Accountantskantoren krijgen steeds meer vragen van cliënten over het herstelkader van rentederivaten. Dat zegt directeur Jan Rietveld van Treasury-LinQ, een bureau dat door kantoren ingeschakeld wordt voor advies en kennisoverdracht over het rentederivaten-dossier.
De vraag wordt volgens Rietveld aangewakkerd door de bijna dagelijkse publiciteit over rentederivaten. Zo drukte Rabobank deze week cliënten op het hart de basis van inmiddels ingezette coulancebetalingen goed te controleren, omdat de bank zelf de dossiers niet op orde heeft. En vorige week liet de (toenmalige) minister van Financiën Dijsselbloem nog weten dat de uitvoering van het herstelplan weer vertraging oploopt, volgens hem als gevolg van ‘de complexiteit van het kader in combinatie met de datasystemen van de banken en de benodigde automatiseringssoftware’. Volgens Rabobank is de hoogte van de door de bank berekende schade door onvolledige dossiers mogelijk niet correct en moeten ondernemers zelf aan het rekenen. Maar daartoe zijn MKB-ondernemers vaak zelf niet toe in staat, vandaar dat ze zich willen laten bijstaan door hun accountant, aldus Rietveld. De grotere kantoren wijzen volgens hem vaak enkele medewerkers aan die hun klanten begeleiden bij de acties die ze moeten ondernemen om gecompenseerd te worden.
Tussen €100.000 en €200.000
In Nederland verkochten Deutsche Bank, SNS, ING, Rabobank, ABN Amro en Van Lanschot afgelopen jaren duizenden rentederivaten aan MKB’ers die zich wilden indekken tegen stijgende rentes. Velen kwamen, zonder daarover deugdelijk te zijn voorgelicht, voor hoge onvoorziene kosten te staan toen de rente daalde. Volgens Rietveld blijkt uit gegevens van zijn bureau dat de compensatie per klant veelal tussen de € 100.000,- en € 200.000,- lijkt te liggen. Er zijn ook uitschieters naar boven, ‘Wij hebben inmiddels voor een flink aantal relaties een berekening gemaakt van het uit te keren bedrag. De coulancevergoeding is hierbij de meest eenvoudige stap, namelijk een percentage van de som van kasstromen en marktwaarde met een maximum van € 100.000. De overige drie stappen indien van toepassing, te weten omzetting noodzakelijk substituut, technisch herstel en opslagverhogingen, zijn beduidend complexer.’ In totaal zijn er naar schatting rond de 20.000 gedupeerden, beweert Treasury-linQ.
Voorschot
Onder druk van de AFM zijn banken druk bezig om hun klanten een voorschot op de coulancevergoeding aan te bieden. Dit geldt voor de klanten die in bezit zijn of waren van één of meerdere rentederivaten en die vallen onder de spelregels van het herstelkader. Sommige banken houden de stand op hun website bij. Zo blijken bij Rabobank per 16 oktober jl. ruim 10.000 klanten ‘in scope’ te zijn voor toepassing herstelkader en zijn er door Rabobank inmiddels ruim 5.000 voorschotbrieven verstuurd. De AFM startte reeds in september 2012 een onderzoek naar de verkoop van rentederivaten aan MKB’ers en legde in maart 2015 banken op ‘met een passende vergoeding’ te komen. Nu wordt dus onder druk stap drie van het herstelkader uitgevoerd, de uitbetaling van de coulancevergoeding, die gemaximeerd is op €100.000,-. Deze vergoeding is een inschatting van het te betalen bedrag en wordt indien nodig nog verrekend met de nog te betalen bedragen uit de overige stappen. Alle banken hebben reeds voorzieningen opgenomen ter dekking van de uit te betalen vergoedingen. Deze worden bij wijze van voorschot aangesproken.
Frank Wijn zegt
Alle reden om banken op dit onderwerp te (blijven) controleren, zoals wij dat al doen sinds 2012.
Rabobank gaf AFM in 2015 aan circa 8000 MKB dossiers met derivaten te hebben. Nú geven zij aan dat het er 10.500 zijn.
ING is totaal ongeloofwaardig. Zij gen in 2015 aan dat zij 16 (!) MKB derivatendossiers kennen. Nu geven zij gedwongen aan ( er kijken nu externe accountants mee) dat het 1187 dossiers zijn. Een luttele 98% afwijking.
Liegen heet dat.