Een AA heeft niet objectief gehandeld door zonder overleg op te treden richting de Belastingdienst namens een vrouw die in echtscheiding lag, oordeelt de Accountantskamer. Daarmee is ook in strijd met de beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gehandeld. Normaal gesproken zouden de geconstateerde feiten een berisping waard zijn, maar de Accountantskamer houdt het bij een waarschuwing.
De AA trad op voor beide huwelijkspartners en een onderneming van de man. Nadat beiden in een scheiding verwikkeld raakten had de AA mede namens de vrouw contact met de fiscus over een af te wikkelen schuld en nam daarover ook een standpunt in. Dat gebeurde zonder overleg met de vrouw.
Verweer
De AA bevestigde ter zitting dat ze een bedreiging voor de schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft geïdentificeerd. Ze erkende dat zij de in artikel 21 VGBA bedoelde maatregelen had moeten nemen, maar dat zij dit niet, althans onvoldoende heeft gedaan. Volgens de AA was de vrouw gebaat bij een praktische en voortvarende oplossing en had ze het vermoeden dat klaagster werd bijgestaan door haar vader. Bovendien is de AA van mening dat ze met haar antwoorden aan de Belastingdienst een neutraal standpunt heeft ingenomen.
Oordeel
Door voor beiden op te treden in een situatie waarbij een geschil ontstaat of dreigt te ontstaan tussen de belanghebbenden, in dit geval een echtscheiding, kan een belangenconflict ontstaan en daarmee een kans op niet-naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit, constateert de Accountantskamer. De Accountantskamer stelt vast dat de AA weliswaar terecht een bedreiging voor haar objectiviteit heeft gesignaleerd, maar vervolgens geen of onvoldoende toereikende maatregelen heeft genomen om zich aan dat fundamentele beginsel te kunnen houden. Daarmee is onvoldoende het conceptueel raamwerk van art. 21 VGBA nageleefd en heeft de AA zich in strijd met het fundamenteel beginsel van objectiviteit gedragen, oordeelt de Accountantskamer.
Waarschuwing in plaats van berisping
De AA stond nog maar kort ongeschreven in het accountantsregister en kreeg nooit eerder een tuchtrechtelijke maatregel opgelegd. Bovendien wordt in aanmerking genomen dat ze geen kwaadwillende, maar juist oplossingsgerichte bedoelingen heeft gehad en ter zitting blijk gaf van inzicht in haar onjuiste houding. Om die redenen komt de AA er vanaf met een waarschuwing in plaats van een berisping.
Geef een reactie