De Europese topclubs in het voetbal hebben hun inkomsten het afgelopen seizoen fors zien stijgen. Vooral de inkomsten uit commerciële activiteiten namen bij de meeste clubs fors toe, meldt KPMG op basis van eigen onderzoek. Bij zes van de acht landskampioenen in het seizoen 2017/2018 vormen de inkomsten uit sponsoring en merchandising inmiddels de belangrijkste bron van inkomsten. In ‘The European Champions Report 2019‘ analyseert KPMG de financiële prestaties van de kampioenen in de acht belangrijkste competities in het seizoen 2017/2018, FC Barcelona, FC Bayern München, FC Porto, Galatasaray SK, Juventus FC, Manchester City FC, Parijs Saint-Germain FC en PSV Eindhoven.
Bayern München spant qua omvang van de inkomsten de kroon. De Duitse club ontving in het afgelopen seizoen voor een bedrag van € 316 miljoen aan baten uit commerciële activiteiten. Dat is 53% van de totale inkomsten. Bij PSV is dit aandeel nog veel hoger. De club uit Eindhoven haalde vorig seizoen ruim 64% van de totale inkomsten binnen met sponsoring en het commercieel exploiteren van de populariteit van het merk.
Barcelona grootverdiener
Uit de analyse van KPMG blijkt dat Barcelona in het afgelopen seizoen met een bedrag van € 689 miljoen de hoogste netto-inkomsten genereerde. Van dat bedrag vloeide ruim € 303 miljoen in de clubkas door commerciële activiteiten, zoals sponsoring en merchandising. Dat is 44%. Uitzendrechten leverden de Spaanse club € 220 miljoen op (32%) en de thuiswedstrijden ruim € 165 miljoen (24%). Qua totale inkomsten wordt Barcelona gevolgd door Bayern München met € 596 miljoen en Manchester City met € 568 miljoen. Ook bij deze clubs komt het aandeel van de commerciële inkomsten dicht in de buurt van de 50%. PSV bezet met totale inkomsten van € 62 miljoen de achtste positie in de ranglijst. Galatasaray boekte met een groei van 19% de grootste inkomstenstijging, gevolgd door Paris Saint-Germain met 12%.
Commerciële inkomsten kennen geen restricties
“Europese topclubs ondergaan qua bedrijfsvoering op dit moment een ingrijpende verandering”, zegt Paul Adriani van KPMG’s Sports Analytics Practice. Adriani: “De clubs ontwikkelen zich meer en meer van voetbalorganisaties tot ‘entertainment bedrijven’ met een zeer sterke merkbeleving. Hierdoor zijn zij in staat zijn om niet alleen voetbalfans aan zich te binden, maar geïnteresseerden van over de hele wereld. Dat betekent dat de commerciële inkomsten van de clubs groeien en dat deze baten een steeds groter aandeel uitmaken van de totale inkomsten. Bovendien kent dit soort inkomsten nauwelijks restricties. De inkomsten uit het bezoek van toeschouwers bij thuiswedstijden zijn immers gebonden aan de capaciteit van het stadion. En de opbrengsten uit uitzendrechten zijn afhankelijk van de contracten die worden afgesloten. De commerciële inkomsten hebben de clubs veel meer in eigen hand, zeker wanneer sprake is van een doordacht beleid dat ondersteund wordt door goede prestaties op het veld.”
Personeelskosten rijzen de pan uit
Voor veel clubs zijn de inkomsten uit commerciële activiteiten bovendien essentieel om overeind te kunnen blijven in de concurrentie met andere topteams. Adriani: “Niet alleen de inkomsten groeien, maar ook de uitgaven. Als wij kijken naar de kostenkant, dan zien wij dat een meerderheid van de clubs te maken heeft met een forse stijging van de personeelskosten, de belangrijkste kosten voor een voetbalclub. Bij Barcelona bedragen de personeelskosten kosten inmiddels € 562 miljoen, 80% van de totale inkomsten. Dat is ruim 40% meer dan een seizoen eerder. Bij Paris Saint-Germain stegen de personeelskosten met 20%, vooral vanwege de komst van Neymar. Wat dat betreft voert Bayern München het meest duurzame beleid. Met een ratio van 51% slaagt de club erin om tegen relatief lage kosten de kwaliteit van de spelersgroep op niveau te houden.”
Bron: KPMG
Geef een antwoord