
De jaarafrekening van de servicekosten over 2021 bij een woningcorporatie was volgens een huurder € 16,03 te hoog. Ervan uitgaande dat de afrekening voor alle ruim 17.000 huurders onjuist is, zouden de huurders € 278.665,52 te veel aan servicekosten hebben betaald, rekende de man uit. Een fout die wat hem betreft opgemerkt had moeten worden door de controlerend accountant.De huurder spande dan ook een tuchtzaak aan tegen de RA, en tegen de RA die Director | Internal Audit & Compliance Office is bij hetzelfde accountantskantoor. Wat oordeelt de Accountantskamer?
Woningcorporatie
De woningcorporatie, een stichting, beheert ongeveer 19.000 woningen. Een RA had sinds 2016 de opdracht de jaarrekening te controleren en gaf op 21 juni 2022 een goedkeurende controleverklaring af bij de jaarrekening 2021. De materialiteit voor de jaarrekening als geheel werd vastgesteld op 1% van de totale activa, en daarmee op € 30 miljoen; voor operationele transactiestromen werd een lager materialiteitsniveau vastgesteld van € 2,6 miljoen, zijnde 2% van het genormaliseerde totaal van de huuropbrengsten en opbrengsten servicecontracten.
Boze huurder
Een huurder is het niet eens met zijn jaarafrekening van de servicekosten over 2021 voor de woning die hij van de woningcorporatie huurt. De woningcorporatie biedt de man aan om inzicht te geven in de berekening, maar hij besluit om op 17 november 2022 een melding te doen over een klachtwaardige constatering bij de woningcorporatie bij het accountantskantoor dat als externe accountant optreedt. Daarover communiceert hij met de RA die director is. Het accountantskantoor stelt zich echter op het standpunt dat het een kwestie tussen de huurder en de corporatie betreft.
Tuchtklacht
De huurder laat het er nog altijd niet bij zitten en klaagt de twee RA’s aan bij de Accountantskamer. De eerste verwijt hij dat hij de controle van de jaarrekening van de corporatie over 2021 wat betreft de post servicekosten niet correct heeft uitgevoerd, dan wel onvoldoende controlewerkzaamheden heeft verricht. De RA die director is verwijt hij dat hij in zijn e-mail niet bekend heeft gemaakt dat hij registeraccountant is. Ook klaagt hij dat hij een vermoeden van fraude heeft gedeeld met het accountantskantoor, maar de RA nalaat zorgvuldig onderzoek in te stellen naar de juistheid van dat vermoeden.
Accountantskamer: te hoge verwachtingen klager
De klachten zijn echter allemaal ongegrond, oordeelt de Accountantskamer. Huurders van de woningcorporatie moeten erop kunnen vertrouwen dat de afrekening van hun servicekosten correct is. Die verantwoordelijkheid berust bij het management van de woningcorporatie. Het is voorstelbaar dat bij een huurder de veronderstelling leeft dat de accountant in het kader van jaarrekeningcontrole ook controleert of de afrekening van de servicekosten correct is, maar zover gaat de verantwoordelijkheid van de accountant niet.
De verwachtingen die de klager heeft van een accountantscontrole zijn te hoog gegrepen. Met een jaarrekening legt een organisatie publiekelijk verantwoording af ten aanzien van de behaalde resultaten en het vermogen. De accountant ziet er met zijn controle op toe dat de jaarrekening daarvan een getrouw beeld geeft. In de jaarrekening kunnen fouten voorkomen, maar als die fouten niet materieel zijn, zijn ze niet van belang voor de accountantscontrole.
Er bestaat naar het oordeel van de Accountantskamer bovendien geen regel die de accountant verplicht om zijn accountantstitel kenbaar te maken in communicatie met anderen. De tuchtrechter vindt verder dat de RA die director is het signaal van de huurder voldoende adequaat heeft opgepakt.
Uitspraak: 22-2164 RA en 2165 RA
Tja, hoe leg je, als accountant, aan een eerzame burger die elke euro moet letten, uit dat een onnauwkeurigheidje van een miljoen of 30 eigenlijk helemaal niet zo interessant is?
Tja, we kúnnen de materialiteit op 10 euro stellen, maar dan gaat de huur wel omhoog met 16 euro per maand.