
De vorig jaar afgetreden staatssecretaris Idsinga benoemde in september in zijn Fiscale strategische agenda 2024-2028 het “voorbereiden van wetgeving voor een hervorming van het belastingen toeslagenstelsel”, maar sindsdien bleef het stil. Minister Heinen trachtte nog het schrappen van de lage btw voor een aantal categorieën in de Tweede Kamer te verkopen als een “stap op weg naar een eenvoudiger belastingstelsel”, maar dat is niet het geval. Er blijven immers hoe dan ook twee btw-tarieven naast elkaar bestaan; het kabinet kiest niet voor één uniform btw-tarief, zoals Denemarken dat heeft. Bovendien voegde het btw-plan het nieuwe uitzonderingen toe. Ook zijn er genoeg fiscale regelingen die veel negatiever geëvalueerd zijn dan de lage btw, die het kabinet desondanks overeind houdt, zoals de landbouwvrijstelling. Deze voorkeursbehandeling van boeren kost de schatkist 2,1 miljard euro per jaar, bijna evenveel als de nieuwe btw-verhoging moet opbrengen, namelijk 2,3 miljard euro.
150 miljard
In juni 2023 presenteerde toenmalig staatssecretaris Van Rij een rapport waaruit bleek dat tientallen uitzonderingen op de belastingregels niet doen wat ze zouden moeten doen. Van Rij analyseerde dat van 116 belangrijke fiscale regelingen de gezamenlijke kosten maar liefst 150 miljard euro bedragen, ofwel circa 40% van de totale belasting- en premieopbrengsten. Het ministerieel rapport concludeert dat 43% van deze regelingen geen onderbouwing voor overheidsingrijpen (meer) heeft of dat de onderbouwing onzeker is. Nadere analyse leerde dat slechts 15% van de regelingen werd geëvalueerd als doeltreffend en doelmatig, 56% als ‘onzeker’ en 29% als niet doeltreffend en doelmatig. Soms betreft dit regelingen waarvan het doel achterhaald is, bijvoorbeeld door veranderde wetgeving. Van 32% is beoordeeld dat deze uitvoeringstechnisch (te) ingewikkeld is en van 15% is het oordeel dat deze een significant beroep doen op het ‘doenvermogen’ van burgers. Slechts 15% van de geëvalueerde regelingen wordt aangemerkt als doeltreffend en doelmatig.
Impasse
Het fiscale complexiteitsprobleem in Nederland is al decennia bekend. “Ons belastingstelsel is toe aan een ingrijpende hervorming. In de loop der jaren zijn er zo veel uitzonderingen gemaakt voor bepaalde groepen, dat mij steeds vaker de vraag bekruipt of ons belastingsysteem nog wel het algemeen belang dient” zei president van De Nederlandsche Bank Klaas Knot eind december 2024 tegen de Volkskrant. Knot sluit zich hiermee aan bij een lange rij stakeholders dis ons fiscale stelsel te complex vinden, Zo blijkt uit onderzoek naar fiscale regelingen dat er sinds 2003 ongeveer evenveel regelingen zijn bijgekomen als zijn afgeschaft. De afgelopen jaren hebben diverse stakeholders het complexiteitsprobleem onderschreven, waaronder de Algemene Rekenkamer, het CPB, VNO-NCW, MKB Nederland, en zelfs de OECD en de Europese Commissie. Ondernemers pleiten voor eenvoud, met een lichte voorkeur voor bepaalde ondernemersregelingen. Grotere bedrijven hebben vaker fiscale expertise en meer een specifiek belang bij bepaalde regelingen. Eenvoud is dan minder van belang omdat grotere bedrijven over het algemeen administratieve verplichtingen hebben ingeregeld. Internationale aspecten, zoals een level playing field, zekerheid en continuïteit van de fiscaliteit, wegen voor grotere bedrijven zwaarder.
Vertrouwen
Onderzoek door Nextens afgelopen zomer onder ondernemers met personeel en financieel managers laat zien dat 63% van de respondenten de overheidsregelingen voor bedrijven te complex vindt. Het frustreert 62% hoeveel hun organisatie kwijt is aan belastingzaken, bijvoorbeeld veel tijd of geld. Deze percentages liggen nagenoeg unaniem hoog bij de ondervraagden, ongeacht opleiding, regio en leeftijd. Het vertrouwen in ons stelsel is laag: slechts 34% vindt dat “Nederland op dit moment een betrouwbaar belastingstelsel heeft voor bedrijven”.
De roep om vereenvoudiging is langdurig groot, breed onderschreven en diepgaand onderbouwd. Aanpak kan miljarden opleveren die de samenleving veel beter kan besteden dan met de huidige fiscale regelingen.
Juliette Goetzee is Managing Director van Nextens fiscale software.
Mijn voorspelling: het afschaffen van de landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting gaat geen 2,1 miljard euro per jaar opleveren, maar veel en veel minder.
De eerste reden is dat er de afgelopen jaren veel landbouwgrond is herwaardeerd met toepassing van de landbouwvrijstelling, dit om het in het verleden opgebouwde recht op de landbouwvrijstelling veilig te stellen. Na afschaffing van de landbouwvrijstelling gaat landbouwgrond niet meer worden geherwaardeerd.
De tweede reden is dat na afschaffing van de landbouwvrijstelling voor boekwinsten op landbouwgrond in veel gevallen de herinvesteringsreserve toegepast zal gaan worden.
Blijft over de landbouwgrond bij agrarische ondernemingen die gaan stoppen, bij deze ondernemingen zal verkochte landbouwgrond op termijn kunnen leiden tot daadwerkelijk belasting betalen over nieuwe waardestijgingen van landbouwgrond (de afschaffing van de landbouwvrijstelling dient natuurlijk wel met passend overgangsrecht plaats te vinden).
Overigens voordat de politiek het belastingstelsel gaat vereenvoudigingen, vind ik dat eerst enkele brandende kwesties zo spoedig mogelijk opgelost dienen te worden:
1. Een eerlijk box 3 systeem (mijn voorkeur: vermogenswinst en niet vermogensaanwas)
2. De fiscale problematiek achter de schijn-ZZP’ers
3. De toeslagen
Het is voor mij onbegrijpelijk dat de politiek al jaren en jaren aan het praten is over deze 3 dossiers, maar dat een oplossing nog steeds niet in beeld is.
Tot slot een eerlijker en robuuster belastingstelsel is naar mijn mening veel belangrijker dan het enkel afschaffen van fiscale regelingen om miljarden te gaan besparen. Hoewel het afschaffen van fiscale regelingen natuurlijk wel kan leiden tot een eerlijker en robuuster belastingstelsel.