Uiteraard kan de vrouw ook het hoofdinkomen verdienen en de mannelijke partner inkomensafhankelijk zijn. Dan dient u voor “vrouw” te lezen “man”, want het maakt voor de formele pensioenpositie niet uit welk geslacht de partner heeft.
Dat ik in de inleiding opmerk dat het geen verschil maakt of de inkomensafhankelijke partner man of vrouw is, was overigens niet altijd vanzelfsprekend. De toegang van vrouwen tot pensioendeelname is in de vorige eeuw bevochten en daaraan ging vooraf dat vrouwen eerst niet eens mochten blijven werken als ze eenmaal getrouwd waren. De gelijke behandelingswetgeving bij arbeid en pensioen in het bijzonder, is de laatste decennia van de vorige eeuw afgerond. Er zijn allerlei wettelijke waarborgen die moeten voorkomen dat vrouwen direct of indirect worden gediscrimineerd.
Gelijke behandeling en sekseneutraliteit in tarieven
Zelfs het feitelijke onderscheid in statistische levensverwachting tussen mannen en vrouwen is weggepoetst doordat bij pensioenen en levensverzekeringen sinds 12 jaar sekseneutrale sterftegrondslagen moeten worden gehanteerd. Vrouwen leven nog steeds gemiddeld zo’n 3 jaar langer dan mannen, al wordt dat verschil steeds wat kleiner. Vrouwen zijn in die zin dus eigenlijk “duurder” voor de verzekering van levenslang ouderdomspensioen ten opzichte van mannen van dezelfde leeftijd, die minder uitkeringsjaren in het vooruitzicht hebben. Anders gezegd: vrouwen hebben bij ingegane uitkeringen voordeel van het vrouw zijn. Voor overlijdensrisicoverzekeringen is het juist andersom en betalen vrouwen een hogere premie bij sekseneutraliteit doordat het hogere sterfterisico van mannen in het tarief verdisconteerd is.
Uitruil en afstand van pensioen
Een pensioendeelnemer heeft tegen zijn pensioendatum wat te kiezen. Je kan kiezen voor een eerder ingaand ouderdomspensioen dan wel eerst een hoog pensioen en na 5 of 10 jaar een lagere uitkering binnen de verhouding 100:75. Een andere keuze is het schuiven tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen. Ook die keuze wordt gemaakt op pensioendatum of bij eerdere beëindiging van de pensioendeelname.
Voor de vrouw zal er vanzelfsprekend weinig op tegen zijn, als de man een gedeelte van zijn ouderdomspensioen ruilt voor extra partnerpensioen voor haar. Maar het omgekeerde kan ook: partnerpensioen verlagen of zelfs in het geheel afstand daarvan doen, ten behoeve van extra ouderdomspensioen voor hem. De pensioenuitvoerder rekent dan uit hoeveel extra ouderdomspensioen dat oplevert. Daarvoor is schriftelijke toestemming van de vrouw nodig. Grosso modo levert uitruil van 1 euro partnerpensioen circa 0,20 euro extra ouderdomspensioen op.
Is uitruil verstandig?
Mensen maken overwegingen om wel of niet uit te ruilen. Soms willen partners die beiden werken geen partnerpensioen, want men redeneert dat na overlijden de hypotheek toch al wordt afgelost vanwege een overlijdensrisico-uitkering. Toch is het verstandig om de beslissing over uitruil in bredere zin af te laten hangen van de uitgaven en de inkomsten. Ook is het zo dat de overlijdensrisicoverzekering een zekere eindleeftijd heeft, en daarna dus geen uitkering meer geeft. Een andere situatie is die waarbij de partner ouder is. De jonge partner/vrouw beredeneert dat de kans dat haar partner nog leeft als zij komt te overlijden klein is. En wanneer dat wel gebeurt, dan krijgt hij statistisch gezien nog maar heel kort een uitkering. En daarom zouden ze beter kunnen kiezen voor een hoger ouderdomspensioen en minder partnerpensioen.
Het is aantrekkelijk om je ouderdomspensioen te verhogen wanneer je met pensioen gaat. Dan heb je zolang jijzelf leeft meer inkomen. Maar als gevolg van het uitruilen vervalt het partnerpensioen. Dus wanneer jij komt te overlijden, dan stopt het ouderdomspensioen. En dan is er echt geen partnerpensioen meer. En dat is niet altijd verstandig. Zeker wanneer je partner daardoor onvoldoende inkomsten heeft. De Ombudsman pensioenen maakt zich hier grote zorgen over en ziet in de praktijk regelmatig situaties waarin partners na het overlijden van de pensioengerechtigde geen partnerpensioen meer krijgen. En vaak tot grote verrassing van de achterblijvende partner. Dat betekent dat er in de communicatie of begeleiding steken zijn laten vallen en dat de vrouw kennelijk het formulier tekent voor akkoord zonder stil te staan bij de gevolgen als haar man overlijdt.
Uitruil van nabestaandenoverbruggingspensioen, als aanvulling op de Anw-uitkering, is niet mogelijk dus dat risicopensioen blijft altijd in stand. Verder is het goed om bij de afweging te beseffen dat bij overlijden na AOW-leeftijd het AOW-bedrag voor de achterblijvende partner verhoogd wordt.
Pensioengevolgen bij de vrouw onderschat bij echtscheiding
Uit onderzoek in 2017 blijkt dat 69% van de vrouwen pensioen niet bespreekt tijdens de scheiding. 45% van de vrouwen denkt dat een scheiding geen invloed heeft op het pensioen. En dan is er nog een derde van de vrouwen die niet weet dat ze hierover iets moeten vastleggen. Door Mijnpensioenoverzicht.nl is vastgesteld dat er een aantal kwetsbare groepen bestaat als het gaat om pensioenopbouw. In eerste instantie zijn dat (vooral) gescheiden vrouwen. Een echtscheiding kan er dan eerder toe leiden dat bij de vrouw zonder inkomen pensioenrechten wegvallen.
Pensioenverweer
Er zijn rechtszaken waarin de vrouw van oordeel is dat de scheiding pas kan doorgaan als er eerst voor haar een toereikende voorziening wordt getroffen ten gevolge van het wegvallen van pensioenrechten. Ondanks wettelijke sociale voorzieningen waar de vrouw op kan terugvallen (zoals het kindgebonden budget/zorg – en huurtoeslag/ bijstandsuitkering) kan het verlies van toekomstige pensioenrechten onherstelbaar afbreuk doen aan haar voorziening in het levensonderhoud. Om precies te zijn het verlies van nabestaanden pensioenaanspraken die zij (en eventuele kinderen) zou hebben bij voortduring van het huwelijk tot het overlijden van de man.
De vrouw doet dan een beroep op pensioenverweer ex. artikel 1:153 BW. In lid 1 van dat wetsartikel staat: “Indien als gevolg van de verzochte echtscheiding een bestaand vooruitzicht op uitkeringen aan de andere echtgenoot na vooroverlijden van de echtgenoot die het verzoek heeft gedaan zou teloorgaan of in ernstige mate zou verminderen, en de andere echtgenoot deswege tegen dat verzoek verweer voert, kan deze niet worden toegewezen voordat daaromtrent een voorziening is getroffen die, gelet op de omstandigheden van het geval, ten opzichte van beide echtgenoten billijk is te achten. (…)”
Omdat partnerpensioen steeds vaker op risicobasis is verzekerd en zelfs onder de Wet toekomst pensioenen (Wtp) de standaarddekking is, zal het beroep op pensioenverweer steeds vaker gaan voorkomen. Bij partnerpensioen op risicobasis is de aanspraak op grond van art 57 PW bij echtscheiding feitelijk nul. Er zit namelijk geen spaarwaarde in partnerpensioen op risicobasis dus valt er niets van mee te geven aan een ex-partner.
Samenwoonrelaties
Voor samenwoonrelaties heeft de ex-partner wel recht op bijzonder partnerpensioen, net als bij gehuwden of geregistreerd partnerschap. Maar er bestaat geen recht op een deel van het ouderdomspensioen zoals bij gehuwden die onder de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding vallen. Ook is er voor samenwoners die uit elkaar gaan niet zoiets als pensioenverweer.
Natuurlijke verbintenis
In het privaatrecht (artikel 6:3 BW) kom je het begrip natuurlijke verbintenis tegen. Een natuurlijke verbintenis is een verbintenis die niet bij een rechter kan worden afgedwongen en die bestaat als er sprake is van een dringende morele verplichting. Of er een morele verplichting ontstaat, is afhankelijk van de maatschappelijke opvattingen en laat zich na een scheiding denken als de vrouw financieel onverzorgd zou achterblijven, en als dat in schril contrast zou staan tot een onaangetaste levensstandaard van de man.
Een standaardarrest is dat van de Hoge Raad van 30-11-1945, NJ 1946, 62 De Visser Harms. Na het overlijden van de heer Harms ontstaat onenigheid over de erfenis tussen zijn kinderen en zijn echtgenote/weduwe mevrouw Harms. De strekking van het arrest is dat de langstlevende echtgenoot verzorgd achter dient te blijven. Als er geen voorziening is, zoals een weduwenpensioen bij de werkgever, dan gelden de regels van moraal en fatsoen met betrekking tot de plicht om op een andere manier in alle redelijkheid voor het onderhoud van de langstlevende echtgenoot te zorgen.
Als in het ergste geval de vrouw – in afwijking van de standaardpensioenverevening – bij de echtscheiding volledig zou afzien van het pensioen van haar ex-man zonder dat zij daarvan de gevolgen overzag, dan zou de man op het nakomen van een natuurlijke verbintenis kunnen worden aangesproken.
Verjaring van pensioenrechten na scheiding
Na echtscheiding is het verstandig dat de pensioenuitvoerder binnen 2 jaar daarover geïnformeerd wordt met een speciaal mededelingsformulier van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De uitbetaling van het ouderdomspensioen is dan voor beide partners geregeld. Als dat niet gebeurt terwijl voormalige echtelieden wel iets hebben afgesproken over pensioen, dan heeft de pensioenuitvoerder daarvan geen weet en handelt daar dus ook niet naar. Maar soms is over pensioen in zijn geheel of over bepaalde pensioenaanspraken in het bijzonder (denk aan “vergeten” DGA-pensioen in de eigen BV) niets geregeld in het echtscheidingsconvenant.
Als pensioen een onverdeeld boedelbestanddeel is – er is dus niets over bepaald in het echtscheidingsconvenant – dan kan de man nog voor een verrassing komen te staan. De Hoge Raad heeft op 27 maart 2015 geoordeeld dat ook 25 jaar na de echtscheiding de vrouw verdeling van pensioen van haar ex-man kan vorderen. Dit komt omdat pensioen een overgeslagen en gemeenschappelijk goed was bij de echtscheiding. Het komt in de praktijk daadwerkelijk voor dat vrouwen zich nog melden tegen de tijd dat de ex-man met pensioen gaat!
“Onvindbare nabestaanden”
Elk pensioenfonds of verzekeraar doet zijn best om gerechtigden voor uitkeringen te traceren. Voor een pensioenfonds is dat gemakkelijker dan voor een levensverzekeraar omdat een pensioenfonds systematisch gegevens ontvangt vanuit de Basisregistratie Personen (BRP). Meldingen van overlijden zijn belangrijk omdat deze enerzijds het signaal zijn om een (ouderdoms)uitkering te stoppen of juist te moeten beginnen uitkeren bij een nabestaandenpensioen, overlijdensrisicoverzekering of begrafenisverzekering. Heuglijk is dat nu ook levensverzekeraars een aansluiting krijgen bij de BRP en op die manier hun verplichtingen op grond van diverse polissen beter kunnen nakomen. Eind 2024 zouden de eerste overlijdensmeldingen bij de levensverzekeraars binnen moeten komen en daar hebben ook weduwen en ex-partners baat bij.
Wtp: Uniform partnerbegrip met andere partnerpensioenregeling
Tot de inwerkingtreding van de Wtp konden pensioenuitvoerders verschillende definities van “partner” hanteren. Nu is er een uniforme definitie van partner en dat komt de rechtszekerheid van de inkomensafhankelijke partner ten goede. Het partnerpensioen zal door de invoering van de Wtp een verandering ondergaan.
Slot
Als de man de kostwinner is en de vrouw in meer of mindere mate inkomensafhankelijk is van de man, dan zijn er specifieke aandachtspunten voor de vrouw bij te maken pensioenkeuzes. In de bijdrage van Kees Beishuizen komt al naar voren dat de vrouw ook een eigen pensioenverantwoordelijkheid heeft, zeker na echtscheiding. Het onverdeeld laten van pensioen van de ex-man na scheiding kan hem duur komen te staan. Verder is het goed om te weten dat er na overlijden of echtscheiding wettelijke vangnetten zijn in het belang van de vrouw.
Theo Willemssen is pensioenfiscalist bij Fiscount.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie