
De Accountantskamer heeft een RA/AA de maatregel van berisping opgelegd. De accountant stelde een rapport op waarbij Standaard 4400N werd toegepast, maar in feite ging het om een rapport ter ondersteuning van een partij in een geschil (Handreiking 1127). Ook volgens Standaard 4400N doorstaat het rapport echter niet de toetsing en is er op belangrijke onderdelen geen deugdelijke grondslag, oordeelt de Accountantskamer.
Belegd vermogen verdampt
De twee klagers waren bestuurders van een BV die in de periode 2005 tot en met 2011 beleggingsadviezen gaf aan een jurist. Zijn belegd vermogen is in die periode grotendeels verdampt. De jurist heeft daarover geklaagd en het bedrijf op 16 november 2011 aansprakelijk gesteld. De BV is bij arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 15 november 2016 wegens schending van haar zorgplicht jegens de jurist veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 298.691,06 exclusief rente en kosten. Het bedrijf heeft aan deze veroordeling echter niet voldaan en haar bedrijfsactiviteiten medio maart 2017 gestaakt.
Bestuurdersaansprakelijkheid
De twee bestuurders werden daarna door de jurist aansprakelijk gesteld wegens onbehoorlijk bestuur, omdat zij volgens hem geen rekening hadden gehouden met de verplichting van de BV tot betaling van de schadevergoeding en zij zijn mogelijkheden tot verhaal op het vermogen van de BV zouden hebben gefrustreerd. In de daaropvolgende procedures in eerste aanleg en hoger beroep ging het allereerst om de vraag of de twee wegens onbehoorlijk bestuur aansprakelijk zijn. In hoger beroep is deze vraag door het hof in een arrest van 3 mei 2022 bevestigend beantwoord. Het hof stelde vier normschendingen vast.
Omvang schade
Het hof heeft, uitgaande van de aansprakelijkheid, overwogen dat een vergelijking gemaakt moet worden tussen enerzijds de bestaande situatie en anderzijds de hypothetische situatie waarin de vier normschendingen niet hebben plaatsgevonden. Aan de hand van die vergelijking kon volgens het hof de omvang van de schade die het gevolg is van het onbehoorlijk bestuur worden begroot. Daarbij kwam de accountant in beeld, die zowel RA als AA is. De jurist schakelde hem in om zich in een rapport over de door het hof geformuleerde vergelijking uit te laten. De accountant heeft Standaard 4400N op zijn werkzaamheden van toepassing geacht.
Tuchtklacht
Het rapport leidde tot een tuchtklacht van de twee bestuurders. De Accountantskamer overweegt dat de RA/AA zijn werkzaamheden in opdracht van de gedupeerde belegger heeft uitgevoerd. Vast staat dat hij niet met anderen dan de belegger de door hem te verrichten werkzaamheden en de uitgangspunten voor de opdracht heeft afgestemd. Met name niet met de twee bestuurders en de leden van het hof die het arrest van 3 mei 2022 hebben gewezen, hoewel de accountant ter zitting heeft verklaard dat ook zij de beoogde gebruikers als bedoeld in Standaard 4400N zijn. Volgens Standaard 4400N.13 zijn de beoogde gebruikers degenen voor wie de accountant het rapport opstelt en is hij verplicht de te verrichten werkzaamheden met hen te overleggen. Deze verplichting is de accountant niet nagekomen in relatie tot de klagers en de bedoelde leden van het hof.
Naar het oordeel van de Accountantskamer had de accountant met de belegger een “overige opdracht” kunnen overeenkomen waarop geen Standaard van toepassing is, en daarbij aansluiting kunnen zoeken bij Handreiking 1111, Overige opdrachten, en Handreiking 1127, Ondersteuning bij (potentiële) geschillen. Hij heeft immers een rapport geschreven dat de advocaat van de belegger bij het formuleren van de reactie op de akte van 12 juli 2022 van de bestuurders heeft gebruikt. Het ging er blijkbaar om het standpunt van de belegger in de procedure bij het hof te ondersteunen.
De Accountantskamer toetst vervolgens, nu de accountant Standaard 4400N van toepassing heeft geacht, het rapport en de brief van 31 oktober 2022 aan deze Standaard. Dit laat overigens onverlet dat de werkzaamheden van de accountant en zijn rapport en brief ook aan de VGBA getoetst moeten worden. Uit artikel 2 van de VGBA volgt dat een accountant ook het algemeen belang moet dienen. Daarom dienen het rapport en de brief op een deugdelijke grondslag te berusten en correcte, volledige gegevens en eventuele beperkingen en voorbehouden te bevatten. Dit geldt te meer nu de accountant ter zitting heeft verklaard dat hij wist dat zijn rapport en zijn brief in de procedure bij het hof zouden worden ingebracht en hij vanwege het door hem ook te dienen algemeen belang de waarheidsvinding door het hof niet mocht belemmeren
Berisping
Het rapport doorstaat de toetsing volgens Standaard 4400N echter niet en heeft op belangrijke onderdelen ook geen deugdelijke grondslag, oordeelt de Accountantskamer. De maatregel van berisping is wat de tuchtrechter betreft passend en geboden. Daarbij is in aanmerking genomen dat het rapport van de accountant op onderdelen een deugdelijke grondslag mist. Hij heeft onvoldoende in acht genomen dat hij zijn formuleringen steeds zo moet kiezen dat misverstanden zoveel mogelijk worden voorkomen. De accountant heeft, hoewel hij Standaard 4400N op zijn opdracht van toepassing acht, deze Standaard niet gevolgd. Hij heeft niet met alle volgens hem beoogde gebruikers over de werkzaamheden en de uitgangspunten voor de opdracht overlegd en dit belangrijke voorschrift geschonden. Ter zitting heeft de accountant er geen blijk van gegeven in te zien dat hij Standaard 4400N hier niet correct heeft toegepast, spreekt de Accountantskamer uit. De accountant heeft door zijn nalatigheid het risico in het leven geroepen dat de gebruikers van het rapport de uitkomsten van de werkzaamheden van de accountant niet steeds goed zullen (kunnen) begrijpen en op een passende manier zullen (kunnen) gebruiken. In het voordeel van de accountant is ermee rekening gehouden dat hem, hoewel hij al geruime tijd als accountant staat ingeschreven, niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.
Uitspraak: 22-1961 RA
Geef een reactie