Een voormalige ambtenaar van de gemeente Rotterdam werd in 2020 veroordeeld voor valsheid in geschifte en gewoontewitwassen na onderzoek door KPMG in opdracht van de gemeente. De man voert al enige tijd een kruistocht tegen het accountantskantoor, maar tot nu toe zonder enig succes. Uit een recent gepubliceerd vonnis van de rechtbank Midden-Nederland blijkt dat hij met een beroep op de AVG heeft geprobeerd om KPMG en enkele (voormalige) KPMG-accountants te bevelen hem binnen 4 weken een overzicht te verstrekken van de persoonsgegeven die KPMG en de accountants over hem in de administratie hebben opgenomen. KPMG voerde met succes aan dat de gegevens niet hoeven te worden verstrekt, aangezien er sprake is van misbruik van recht.
Valse facturen
Tussen december 2009 en december 2011 diende de voormalige directeur voor € 1,5 miljoen aan valse facturen in, de betaling ervan werd grotendeels doorgesluisd naar een eigen bedrijfje. KPMG was ingeschakeld door de gemeente Rotterdam om onderzoek te doen naar de fraude en concludeerde dat een groot aantal valse facturen was ontvangen en betaald aan de ex-ambtenaar door de gemeentelijke dienst die als taak had de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De civiele rechter veroordeelde de oud-ambtenaar in 2015 in eerste aanleg tot het terugbetalen van de ten onrechte gedeclareerde bedragen aan de gemeente. De man richtte daarna jarenlang zijn pijlen op KPMG en de KPMG-accountants die het onderzoek uit hadden gevoerd, met diverse onsuccesvolle tuchtzaken bij de Accountantskamer.
AVG-verzoek
Uit de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland wordt duidelijk dat de voormalige directeur ook heeft geprocedeerd over zijn persoonsgegevens. Daarin komt bovendien naar voren dat hij inmiddels ook failliet is verklaard en dat dat faillissement momenteel nog wordt afgewikkeld. Tegen de strafrechtelijke veroordeling uit 2020 heeft de man bovendien hoger beroep aangetekend, blijkt uit het vonnis.
De AVG-zaak kwam aan het rollen nadat de man in september 2019 KPMG en de accountants verzocht om binnen 4 weken een overzicht te verstrekken van de verwerkte persoonsgegevens. In december reageerde KPMG schriftelijk op het inzageverzoek. Daarbij heeft het accountantskantoor een overzicht van de door haar verwerkte persoonsgegevens meegestuurd. De voormalige ambtenaar vond het overzicht echter onvolledig en verzocht om alsnog op volledige wijze uitvoering te geven aan zijn verzoek. Beide partijen kwamen er niet uit, waarna de man een rechtszaak aanspande.
Oordeel rechtbank: misbruik van recht
Het meest verstrekkende verweer van KPMG is dat het verzoek moet worden afgewezen, omdat er sprake is van misbruik van het inzagerecht in de zin van artikel 3:13 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Hieromtrent wordt het volgende overwogen. Vast is komen te staan dat de door KPMG verrichte (fraude)onderzoeken naar de voormalige ambtenaar en de aan hem gelieerde ondernemingen (mede) hebben geleid tot de procedures. Deze (fraude)onderzoeken hebben ertoe geleid dat de man meermaals strafrechtelijk en civielrechtelijk is veroordeeld en dat – voor zover bekend – één strafrechtelijke en één civielrechtelijke procedure nog loopt. De voormalige ambtenaar heeft zelf vele tuchtrechtelijke procedures gevoerd tegen de accountants, die de onderzoeken hebben verricht. De strekking van deze door de voormalige ambtenaar geëntameerde procedures was de juistheid en rechtmatigheid van het in opdracht van de gemeente Rotterdam uitgevoerde onderzoek onderuit te halen. De man heeft telkens bot gevangen.
Sterker nog, het hoge aantal door de voormalige ambtenaar aanhangig gemaakte tuchtrechtelijke procedures, de doublures in de klachten, het vastgestelde misbruik van bevoegdheid en misbruik van tuchtrecht hebben de voorzitter van de Accountantskamer aanleiding gegeven het klaagschrift van 20 maart 2021 niet in behandeling te nemen. Bij schrijven 11 augustus 2021 heeft bovengenoemde voorzitter daaraan toegevoegd dat ook mogelijk in de toekomst door de voormalige ambtenaar in te dienen klachten bij onvoldoende tuchtrechtelijk belang niet in behandeling zullen worden genomen.
Bevoegdheid op grond van AVG
In deze zaak heeft de man gebruik gemaakt van de aan hem toekomende processuele bevoegdheid om op grond van de AVG bij KPMG om de juistheid van de hem betreffende persoonsgegevens te controleren en of die rechtmatig zijn vastgelegd. Uit de inhoud van het verzoekschrift blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter ondubbelzinnig dat hij deze bevoegdheid voor een ander doel gebruikt; te weten: het verkrijgen van (nieuwe) informatie ten behoeve van (zijn verdediging in de) voormelde straf- en civielrechtelijke procedures. Dat blijkt volgens de rechtbank uit verschillende onderdelen van zijn verzoekschrift. Zo schrijft hij onder meer dat hij de AVG-melding en het inzageverzoek heeft gedaan om KPMG erop te wijzen dat de organisatie en de betreffende accountants in strijd met de toepasselijke wet- en regelgeving hebben gehandeld en om de omvang van dit onrechtmatig handelen te kunnen vaststellen in verband met een potentiële schadeclaim. Ook uit een brief blijkt dat het hem te doen is om het verkrijgen van informatie ten behoeve van (zijn verdediging in) de procedures. Daarin schrijft hij – samengevat – dat uit de rechtspraak volgt dat er geen belang is bij inzage in stukken die de betrokkene al in bezit heeft, maar dat daar ten aanzien van het juridische zaaksdossier van KPMG geen sprake van is. Thans beschikt hij alleen over de stukken die door KPMG (in de tuchtzaken) en door de gemeente Rotterdam (in de civiele zaken) zijn geselecteerd ten behoeve van inbreng in de verschillende procedures (het procesdossier) en ook daadwerkelijk zijn ingebracht. Dit procesdossier omvat niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken. Uit het voorgaande volgt dat de voormalige ambtenaar inzage wenst te krijgen in het juridische zaaksdossier van KPMG. Daarvoor is het inzagerecht niet bedoeld.
De verzoeken van de man zijn formeel weliswaar ingekleed als AVG-verzoeken, maar betreffen materieel het verkrijgen van (nieuwe) informatie ten behoeve van (zijn verdediging in) voormelde procedures. Het doel van de voormalige ambtenaar bij zijn inzagerecht ziet derhalve niet op de bescherming van persoonsgegevens zodat in deze zaak evident sprake is van misbruik van recht. Het verweer van KPMG slaagt. Dit betekent dat het verzoek van de voormalige ambtenaar reeds op deze grond voor afwijzing gereed ligt. Om die reden wordt niet meer toegekomen aan al het overige dat door hem is aangevoerd en verzocht.
Geef een reactie