Een belastingplichtige stelt in hoger beroep dat de controle en correctie van zijn aangifte en die van zijn echtgenote zijn voortgevloeid uit de registratie in het systeem Fraude Signalering Voorziening (FSV). Hof Arnhem-Leeuwarden vindt echter dat de bij de controle door de fiscus aan het licht gekomen punten terecht zijn gecorrigeerd.
De aangiften van een man over de periode 2010 tot en met 2018 zijn steevast gecorrigeerd door de Belastingdienst. Ten tijde van de indiening en beoordeling van de aangiften IB/PVV 2019 staan de gegevens van de man en zijn echtgenote geregistreerd in het systeem van Fraude Signalering Voorziening (FSV).
Op de aangifte van 2019, waarop de man een bedrag van € 8.022 aan specifieke zorgkosten opvoert en een bedrag van € 500 aan giftenaftrek, wil de inspecteur ook correctie gaan aanbrengen. De inspecteur staat maar € 2.190 aan aftrek ziektekosten toe en accepteert de giftenaftrek niet.
FSV-registratie onrechtmatig?
De man weigert hiermee akkoord te gaan en vindt dat de correctie te wijten is aan de registratie in het systeem FSV. Hij noemt deze registratie onrechtmatig zodat ook de controle van zijn aangifte onrechtmatig is. Hij vindt dat punten die bij de controle aan het licht komen niet mogen leiden tot een correctie.
In zijn arrest van 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1748, heeft de Hoge Raad overwogen dat het niet onrechtmatig is om een onderzoek in te stellen voor bepaalde belastingjaren (hier: 2019) nadat bij een controle van de aangiften voor eerdere belastingjaren is geconstateerd dat daarin opgenomen aftrekposten niet konden worden onderbouwd.
Ook niet als de gegevens van de belastingplichtige zijn opgeslagen in een bestand, en zelfs niet indien die gegevensverwerking op zichzelf beschouwd onrechtmatig is, aldus de Hoge Raad. De rechtmatigheid van belastingaanslagen wordt in beginsel dus niet aangetast door de manier waarop de Belastingdienst de informatie over een belastingplichtige heeft verwerkt.
Schending grondrecht?
Dat kan anders zijn, zo overweegt de Hoge Raad, indien de controle van de aangiften van een belastingplichtige is voortgevloeid uit een risicoselectie, een verwerking van persoonsgegevens in een databank of een gebruik van een databank waarin persoonsgegevens zijn opgeslagen, op basis van een criterium dat jegens de belastingplichtige leidt tot een schending van een grondrecht zoals een schending van het verbod op discriminatie naar afkomst, geaardheid of geloofsovertuiging.
Een belastingplichtige dient dan wel gemotiveerd te stellen dat hier in zijn situatie sprake van is geweest. De man heeft omtrent de schending van grondrechten echter niets aangevoerd. Hij heeft enkel gesteld dat hij de FSV-registratie onrechtmatig acht en dat de controle naar aanleiding daarvan dat eveneens is.
De Inspecteur heeft gesteld dat de FSV-registratie op zichzelf niet heeft geleid tot de uitworp van de onderhavige aangifte. De aangiften IB/PVV 2019 van de man en de echtgenote zijn volgens de Inspecteur uitgeworpen in verband met de correctie van zorgkosten in het voorgaande belastingjaar.
Schermprint
Ter ondersteuning van die stelling heeft de inspecteur een schermprint overlegd waarin als uitworpreden is vermeld ‘specifieke zorgkosten beoordelen, zie ook correctie vorig jaar ‘.
Het Hof acht de toelichting van de inspecteur, mede gelet op de schermprint, aannemelijk en is daarom van oordeel dat de registratie in het databestand FSV niet heeft geleid tot enige selectie of controle in het kader van de belastingheffing over 2019 van de man.
Het hof concludeert dat de controle van de onderhavige aangifte niet is gebaseerd op een criterium dat jegens de man heeft geleid tot een schending van een grondrecht. Deze controle heeft derhalve niet plaatsgevonden op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik van hetgeen bij die controle aan het licht is gekomen ontoelaatbaar moet worden geacht.
De FSV-registratie is daarom geen beletsel om de gecorrigeerde aanslag IB/PVV 2019 op te leggen.
Geef een reactie