Deze week (13 t/m 19 januari) is het de week van de circulaire economie, waarin we stilstaan bij de transitie naar een circulaire economie in 2050. Misschien bent u dat een beetje vergeten door alle aandacht voor het Klimaatakkoord en het gekrakeel daarover, maar de politiek heeft al veel eerder besloten dat we naar een meer circulaire economie toe moeten. En eigenlijk is de hele energietransitie daar maar een klein onderdeel van.
Maar deze week staan we dus stil bij de circulaire economie en het PBL kwam vorige week met een mooi rapport – zeg maar een soort State of the Union – over die circulaire economie. In Nederland zijn er in totaal zo’n 85.000 grote en kleine circulaire initiatieven, waarmee ongeveer 420.000 banen gemoeid zijn. Dat is een mooi resultaat. Toch is het PBL wat kritisch, omdat er van die 85.000 initiatieven maar ongeveer 1.500 echt innovatief zijn. Maar is dat nu heel erg? ‘De gouden schaar’ van om de hoek, waar je jas naartoe brengt om de rits te laten vervangen, is wat mij betreft een prima voorbeeld van de circulaire economie. Ik gooi de jas niet direct weg, ik vervang de rits en daarmee voldoe ik aan het circulaire gedachtegoed dat ik goederen langer moet gebruiken. Dit voorbeeld is heel dichtbij en tastbaar – en dat zijn juist vaak de heel innovatieve veel minder.
Kromkommer en meer
Een ander mooi voorbeeld blijf ik Kromkommer vinden, dat al jarenlang strijdt voor de emancipatie van afgekeurde groente en fruit. De kromme komkommer, de tweebenige peen, de peer die appelvormig is en de appel die peervormig is: zij passen niet in het schoonheidsideaal van de gemiddelde supermarkt en worden nogal eens doorgedraaid. Zonde, want je kunt ze prima gebruiken. Inmiddels zijn ook grote supermarkten dit voorbeeld gaan volgen; zo verkoopt AH tegenwoordig ‘buitenbeentjes’.
Natuurlijk moeten er meer circulaire innovatieve bedrijven komen. Of – misschien wel belangrijker –traditionele bedrijven moeten meer circulaire uitgangspunten gaan hanteren, als we de ambitie van een volledig circulaire economie in 2050 willen realiseren. Dus is het belangrijk om out of the box te denken en juist op een andere manier naar een proces te kijken. Aanstaande woensdag zal er een rapport verschijnen over een zogenaamde ‘community of practice’, die gekeken heeft naar de financiering van een circulair renovatieproces. Het mooie van dit proces is dat een aantal partijen met een specifieke praktijkcasus aan de slag gaan, waarbij ze inderdaad niet kijken naar belemmeringen, maar juist kijken naar hoe een en ander kan worden gerealiseerd.
Btw-tarief en verdiscontering kosten
Kortom, heel veel mooie circulaire voorbeelden, die deze week terecht extra in het zonnetje worden gezet. Het PBL-rapport gaat ook in op de belemmeringen voor meer circulaire ontwikkelingen – en dan lees je wel heel vaak dat de regels een circulaire transitie in de weg zitten. Heel frappant is natuurlijk dat dit ambitieuze circulaire kabinet heel recent het lage btw-tarief verhoogd heeft. Juist in dit lage tarief zitten de kleer-, schoen- en fietsenmakers die wat mij betreft juist zo’n mooi laagdrempelig initiatief zijn van een circulaire economie. Maar de prijs is vaak ook nog een probleem; niet zelden betaal ik minder voor een nieuw product dan voor een gerecycled product. Feitelijk komt dit doordat in het nieuwe product niet de werkelijke kosten zijn verdisconteerd. En dan is er nog de uitdaging om niet alleen te recyclen, maar om juist een zogenoemde hogere R-strategie toe te passen. Dus niet recyclen, maar hergebruiken of de levensduur verlengen, door toch nog een keer een reparatie te doen. Kortom, de circulaire economie heeft ook nog zijn uitdagingen.
Rol accountant
We hebben het nog niet gehad over accountants en de circulaire economie. Als ik spreek met circulaire bedrijven, krijg ik nogal eens te horen dat ze teleurgesteld zijn in de accountant. Persoonlijk vind ik dat jammer, omdat wij er als accountants juist voor zijn opgeleid om in waardekringlopen te denken. In de circulaire economie worden die waardekringlopen anders, complexer en lopen ze soms over verschillende bedrijven heen. En dat vraagt van ons juist creatief denken over hoe je die waardekringlopen inricht, administreert en controleert. Kortom, ook voor de accountant is er een rol in de circulaire economie en misschien een tijd om er zich deze week eens in te verdiepen.
Fou-Khan Tsang schrijft iedere twee weken zijn gedachten op deze plek van zich af; dit doet hij op persoonlijke titel.
Geef een reactie