Strategie en financieringen kennen veel parallellen. Beide zijn gericht op de lange termijn, voors en tegens worden goed tegen elkaar afgewogen. Dat maakt het vak van financieren zo uitdagend en interessant. Van een instituut als een bank verwacht je dan ook dat zij vooroploopt in het strategisch denken. Helaas bewijst de dagelijkse praktijk vaak het tegendeel.Wij hebben de afgelopen tijd veel agrarische ondernemers succesvol mogen begeleiden bij financieringstrajecten. Opvallend hierbij is dat banken strategisch denken en risicobeheersing vaak door elkaar halen. Gevolg: kortetermijndenken, waardoor veel ondernemers een onterecht ‘nee’ krijgen op hun aanvraag.
Anderhalf jaar geleden belt boer Jan mij met het verzoek mee te kijken met zijn financieringstraject. Jan heeft een goed bedrijf met een versleten melkstal. Hij zal dus moeten investeren. Daar is iedereen (ook de bank) het over eens. De huidige melkstal zit op een plek waar de broodnodige uitbreiding van capaciteit niet mogelijk is zonder veel extra kosten.Jan kiest er daarom voor om dit geld te besteden aan meer stalcapaciteit en robotruimte. Hij ziet het lichamelijk namelijk niet zitten om nog twintig jaar lang dagelijks 150 koeien te melken. Jan heeft hierbij goed gekeken naar de beschikbare arbeid en het optimaliseren van de looplijnen in de stal. Strategisch denken in optima forma.
De bank ziet het plan niet zitten. Aan de sectorspecialist van de bank vragen we welke alternatieven voor de bank wél bespreekbaar zijn, maar hierop komt geen antwoord. Jan en ik stellen het plan nog bij en gaan voor het beste alternatief in onze ogen. Na zes weken krijgen we een simpele afwijzing. ‘Te intensief.’ zegt de bank. En daar kan boer Jan het mee doen. De afwijzing van het plan geeft aan dat de bank onvoldoende inhoudelijke kennis heeft en niet in staat is om naar de lange termijn te kijken. Saillant detail: op advies van diezelfde bank heeft Jan een aantal jaren geleden grond aangekocht. Hierdoor heeft hij een behoorlijke financiering lopen. Strategisch is het goed om veel grond te hebben, was destijds een argument. Destijds, want de bank wijzigt het beleid in de loop der jaren en brengt Jan zo in de problemen. De bank wijst Jan aan als verantwoordelijke, hij heeft immers in grond geïnvesteerd. Dat de bank daar toen zelf zeer enthousiast over was, wordt even vergeten. En zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen. De bank mag dus onderweg de spelregels veranderen. Als de klant dat wil, geeft de bank vaak niet thuis, ook al is er een solide onderbouwing van het plan. De klant moet zich gewoon aan de afspraken houden. Maar als de klant dat moet, waarom hoeft de bank dit dan niet?
Uiteraard moeten zowel bank als ondernemer inspelen op de veranderende omgeving. Banken zijn momenteel erg voorzichtig in het toestaan van investeringen. De discussie gaat steeds vaker niet over de financiële kengetallen, maar over maatschappelijke en politieke thema’s. Banken zijn extreem voorzichtig geworden, bang voor de publieke opinie.
Dat hierdoor de ontwikkeling van de sector geremd wordt, telt schijnbaar niet. Evenmin dat bedrijven hierdoor qua huisvesting en energieverbruik niet aan kunnen blijven sluiten bij de huidige technieken. Terwijl juist hier nog veel (maatschappelijke) winst te behalen is.
Kortom, banken zijn vaak strategisch kortzichtig en inconsequent. Gelukkig ken ik ook andere voorbeelden, waarbij de bank wel goed meedenkt en anticipeert op zowel ondernemer als omgeving. Het jammere is alleen dat we vaak een heftige strijd moeten leveren om banken te overtuigen. Kritisch zijn is een must, ook van de bank uit, maar wel op basis van goede argumenten. Niet op basis van onvermogen.
Peter Hutten
Adviseur Credion Agro
Geef een reactie