
Zaak nr: 24/3768 Wtra AK
De letselschadeadvocaten schakelden de accountant begin 2023 in omdat zij ontevreden waren over hun vorige boekhouder. Aanvankelijk zou de RA zich buigen over de jaarrekeningen en belastingaangiften vanaf 1 januari van dat jaar. In april 2023 kwam daar een aanvulling bij: of hij ook de jaarrekening over 2022 en de voorlopige IB-aangiften over dat jaar voor beide heren wilde verzorgen.
Met die uitbreiding ging de RA akkoord. Al snel ontdekte hij echter dat de boekhouding van 2022 een chaos was. “Alles liep door elkaar,” aldus Joost Papeveld, een van de advocaten van de accountant. “Er was ten onrechte een kasstelsel toegepast, verkoopfacturen ontbraken. Voorlopige aangifte doen was daarom onverantwoord. Mijn cliënt kon niet anders dan uitstel aanvragen.”
Die uitleg wordt door de letselschadeadvocaten betwist. “Fiscalisten vertelden ons dat je op basis van een geschatte winst prima een voorlopige aangifte kunt doen,” verklaarde een van hen. “Zo hadden we kunnen voorkomen dat we boeterente moesten betalen.” Volgens klagers heeft de RA hierover onvoldoende gecommuniceerd, een van de redenen om de samenwerking in het voorjaar van 2024 te beëindigen.
Ook verwijten ze de RA dat hij ten onrechte het retentierecht toepaste door stukken achter te houden voor hun nieuwe accountant omdat zij openstaande facturen niet hadden voldaan. Dat de facturen niet zijn betaald, klopt volgens de advocaten, maar dit kwam volgens hen doordat de RA niet reageerde op hun vragen over de facturatie.
Volgens Papeveld is de klacht misplaatst. “Stank voor dank,” zegt hij. “Mijn cliënt heeft juist alles gedaan om hen te helpen. Hij heeft zelfs contact gezocht met de Belastingdienst om te kijken of er iets te regelen viel over 2022 — wat uiteindelijk ook is gelukt. En dat heeft hij niet eens in rekening gebracht. De vorige boekhouder had hier moeten zitten, niet mijn cliënt.”
Ook bij het toepassen van het retentierecht is de accountant volgens Wesley van Elven, zijn tweede advocaat, zorgvuldig te werk gegaan. “Direct na beëindiging van de opdracht heeft hij alle essentiële stukken naar de nieuwe accountant gestuurd. Alleen onderdelen die niet direct noodzakelijk waren, zoals het grootboek en de kolommenbalans, hield hij tijdelijk achter. In januari 2025 zijn ook die alsnog verstrekt.”
De tuchtrechters hadden nog de nodige vragen. Waarom had de RA nu precies besloten géén voorlopige IB-aangiften voor de klagers in te dienen? Dat kan immers op basis van schattingen. “Er zaten zoveel onjuistheden en onzekerheden in de boekhouding: je kon net zo goed willekeurige bedragen invullen. Dat voelde gewoon niet goed,” aldus de RA.
Maar waarom had hij dan überhaupt ingestemd met het verzoek om ook 2022 op zich te nemen? Hij had toch ook kunnen weigeren? Die vraag stelt de RA zich achteraf ook. Hij zat zichtbaar en hoorbaar geëmotioneerd met de klacht in zijn maag. “Een leermoment,” noemde hij het. “Als je altijd zo integer en klantgericht probeert te werken, en er wordt toch een tuchtklacht ingediend, voelt dat als een mes in je rug. Het doet iets met je zelfvertrouwen. Ik ben er risico-averser door geworden.”
Geef een reactie