Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft geoordeeld dat de Accountantskamer een klacht ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat de diverse klachtonderdelen niet tot één klacht waren gebundeld. Dat is wel wenselijk, maar niet verplicht, aldus het CBb.
De zaak draait om een klacht van een gescheiden tandarts tegen een AA, die de mist in ging op het gebied van advies en informatie over de pensioenopbouw. Daarin had de Accountantskamer al eerder een berisping opgelegd. Een tweede klacht werd grotendeels niet-ontvankelijk verklaard. De klaagster had die klacht tegelijk met de eerste klacht moeten indienen, aldus de Accountantskamer.
Verplichting staat niet in de regels
Het CBb vindt echter dat een klager niet gehouden is zijn klachten steeds zoveel mogelijk in één keer naar voren te brengen. ‘Weliswaar zal het doorgaans wenselijk zijn dat een klager zijn klachten tegen een accountant zoveel mogelijk bundelt, maar een verplichting daartoe kan niet worden gevonden in de Wtra en vloeit evenmin voort uit de beginselen van een behoorlijke (tucht)procesorde of enig ander in dit verband in aanmerking te nemen algemeen rechtsbeginsel.’
Het College gaat dan ook over tot behandeling van de niet-ontvankelijk verklaarde klacht, maar oordeelt dat de klaagster de daarin geponeerde stellingen niet aannemelijk heeft weten te maken. Dat deel van de klacht wordt alsnog ongegrond verklaard. De rest van de klacht wordt ongegrond verklaard.
Geef een reactie