
Corona. Het voelt voor Marga als een verlossing. Niet meer naar kantoor hoeven. Geen confrontaties meer met Joost. Geen spanningen meer als ze het kantoorgebouw binnenloopt. Niet meer het gevoel dat ze constant op haar hoede moet zijn. Geen schrik als Joost over de gang loopt of naar de ruimte waar ze met haar collega’s zit.
Na een paar weken is Marga het thuis achter een scherm werken helemaal zat. Ze mist de gesprekken met haar collega’s. De kleine roddels in de koffiecorner. Als ze al een collega ziet dan gaat het via Teams. Het vervolg van haar opleiding gaat via Zoom. De docenten zijn goed voorbereid, maar ze vergeten nog wel eens op tijd een pauze te nemen.
Gelukkig zijn er de Break-Out rooms, dat zijn de vervangers voor het sociale contact dat ze zo mist. Met als regelmatig gevolg dat ze een opdracht maar half af hebben als de Break-Out rooms weer sluiten. Een studiedag is zomaar voorbij.
Natuurlijk steekt ook haar teamleider tijd en energie in het onderhouden van de onderlinge sociale contacten. Een online kijkshop, een online pubquiz allemaal leuke initiatieven maar ze mist het gevoel van echt, van nabijheid. Marga beseft dat zij het dan nog relatief gemakkelijk heeft. Ze heeft collega’s die hun kinderen thuis moeten houden en die met zijn allen aan een keukentafel moeten zitten. Oortjes in en dan maar hopen dat niemand te hard praat. Een andere collega zit de hele dag op zijn slaapkamer achter een klein bureautje. Nu corona langer duurt dan verwacht, krijgt Marga van haar werkgever een groter beeldscherm en mag ze op kantoor een bureaustoel ophalen. Van die laatste optie maakt ze geen gebruik, ze kan prima op haar eigen eetkamerstoel zitten.
Naarmate de coronamaatregelen langer duren, komen de gedachten en de beelden rondom Joost ook weer boven. Ze had gehoopt dat coronamaatregelen het medicijn zou zijn voor het achter haar laten van deze gebeurtenis. Ze merkt dat ze weer wijn nodig heeft om in slaap te vallen. ’s Nachts zit ze opgesloten in een nauwe, doodlopende steeg. Er komt een man op haar af. Joost! Een andere keer is er een grote beer die op haar afkomt, ze voelt zijn klauwen al. Dan schrikt ze wakker en is ze nat van het zweet. Haar gedachten malen. Is ze zelf ook niet schuldig?
Ze was toch gewaarschuwd? Ze had beter meteen naar huis kunnen gaan. Ze had heb best kunnen ophouden. Golven van angst en walging rollen dan over haar heen. Ze is blij dat het weer dag is. Ze is blij dat de zon zo vaak schijnt dit voorjaar. Ze maakt iedere middag een wandeling. Gelukkig houden de mensen afstand. Bang voor besmettingsgevaar. Voor Marga een veilige bufferzone om niet geconfronteerd te worden met ongewenste aanrakingen.
Op een dag belt haar moeder. “Je oma is overleden. Corona. We hebben niet eens afscheid kunnen nemen. Ze wordt over vier dagen begraven. Ik stuur je de link nog wel toe waarmee je de afscheidsdienst kunt volgen.”
“Gecondoleerd mam. Oma was natuurlijk al kwetsbaar en voor verpleeghuizen hebben ze toch minder aandacht.”
“Dankjewel Marga. Hoe is het met jou?”
“Nou, voldoende nachtmerries na mijn aanranding. Ik zit er eigenlijk helemaal door. Zou je willen luisteren naar mijn verhaal?” Dat is eigenlijk wat haar voor op de lippen lag. Maar ze zucht. “Het gaat wel goed. Voor iedereen zijn het lastige tijden. Gelukkig biedt mijn werk voldoende afleiding.” Haar stem breekt.
“Ach Marga toch. Doet het je zoveel verdriet dat oma is overleden? Kon ik je maar aanraken, maar troosten.”
Marga barst in huilen uit.
“Dankjewel mam. Ik hang maar weer eens op.”
Daarna heeft ze de rest van de dag niets meer gedaan. Op haar urenstaat vult ze in: Oma overleden. De maandag in de week daarop belde haar teamleider. “Ik zag oma overleden staan. Gecondoleerd. Was je hecht met haar? Corona? Ja ze vallen met bosjes om. Toont de zwakte van ons zorgstelsel aan. Fijn dat het je toch lukt om nog te werken. Als het niet meer gaat moet je het zeggen he.”
“Dankjewel voor je aandacht,” en ze drukt haar teamleider weg.
Daarna barst ze weer in huilen uit. Wat een rotwereld. Was zij maar doodgegaan, had zij maar corona gekregen. Dan had haar oma nu nog geleefd. Ze graaft haar hoofd in het kussen op de bank. Een kwartier later vermant ze zich weer. Wat is dat voor een idioterie. Als zij dood zou zijn, dan zou haar moeder net zo goed verdriet hebben. Daarna loopt ze naar de badkamer, wast haar gezicht. Doet wat mascara op. Eenmaal terug in de keuken, zet ze de waterkoker aan, schept een lepel met vlinderkusje in haar theeglas. Een paar minuten later zit ze op de bank. Troostthee noemde haar oma dat. Herinneringen aan haar oma komen naar boven. Haar oma was een lieve vrouw, bij haar was het altijd veilig. Als haar oma nu nog leefde, dan zou ze met haar wel het geheim willen delen. Zij zou haar niet veroordelen. Niet vinden dat ze stom gedaan had, haar niet verwijten dat ze misschien te veel alcohol had gedronken. Haar oma die zou haar schaamte hebben begrepen, met oplossingen zijn gekomen. Oplossingen waarmee ze haar geheimhoudingsplicht niet zou schenden, maar die toch rust zouden geven.
Die nacht blijft Marga piekeren over de oplossingen die haar oma zou aandragen. “Stuur zijn vrouw een anonieme brief.”
“Nee oma dat kan niet. Want dan weet hij meteen dat het van mij afkomstig is.”
“Zorg dat je niets meer met hem te maken hebt.”
“Goed idee oma. Maar hoe dan.”
Dan schiet Marga in de lach. “Dankjewel oma. Ik heb de oplossing.”
De volgende ochtend, na het ontbijt, klapt Marga haar laptop open. Ze begint te zoeken. Klikt op een link en verstuurt een bericht. Een paar dagen later ontvangt ze een mail retour. Ze wordt uitgenodigd. Een week later! Ze zit achter haar scherm, klikt op de link die ze toegezonden heeft gekregen.
“Hoi met Carla. Jij wil graag bij ons solliciteren…”
Einde seizoen 1
Jan Wietsma
Eerdere afleveringen:
Geef een reactie