
De Tweede Kamer heeft met een grote meerderheid ingestemd met de Wet herziening bedrag ineens. Deze wet biedt mensen de mogelijkheid om bij pensionering in één keer maximaal 10% van hun pensioen op te nemen. Dat bedrag is vrij besteedbaar. Het maandelijkse pensioenbedrag wordt daarna uiteraard wel lager, namelijk 90%.
Tweede poging
De nieuwe wettelijke regeling was onderdeel van het pensioenakkoord van vijf jaar geleden, maar door zorgen over de uitvoerbaarheid van de wetgeving liep de invoering vertraging op. De wetgeving is in 2021 al door beide Kamers aangenomen. Echter, de Eerste Kamer heeft toen als eis gesteld dat de wet niet in werking treedt voordat een aantal zaken zijn opgelost. Dit betrof het oplossen van de toeslagproblematiek en het zoeken naar een beter uitvoerbare en communiceerbare wet. Na ruim drie jaar is dit najaar over de aanpassingswet gedebatteerd, over het wetsvoorstel gestemd en is deze – opnieuw – aangenomen. Alle voorgestelde amendementen zijn verworpen, waaronder het amendement Van Dijk waarin voorgesteld werd om de opname ineens niet te korten op de toeslagen. Uitvoerders hebben aangegeven 6 tot 9 maanden de tijd nodig te hebben om dit allemaal in te richten en hierover te communiceren en daarom is de inwerkingtreding beoogd op 1 juli 2025.
Contouren van de afkoopfaciliteit
Je kunt maximaal 10% afkopen en alleen op ingangsdatum van het ouderdomspensioen, minder dan 10% mag ook. Stel er is een ouderdomspensioen opgebouwd van € 10.000 per jaar levenslang en er is voorzien in een partnerpensioen van 70% bij overlijden na pensioendatum. Dan zou de gekapitaliseerde waarde van dit pensioen € 230.000 kunnen zijn. Mag je dan € 23.000 (=10%) afkopen? Nee, in die € 230.000 zit ook de actuariële waarde begrepen van het meeverzekerde partnerpensioen. Stel dat die waarde € 30.000 is, dan zou voor de afkoop van ouderdomspensioen maximaal 10% van € 200.000 uitgekeerd mogen worden, dus € 20.000. Als het partnerpensioen door de afkoop lager wordt, dan is toestemming van de partner nodig. Dat zal zo zijn als na de afkoop het partnerpensioen nog steeds 70% bedraagt van het met 10% verlaagde ouderdomspensioen. Je ontvangt de afkoopsom tegelijk met de eerste uitbetaling van de pensioenuitkering, of met uitgestelde betaling in de maand januari van het jaar nadat je de AOW-leeftijd bereikt. Dat mag alleen als de ingangsdatum van het pensioen in de maand ligt waarin je de AOW-leeftijd bereikt, zeg maar: bij pensioenontslag. Het kan belastingvoordeel opleveren om het afkoopbedrag te laten uitbetalen in het kalenderjaar na ingang van de AOW, omdat in de eerste tariefschijf er geen premies volksverzekering meer hoeven te worden betaald. Bij deeltijdpensioen kan je 10% afkopen over het deel waarvoor je met deeltijdpensioen gaat. Als je de afkoopfaciliteit benut, dan mag je geen gebruik meer maken van hoog/laag-pensioen. Overigens, voor diegenen die al met pensioen zijn, bestaat de mogelijkheid dus niet, er komt geen terugwerkende kracht.
Knelpunten
De keuze is definitief, dus het is zaak dat mensen zich goed laten voorlichten of afkoop in hun geval verstandig is. Een belangrijke zorg tijdens de behandeling van het voorstel was de mogelijke impact op toeslagen. Mensen met een lager inkomen zouden door de eenmalige uitkering in een hogere belastingschijf kunnen vallen, heffingskortingen en socialezekerheidsuitkeringen zouden lager kunnen worden en ze zouden toeslagen (voor huur of zorg) verliezen. Daardoor blijft er per saldo uiteindelijk maar weinig over van het uitgekeerde bedrag. Het CDA stelde voor om de 10%-uitkering uit te zonderen bij het berekenen van toeslagen, maar dat voorstel werd afgewezen vanwege verwachte uitvoeringsproblemen. Het zou ook oneerlijk zijn tegenover anderen met extra inkomsten die wél meetellen voor het toetsingsinkomen. Bovendien worden de toeslagen later weer hoger omdat het pensioeninkomen met 10% verlaagd is.
In de praktijk
Het is dus een keuze waarbij de deelnemer goed moet opletten wat hij/zij doet. Het inzetten van een adviseur is natuurlijk verstandig, maar de realiteit is dat veel deelnemers (misschien zelfs wel juist de kwetsbare groepen) geen adviseur inhuren vanwege de daaraan verbonden kosten. Voor veel van deze mensen zal het kunnen innen van een bedrag ineens als zeer aantrekkelijk worden ervaren. Denk ook aan mensen die verwachten om niet heel oud te worden, en het geld liever nu beschikbaar hebben nu ze nog vitaal genoeg zijn. Als je bent gescheiden en het pensioen is verevend, dan heeft de ex-partner recht op een evenredig deel van het afkoopbedrag. Bij conversie mag de ex-partner zelf weten of hij/zij gebruik wil maken van de faciliteit; het is immers een eigen pensioenaanspraak geworden. In het kader van keuzebegeleiding kan de pensioenuitvoerder hier wel advies over geven.
Niet alleen voor werknemerspensioen
De 10% afkoopmogelijkheid zou er ook komen op ingangsdatum van het premievrije pensioen in eigen beheer van een DGA en van lijfrenten. Voor DGA-pensioen en derde pijler lijfrenten geldt dus ook geen verschuldigdheid van revisierente bij 10% afkoop. De afkoopwaarde wordt bepaald op basis van regels die bij lagere regelgeving worden gesteld en dat betekent dat er een actuariële berekening nodig is bij pensioen in eigen beheer. Voor de oudedagsverplichtingen in eigen beheer (ODV) komt geen afkoopmogelijkheid. Die regeling past kennelijk niet in het hokje van de 2e of 3e pijler dus zou je de ODV eerst moeten omzetten in een lijfrente bij een bank of levensverzekeraar alvorens de uitkeringen te laten ingaan in combinatie met 10% afkoop van het omgezette ODV-kapitaal.
Tot slot
Als de Eerste Kamer akkoord gaat, kan deze optie naar verwachting vanaf juli 2025 ingaan. Mensen die overwegen binnenkort met pensioen te gaan en die hiervan gebruik willen maken, kunnen beter wachten met het aanvragen van hun pensioenuitkering tot na 1 juli 2025. Een werknemer kan bij de werkgever te kennen geven dat hij van de afkoopregeling gebruik wil gaan maken, en daarom graag nog door wil werken na het aanstonds bereiken van de pensioeningangsdatum. De werkgever zou hem dan een tijdelijk verlengd arbeidscontract kunnen geven. Maar liever pas de afkoop aanvragen nadat ze zich hebben laten voorlichten over de voors en tegens!
Theo Willemssen is pensioenfiscalist bij Fiscount.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie