totale openstaande belastingschuld is 21 miljoen euro, verdeeld over 279.000 ondernemers. Oorspronkelijk stonden 400.000 bedrijven voor 47 miljard bij de fiscus in het krijt; ruim de helft van de schuld is dus al afgelost. ‘Sinds het hervatten van het dwanginvorderingproces (bij belastingplichtigen zonder uitstel van betaling) in januari zien we een toename in het aantal nieuwe verzoeken van ondernemers die niet eerder uitstel hadden aangevraagd. Deze ondernemers ontvingen een vooraankondiging van dwangmaatregelen waarin handelingsperspectief werd geboden, waaronder het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling. Dit kan de toename verklaren. Op 1 april was het niet meer mogelijk om nieuwe verzoeken tot uitstel in te dienen’, schrijft Van Rij.
Schriftelijk verzoek indienen
Bedrijven die niet kunnen terugbetalen, mogen nu ook gaan kiezen voor betalen per kwartaal of voor een incidentele betaalpauze binnen de bestaande betalingsregeling. ‘Dit kan helpen voor bijvoorbeeld bedrijven met een sterk wisselende omzet door seizoensinvloeden.’ Een verdere uitbreiding van de coronasteun, zoals tijdelijk uitstel van belastingbetaling, komt er niet. ‘Een versoepeling van de betalingsregeling heeft wel het risico dat ook ondernemingen die zo’n maatregel niet nodig hebben er gebruik van maken. Om dit te voorkomen moeten ondernemers een schriftelijk verzoek indienen waaruit de aflossingsproblemen blijken. Ook kunnen ondernemers alleen gebruik maken van deze mogelijkheid als nieuw opkomende verplichtingen wel worden voldaan.’
Saneringsakkoord
Ook het uitzonderen van bedrijven voor de belastingplicht, zoals ondernemersorganisaties eerder bepleitten, is niet aan de orde. Wel kunnen ondernemingen een zogeheten saneringsakkoord sluiten met de fiscus. Daarin wordt met schuldeisers afgesproken dat een deel van de schulden van de onderneming wordt kwijtgescholden. Tot 1 oktober volgend jaar zal de Belastingdienst bij saneringsakkoorden akkoord gaan met een lager saneringsbedrag. ‘Als onderdeel van het saneringsbeleid vormen TVL- en NOW-schulden nu geen belemmering meer voor het sluiten van een saneringsakkoord.
60.000 bedrijven hebben hoog aflosrisico
Het grootste deel van de belastingschulden betreft de loonheffing. Het openstaande bedrag per 7 juni aan loonheffing bedraagt 10,3 miljard euro. Daarna volgt de omzetbelasting met 6,6 miljard euro. Voor de vennootschapsbelasting en de inkomensheffing staat schulden van 1,4 respectievelijk 2,1 miljard euro open. Volgens cijfers van Financiën is bij 60.000 ondernemingen sprake van een hoog aflossingsrisico, goed voor een totale schuldsom van bijna 140 miljard euro. Van de ondernemingen die nog een rekening van de fiscus hebben openstaan, boekte 47% vorig jaar een omzet die nog meer dan 20% lager was dan in 2019. 15% had een omzet die minder sterk achterbleef.
In de bouw hebben procentueel gezien de meeste bedrijven hun belastingschuld nog niet afgelost: bijna 80% van het totaal.
Geef een reactie