
De dga van een belastingadvieskantoor prees bij een klant (waarmee hij al 40 jaar een relatie had) een lening van een miljoen euro aan een van zijn BV’s ten onrechte aan als een verstandige investering, heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld. De dga heeft met zijn handelswijze zijn eigen belang (het financieel gezond houden van de BV) laten prevaleren boven het belang van de klant (het vinden van een goede en redenerende investering) en heeft op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de klant in hem had. De dga is daarom persoonlijk aansprakelijk uit onrechtmatige daad jegens de klant en moet de daardoor veroorzaakte schade vergoeden. Ook het belastingadvieskantoor zelf is aansprakelijk, bepaalde de rechtbank.
De dga verrichtte werkzaamheden voor de klant, een BV, op het financiële en fiscale vlak gedurende veertig jaar, tot eind 2019. In dat kader verzorgde hij de jaarcijfers en de belastingaangiftes van het bedrijf.
Drie leningen
De BV maakte op 2 augustus 2013 een bedrag van 1,2 miljoen euro over naar een rekening waarvan de vennoot van de BV in de veronderstelling verkeerde dat deze op naam stond van bankdirecteur. De rekening stond echter op naam van de dga in privé. De hoofdsom werd aan de klant terugbetaald door de dga op 19 maart 2014, maar de rente en bonus (van in totaal € 84.000,00) werden nooit ontvangen. Tijdens de procedure bij de rechtbank Gelderland ging het geschil met betrekking tot deze lening over de vraag of de dga van het belastingadvieskantoor dit bedrag aan de klant moet betalen.
Er volgde een tweede lening van de klant, dit keer aan een financiële instelling in Zwitserland waarvan de belastingadviseur ook dga was. Op 12 november 2014 sloot de klant een geldleningsovereenkomst met de financiële instelling op basis waarvan hij een miljoen euro uitleende voor een periode van één jaar tegen 6% rente. De klant heeft het bedrag overgeboekt naar de bankrekening van het belastingadvieskantoor. In de jaren daarop is veelvuldig contact tussen de klant en de dga over terugbetaling van de lening, maar dat gebeurde niet. De dga geeft diverse verklaringen voor het uitblijven van de terugbetaling.
Eveneens op 12 november 2014 volgde een derde lening van wederom een miljoen euro voor een looptijd van één jaar tegen 8% rente, dit keer aan een andere BV van de dga. Ook die lening werd niet terugbetaald. De AFM deed overigens begin november 2014 een inval bij de BV. De vennootschap was bovendien op 15 november 2013 opgericht op initiatief van, en met medewerking van, de bestuurders en de feitelijk leidinggevenden van een investeringsbank die niet veel later failliet ging. De bestuurders en de feitelijk leidinggevenden van de investeringsbank zijn in 2018 en 2019 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tot gevangenisstraffen veroordeeld wegens, onder andere, oplichting.
Rechtszaak: dga persoonlijk aansprakelijk
De rechtbank Gelderland oordeelt onder meer dat de dga bij het aangaan van de lening aan de Zwitserse financiële instelling al wist dat daarmee ‘het ene gat met het andere gat’ werd gedicht. De rechtbank oordeelt daarom dat de dga onjuiste informatie heeft verstrekt door tegen de klant te zeggen dat hij er ‘verstandig’ aan deed de geldlening te verstrekken en dat de dga de geldlening ‘ook aan zijn kinderen zou aanbevelen’. De dga heeft hiermee zijn eigen belang (namelijk: het financieel gezond houden van zijn onderneming, de financiële instelling) laten prevaleren boven het belang van de klant en heeft daarmee misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de klant in hem had.
De dga heeft zich naar het oordeel van de rechtbank gedragen in strijd met hetgeen in het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, door ten onrechte de lening aan de financiële instelling als een verstandige investering aan te prijzen en de klant onvolledig te informeren over de financiële risico’s. De dga is door voormeld handelen c.q. nalaten persoonlijk uit onrechtmatige daad aansprakelijk jegens de klant en verplicht de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden.
Aansprakelijkheid belastingadvieskantoor
De rechtbank is van oordeel dat naast de dga ook zijn belastingadvieskantoor uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk is op grond van het navolgende. De gedaagden in de procedure hebben aangevoerd dat voor zover al sprake is van enige aansprakelijkheid, alleen de dga aansprakelijk is als adviseur van de klant, omdat – hoewel daartoe geen opdracht vanuit de klant was gegeven – het belastingadvieskantoor de klant incidenteel advies heeft gegeven om in bepaalde projecten te beleggen.
De gedaagden hebben verder geen ter zake doend en specifiek op het belastingadvieskantoor toegespitst verweer gevoerd waarmee zij aansprakelijkheid van het kantoor betwist. Dit had wel op haar weg gelegen omdat het belastingadvieskantoor immers wist dat de financiële instelling er financieel niet goed voorstond aangezien haar (middellijk) bestuurder dit wist en deze wetenschap aan haar kan worden toegerekend, en omdat de klant het geld voor de financiële instelling op de bankrekening van het belastingadvieskantoor heeft gestort en vanaf die bankrekening vervolgens de beleggers ‘van het eerste uur’ van de financiële instelling zijn betaald. Nu het belastingadvieskantoor desondanks het geld van de klant heeft aangenomen en doorgesluisd, terwijl zij geacht moet worden over dezelfde kennis als de dga te beschikken, heeft zij jegens de klant in strijd gehandeld met hetgeen in het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
De slotsom dat de rechtbank de dga en het belastingadvieskantoor hoofdelijk veroordelen tot betaling van een miljoen euro.
Geef een reactie