Het kabinet gaat de wettelijke betaaltermijn van grote bedrijven aan het MKB terugbrengen van 60 tot 30 dagen. De gemiddelde betaaltermijn tussen ondernemingen is in de afgelopen jaren weliswaar licht afgenomen, maar dat kan niet gezegd worden over de betalingen aan het MKB, constateert staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken. Die termijnen vertonen geen verbetering, ondanks de maximering van de toelaatbare betaaltermijnen op 60 dagen voor betalingen van grote bedrijven aan het MKB per 1 juli 2017.
Zorgelijk
Die cijfers geven aanleiding een aanscherping van de wettelijk betaaltermijn tot 30 dagen in gang te zetten. Dat schrijft Keijzer aan de Tweede Kamer in een brief over de Wet betaaltermijnen grote bedrijven. ‘Een goed draaiende economie geeft minder aanleiding tot lange betaaltermijnen dan een moeizaam draaiende economie. Daarom vind ik het zorgelijk dat de betaaltermijnen ook in recente jaren niet de gewenste ontwikkeling laten zien. Het geeft verder te denken dat betalingen van grote bedrijven in de richting van het mkb een minder gunstige ontwikkeling laten zien dan de algemene, licht dalende tendens.’
Evaluatie
De staatssecretaris laat een evaluatieonderzoek uitvoeren naar de werking van de Wet betaaltermijnen grote bedrijven waarbij vooral zal worden gekeken naar de oorzaken achter deze cijfers, meldt Keijzer. ‘Het probleem van late betalingen heeft namelijk meerdere mogelijke oorzaken. Zo kunnen de tussen ondernemers en bedrijven of overheid onderling overeengekomen betaaltermijnen (te) lang zijn, dat is een aspect waar een wettelijke regeling het verschil kan maken. Daarnaast is het echter ook mogelijk dat de overeengekomen termijn niet wordt nageleefd. Dit kan ook weer verschillende oorzaken hebben, zoals administratief onvermogen, financieel onvermogen of bewust vertraagde betaling (bijvoorbeeld omdat de debiteur dit opportuun vindt).
En tot slot, wanneer een overschrijding van de afgesproken termijn zich voordoet, moet de crediteur de afweging maken of, en zo ja, hoe, hij zijn debiteur daarop gaat aanspreken.
In hoeverre het aanscherpen van de wet naar een maximale betaaltermijn van 30 dagen tussen grote afnemers en mkb-leveranciers volstaat om verbetering af te dwingen, is mede afhankelijk van hoe de praktijk omgaat met de wettelijke regeling en van de achterliggende oorzaken van de wanbetaling. In de evaluatie zullen de naleving van wetgeving, de mate waarin van partijen mag worden verwacht dat zij daarin zelf een handhavende rol spelen en de eventuele knelpunten die zich daarbij in de praktijk voordoen aan de orde komen.’
Geldt dit ook voor gemeenten die op dit moment een betaalbeleid hebben van 90 dagen