De verkoop van online advertentieruimte op het internet valt onder het begrip elektronische diensten als bedoeld in de BTW-Uitvoeringsverordening. De ondernemer die deze dienst grensoverschrijdend verricht of afneemt moet zich houden aan alle voor hem geldende BTW-verplichtingen, inclusief de BTW-administratieplicht.
Dat schrijft staatssecretaris Eric Wiebes in zijn antwoorden op vragen van het lid Bashir (SP) over het ontduiken van BTW-regels door internetbedrijven die zich op de Nederlandse markt richten.
Bij de verkoop van online advertentieruimte op het internet is sprake van een dienst die over het internet wordt verleend, grotendeels geautomatiseerd is en slechts in geringe mate menselijk ingrijpen vergt en zonder informatietechnologie niet kan worden verricht. Dus valt dit onder de definitie van elektronische dienst, aldus de staatssecretaris. Dat betekent dat de ondernemer die deze dienst grensoverschrijdend verricht of afneemt zich zal moeten houden aan alle voor hem geldende BTW-verplichtingen, inclusief de BTW-administratieplicht. Wiebes: ‘Dit betekent bijvoorbeeld dat de verkoper van de advertentieruimte bij BTW-ondernemers in andere lidstaten, op zijn factuur het BTW-nummer van de afnemer en de vermelding “BTW-verlegd” moet opnemen. De afnemende BTW-ondernemer moet dan de over die dienst verschuldigde BTW op de eigen aangifte aangeven.’
Wiebes schrijft verder dat de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemers en ondernemers die buiten Nederland gevestigd zijn qua BTW-plicht gelijk is waar het gaat om de levering van elektronische diensten aan particuliere consumenten in Nederland.
Buitenlandse ondernemers die in Nederland aangifte moeten doen voor deze diensten kunnen ervoor kiezen dat te doen via het systeem van de one-stop shop. Wanneer ze daarbij gebruik maken van een one-stop shop in een andere lidstaat, moeten ze beschikken over een BTW-identificatienummer van die lidstaat, dan wel over een apart EU-MOSS-nummer voor de ondernemer die niet in de EU gevestigd is. Een Nederlands BTW-identificatienummer wordt dan niet afgegeven. Een Nederlands BTW-identificatienummer is wel vereist wanneer de buitenlandse ondernemer de aangifte wil doen hetzij via een Nederlandse one-stop shop, hetzij zonder gebruikmaking van het systeem van de one-stop shop. Volgens de staatssecretaris leidt deze regeling niet tot oneerlijke concurrentie.
Geef een reactie