Niet-financiële bedrijven hebben in het eerste kwartaal van dit jaar een brutowinst voor belasting geboekt van € 61,4 miljard. Dat is 1,4 miljard euro meer dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder, zo meldt het CBS.
Met brutowinst voor belastingen bedoelt het statistiekbureau de operationele winst plus het inkomen uit vermogen, zoals renteopbrengsten en dividenden, minus de betaalde rente en enkele betalingen aan de overheid, onder meer in verband met de aardgaswinning en erfpacht. De plus van 2,3% is volledig te danken aan de operationele winst. Die is gestegen van € 45,6 miljard naar € 47,1 miljard. De winst van buitenlandse dochters was € 0,4 miljard lager dan een jaar eerder. De loonkosten zijn toegenomen. Dat kwam deels door de groei van de werkgelegenheid. Winstgroei is er vooral bij uitzend- en arbeidsbemiddelingsbureaus, autolease- en verhuurbedrijven en bedrijven in de bouwnijverheid.
Belasting stijgt harder
De niet-financiële bedrijven hebben in het eerste kwartaal € 2,2 miljard meer belasting over hun winst betaald dan in het eerste kwartaal van 2018. Doe toename is groter dan de stijging van de winst, doordat bedrijven minder verliezen uit het verleden konden verrekenen met de huidige winsten.
De investeringen in vaste activa waren € 1,5 miljard hoger dan een jaar eerder. De niet-financiële bedrijven hebben € 3,1 miljard meer dividend uitgekeerd.
Nieuwe vragenlijst
Deze cijfers zijn voor de eerste keer tot stand gekomen op basis van een nieuwe gecombineerde vragenlijst: CBS-DNB Financiën van ondernemingen en betalingsbalans. Vanaf het verslagjaar 2019 wordt aan de 354 grootste ondernemingen per kwartaal één gecombineerde vragenlijst uitgevraagd, in plaats van de Directe Rapportages betalingsbalans (DRA) en de statistieken financiën van ondernemingen (KSFO / SFGO).
Geef een reactie