Een accountant-administratieconsulent beveelt een oude bekende als onderzoeker bij een fraudeonderzoek aan bij de Raad van Toezicht. Deze oude bekende is negatief in het nieuws geweest vanwege de vele tuchtklachten en berispingen. De accountant stelt dat hij hiervan niet op de hoogte was.
Bij een particuliere medische kliniek waarvan de accountant de jaarrekening aan het beoordelen is, is mogelijk sprake van fraude. Een accountant beveelt een oude bekende van hem bij de Raad van Toezicht aan als onderzoeker bij het fraudeonderzoek naar mogelijke onregelmatigheden van de algemeen statutair directeur van de kliniek. Deze oude bekende is negatief in het nieuws geweest vanwege de vele tuchtklachten en berispingen. De accountant was hiervan niet op de hoogte, zo stelt hij. De conclusie van het conceptrapport luidde dat geen informatie naar boven was gekomen die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening door de externe accountant. Tevens is niet gebleken van een ernstige integriteitsinbreuk van de huidige bestuurders met mogelijke consequenties voor de aanpak van de accountant.
De medisch directeur heeft de gang naar de Accountantskamer gemaakt. Hij is onder meer van mening dat de accountant ten tijde van zijn advies op de hoogte was, althans had moeten zijn, van de berisping die kort daarvoor nog aan de oude bekende was opgelegd door de Accountantskamer. Tevens had hij moeten weten van het negatieve nieuws rondom diens persoon vanwege de vele tuchtklachten en berispingen. Toch heeft de accountant, zonder een eigen grondig en nauwgezet onderzoek, zijn kennis als onderzoeker bij de Raad van Toezicht aanbevolen.
Gronden van de beslissing
De Accountantskamer is van mening dat een accountant die advies uitbrengt aan zijn cliënt over de persoon van een in te schakelen deskundige die onderzoek naar fraude moet instellen, gedegen en zorgvuldig te moet werk gaan. De accountant heeft gesteld dat hij destijds niet op de hoogte was van het negatieve nieuws omtrent de persoon die hij heeft aanbevolen. De Accountantskamer vindt dat wel van hem verlangd kon worden dat hij een oordeel had gegeven over diens bekwaamheid. Mede aan de hand van de beschikbare actuele gegevens (waaronder een uitspraak van de Accountantskamer waarbij aan die persoon een berisping is opgelegd) over de reputatie van de kennis.
De man die de accountant had aanbevolen moest onderzoek doen op grond van zeven onderwerpen. De accountant heeft aangegeven dat elk onderwerp van belang kon zijn voor het bestaan van fraude. Tevens worden in de bevindingen van het conceptrapport van de oude bekende aan vijf van die zeven onderwerpen zonder enige motivering geen woord gewijd. Volgens de Accountantskamer mocht de accountant daarom niet zonder meer uitgaan van de juistheid van de conclusie van het conceptrapport.
De accountant heeft ook niet zelf aan de hand van de bevindingen van de opsteller van het conceptrapport vastgesteld, laat staan vastgelegd dat de door deze opsteller verrichte werkzaamheden in het kader van het doel van de beoordelingsopdracht toereikend waren. Terwijl hij, nu hij de conclusie uit het conceptrapport wel voor die beoordelingsopdracht heeft gebruikt, dit volgens het bepaalde onder 16 van Standaard 2400 van de NVCOS wel had moeten doen.
Maatregel
De accountant heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel ‘deskundigheid en zorgvuldigheid’ en met het fundamenteel beginsel van ‘professioneel gedrag’. En omdat de beoordeling van de jaarrekening 2012 van de Kliniek aldus op basis van ontoereikende beoordelingsinformatie is geschied, levert dat een schending van dezelfde fundamentele beginselen op. De Accountantskamer legt de accountant de maatregel van berisping op.
Procedurenummer 16/1532 Wtra AK
Geef een reactie