Watersportorganisaties verhuren lig- en bergplaatsen voor vaartuigen aan hun leden. Is deze verhuur vrijgesteld van BTW-heffing of toch belast?
Recent is duidelijk geworden dat de Nederlandse bepaling niet overeenkomt met de Europese bepaling. U heeft dus een keuze: doet u een beroep op de Nederlandse regeling of toch op de Europese regeling? Hieronder sta ik stil bij de keuzemogelijkheden.
De Nederlandse bepaling stelt aan toepassing van de vrijstelling een eis die de Europese bepaling niet stelt. Namelijk: voor de dienstverlening mag geen gebruik gemaakt worden van eigen personeel. Dus worden lig- of vaarplaatsen ter beschikking gesteld onder gebruikmaking van personeel? Dan is de dienstverlening voor de Nederlandse wet belast met BTW.
In de Europese BTW-richtlijn staat daarentegen een aanvullende eis die de Nederlandse wet niet stelt. De terbeschikkingstelling van een lig- of bergplaats moet nauw samenhangen met de beoefening van de watersport. Deze eis is niet vertaald naar de Nederlandse wetgeving.
Zowel de Nederlandse wet als de Europese richtlijn stelt als eis dat de watersportorganisatie geen winst mag beogen. Aan deze eis kan niet worden ontkomen.
Door een beroep te doen op de Europese richtlijn, kan naar mijn mening de vrijstelling worden toegepast als er lig- en bergplaatsen ter beschikking worden gesteld, ongeacht of er eigen personeel wordt gebruikt. De eis die de Europese richtlijn stelt –nauwe samenhang met watersportbeoefening– kan niet gehandhaafd worden nu deze eis niet is ingevuld door de Nederlandse wetgever.
Robbert-Paul van der Velde is senior belastingadviseur/ BTW-specialist bij ABAB Accountants en Adviseurs
Geachte heer Robbert-Paul van der Velde, n.a.v. van uw reactie over de veranderde regelgeving inzake het al dan niet belaste met btw op het ter beschikking stellen van “”sportboten”” heb ik de volgende vraag. Als ik goed geïnformeerd ben is het inmiddels zo dat de nederlandse wetgeving op dit punt wordt / is aangepast met het gevolg dat het ter beschikking stellen van ligplaatsen voor sportboten (zeil-roei-kano en powerboten) vrijgesteld is van btw. Een vraag is of het toegestaan is ondanks de recente vrijstelling voor genoemde boten toch btw in rekening te blijven brengen en uiteraard af te dragen. Een reden kan zijn dat een vereniging geen verschil in tarieven wenst t.o.v. motorboten. Ook kan het zijn dat er flinke investeringen / kosten op de rol staan waarvan een deel van de btw dan niet aftrekbaar zou zijn. Behalve ligplaatsen zijn er nog meer diensten die de vereniging aan de vrijgestelde boten verleend zoals hijswerkzaamheden tbv winterstallers op de wal en verhuur van bokken die hiervoor nodig zijn. Onderscheid in belast en onbelast zou bovendien een flinke toename van de administratieve lasten betekenen.
Zoals u uit bovenstaande kunt opmaken heeft onze vereniging een betaalde havenmeester en wordt er btw geheven en afgedragen over de gelijke tarieven voor sport en motorboten, de oude nederlandse regeling.
Mochten aan uw reactie kosten verbonden zijn dan hoor ik dat graag vooraf. Het is zo dat muv onze havenmeester de vereniging geheel op vrijwilligers draait en ik heb helaas niet de vrijheid achteraf van af te wijken.
In ieder geval mijn welgemeende dank voor welke reactie ook.
met vriendelijke groet,
Hans Rosenhart