Een tweede tuchtklacht tegen hoogleraar forensische accountancy Marcel Pheijffer is door de Accountantskamer niet-ontvankelijk verklaard. De klacht is vrijwel identiek aan een eerdere (wel gegrond verklaarde) klacht, die Pheijffer een waarschuwing opleverde bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het klachtonderdeel dat wel ontvankelijk was, is ongegrond verklaard.
Pheijffer deed in 2015 onderzoek naar de pensionkostenvergoeding van de Bussumse burgemeester Henk Heijman. Die woonde buiten de gemeente, eerst bij zijn zus in Huis ter Heide en later bij zijn vriendin in Baarn. Zijn huurwoning in Oost-Gelre werd onderverhuurd. vanaf zijn benoeming kreeg hij vergoedingen voor pensionkosten, reiskosten en maaltijdkosten. Pheijffer ging in zijn onderzoek voorbij aan het rechtmatigheidsaspect van de zaak, oordeelde het CBb, en had duidelijker moeten uitleggen wat de termen ‘materiële’ en ‘formele’ rechtmatigheid betekenen. De Accountantskamer had hem eerder geen maatregel opgelegd naar aanleiding van de klacht van twee Bussumse politieke partijen.
Vast bedrag versus uurtarief
Een derde politieke partij had inmiddels ook een klacht ingediend. Maar die klacht is grotendeels niet-ontvankelijk, aldus de Accountantskamer: er wordt geklaagd over dezelfde gedragingen die eerder onderwerp waren van beoordeling door de tuchtrechter. Wel wordt een oordeel geveld over de klacht dat Pheijffer de opdracht niet voor een gefixeerde maximale vergoeding van € 40.000 had mogen aanvaarden. Omdat er geen urenverantwoording is gegeven, is er ook geen vergoeding op basis van uurtarief afgesproken, aldus de klacht, en zo’n fixed fee kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen.
De Accountantskamer is het niet met de klagende partij eens: “Het enkele feit dat geen urenverantwoording is verstrekt bij een factuur betekent nog niet dat niet is gefactureerd op basis van de door betrokkene aan de opdracht bestede uren.” Dat klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.
Geef een reactie