Een uniform en deels geleidelijk verhoogd BTW-tarief kan worden ingezet voor verlaging van de tarieven in de inkomstenbelasting. Dat schrijven de hoogleraren Koen Caminada en Leo Stevens in hun artikel Blauwdruk voor belastinghervorming, dat vandaag in het Weekblad Fiscaal Recht is verschenen.
Volgens Caminada, hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving in Leiden en Stevens, emeritus hoogleraar Capaciteitsgroep Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is het mogelijk een evenwichtiger belastingstelsel te combineren met lagere lasten op arbeid. Zij stellen een basistarief van 33,8% in de inkomstenbelasting voor, dat gaat gelden voor negen van de tien Nederlanders, inclusief premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke zorgpremie. Deze zogenoemde vlaktaks wordt betaald uit een eenvoudiger belastingstelsel en een hogere opbrengst uit de omzetbelasting. Voor inkomens vanaf € 55.000,- wordt een ‘surplus-tarief’ van 43,8% voorgesteld.
Sanering belastinginstrumenten
De kern van het voorstel van de wetenschappers is een ingrijpende sanering van belastinginstrumenten die zijn gericht op specifieke doelen. Ook de inkomenstoeslagen worden gesaneerd. Hierdoor komt geld vrij voor tariefsverlaging, verdwijnen onevenwichtigheden uit het stelsel en werken de belastingen minder verstorend voor de economie. In de plannen vervalt onder meer de fiscale oudedagsreserve voor ondernemers, wordt de MKB-winstvrijstelling beperkt en de zelfstandigenaftrek gehalveerd. Subsidies op wonen, zowel koop als huur, worden afgebouwd. Rijkere ouderen gaan volgens de hoogleraren een rechtvaardiger bijdrage betalen voor voorzieningen, die de wetenschappers ook gebruiken door met de premies in de inkomstenbelasting te schuiven. De hoogleraren bepleiten verder een uniform btw-tarief van 18%.
Inkomenseffecten
Het pakket levert volgens de hoogleraren ruim €34 miljard op. Een deel daarvan gebruiken de fiscalisten om de verstorende inkomensafhankelijkheid in de algemene heffingskorting en de arbeidskorting af te schaffen en de omstreden afbouw van de ‘aanrechtsubsidie’ (de heffingskorting voor de minst verdienende partner) terug te draaien. Het grootste deel van de opbrengst zou naar hun mening aangewend moeten worden om de lastendruk op arbeid te drukken. Belastingplichtigen die toch onbedoeld veel koopkracht verliezen, dienen te worden gecompenseerd, aldus Caminada en Stevens over de inkomenseffecten, die zij niet al te groot inschatten. Maar naar hun idee moet compensatie achterwege blijven bij wie nadeel ondervindt omdat hij of zij nu bovengemiddeld profiteert van allerlei belastingsubsidies. Dat zou het gewenste evenwicht weer verstoren. Zij pleiten voor geleidelijkheid om schokken tegen te gaan.
Onevenwichtigheden
Caminada en Stevens zijn van mening dat de laatste grote belastinghervorming van 2011 meerdere onevenwichtigheden in het systeem heeft gebracht. Dat geldt volgens de wetenschappers onder meer voor de verloren samenhang tussen de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting. In 2001 was de belastingdruk voor directeuren-grootaandeelhouders met hun BV’s in box 2 nagenoeg gelijk aan die van ondernemers in box 1. Deze balans verdween door de verlaging van het VpB-tarief. Voorzieningen als MKB-winstvrijstelling en de gebruikelijkloonregeling moesten de vlucht in de bv afremmen, maar maakten het stelsel gecompliceerd. De hoogleraren herstellen het evenwicht met het basistarief in box 1 en een tarief van 43,8% voor inkomens boven de €55.000,-. Hierbij past volgens hen een VpB-tarief van 22,5% en heffing van 20% op aanmerkelijk belang. Zo komt de heffing voor de DGA in box 2 uit op 38%. Dat spoort met het tarief voor ondernemers in box 1, die over winsten vanaf €55.000,- 12% winstaftrek krijgen. De noodzaak van een belastinghervorming wordt door de politiek breed gedeeld. Het CDA is al langer voor een vlaktaks. In haar verkiezingsprogramma pleitte de VVD ook voor meer uniforme tarieven.
Bronnen: FD en TaxLive
J.N. Weezenberg zegt
Merkwaardig voorstel !
Verhoging BTW betekent kopkrachtverlies voor lagere inkomens.
Hun IB-tarief is als redelijk laag, dus per saldo gaat die groep erop achteruit.
“Dat moet je compenseren “Hoe ?