Tja, wat moet je schrijven als binnen twee weken tijd ons beeld van de wereld drastisch veranderd is? Onze wereld die maakbaar leek, waar we net weer lekker aan de gang waren na de vorige crisis. Waar we ons natuurlijk zorgen maakten over het milieu en het klimaat, maar dat tegelijkertijd nog steeds ver weg leek. Al kwam dit door de stikstof- en PFAS-problemen toch ook weer heel dichtbij voor grote groepen Nederlanders.
We hoorden over een ver virus, ergens in China. En we verbaasden ons over de snelheid waarmee de Chinezen ziekenhuizen bouwden en hun eigen economie op slot zetten. Deze onzichtbare vijand sloop steeds dichterbij, om uiteindelijk toe te slaan tijdens de wintersport en carnaval. Maatregelen volgden en werden steeds strenger, omdat we – laten we eerlijk zijn – het moeilijk vonden om ons aan te passen aan die nieuwe realiteit. En nog steeds, want terwijl ik dit stukje schrijf, blijkt dat Nederland massaal het strand opzoekt op deze mooie zonnige dag in maart. Hoe naïef kun je zijn? Ik ben natuurlijk geen voorspeller, maar ik denk dat we ergens in de komende dagen ook in Nederland naar een vorm van verdere lockdown gaan. Blijkbaar is dat nodig om onszelf onder controle te houden.
Crisismanagement
Hoe ik deze dagen zelf ervaar? Sinds 26 februari jl. sta ik in stand crisismanagement. En voor alle duidelijkheid: dit staat in geen enkele vergelijking tot het crisismanagement in de zorg of bij de overheid. Ik weet nog goed dat ik op die avond in februari ons centrale crisisteam activeerde. Ik logeerde in een hotel, en die avond bekroop mij het gevoel ‘dit gaat groter worden dan we nu allemaal denken’. En sindsdien is een team van onze mensen druk in de weer om alles steeds weer in goede banen te leiden. De eerste informatie over het virus verstrekken, in Brabant zoveel als mogelijk thuiswerken, iedereen zoveel als mogelijk laten huiswerken. Doet de ICT het, als zoveel mensen thuiswerken? Houden we de kantoren open of sluiten we ze? Hoe communiceren we naar klanten? Het noodpakket van de overheid. Wat doen we als er een lockdown komt? Het voelt alsof je in een achtbaan bent gestapt, waarin er steeds nieuwe informatie op je afkomt; dramatische cijfers, maar gelukkig ook mooie initiatieven. Halverwege vorige week ben ik wel gestopt om heel de dag al het nieuws te volgen, omdat dat zoveel onrust gaf. En wat ook rust geeft, is dat 1000 medewerkers blijkbaar heel goed vanuit huis kunnen werken.
En tegelijkertijd heb je ook je persoonlijke zorgen. Hoe gaat dit verlopen, blijven we gezond? Hoe leg ik het uit aan mijn zoon met een beperking? Wat gebeurt er de komende tijd met mijn zoon en schoondochter die allebei in de zorg werken? Ik was blij dat ons hele gezin met aanhang vorige week zondag bij elkaar was. Misschien wel de laatste keer voor de komende tijd, ging er door mijn hoofd.
Rol van de accountant
En in onze eigen bubble ging het natuurlijk al snel over onze rol als accountants in deze crisis. Die is wat mij betreft best lastig. De echte heldenrol ligt bij de mensen in de frontlinie van de gezondheidszorg. Wij moeten in deze tijd zo goed als mogelijk onze klanten bijstaan om hen te helpen hun bedrijf door de crisis heen te loodsen. Gelukkig is het robuuste hulppakket van de overheid er, hoewel daar nog steeds heel veel onduidelijk over is. Ik hoop dat de NBA, SRA en Novak hun kanalen richting de overheid gebruiken, om al deze regelingen vooral simpel te houden. Net als bij het virus is snel ingrijpen noodzakelijk en dan moeten we geen last hebben van onnodige bureaucratie. De eerste signalen zijn positief, maar – zoals gezegd – veel is helaas nog onduidelijk.
Natuurlijk zijn er ook de nodige vaktechnische uitdagingen. Hoe moeten we met continuïteit omgaan in deze crisis? Ook hier hoop ik dat we niet in de vaktechnische stress schieten, want dan zetten we alles op slot, inclusief onze eigen kantoren. De onzekerheid is op dit ogenblik zo groot, niemand weet nog hoe dit gaat aflopen. Uiteraard zullen we die onzekerheid zo goed als mogelijk moeten toelichten in onze verklaringen.
Toekomst
Tja, hoe nu verder? Ik ben bang dat onze intelligente lockdown nog wat langer gaat duren dan we nu misschien hopen. Eind april, eind juni, wie zal het zeggen? Het gekke is dat we ons waarschijnlijk dit jaar – 75 jaar na de bevrijding – voor het eerst echt niet vrij zullen voelen. Misschien is dit wel ‘the war of our time’, maar met een heel andere vijand dan de vijand die we lang voor ogen hebben gehad. Alhoewel, er gaan nu al stemmen op om de economie nu alweer te laten opstarten en het oplopen van doden voor lief te nemen. Dat laatste zou wat mij betreft onmenselijk zijn; het zal maar om een dierbare van jou gaan.
En dan moeten we het slagveld gaan overzien. Hoe veerkrachtig is de reële economie? Krijgen we een snelle opleving, of zijn de fundamenten daarvoor al te veel aangetast? En hoe gaan we ervoor zorgen dat we hier in de toekomst beter op voorbereid zijn? Waar zaten de zwakheden, en wat moeten we dus verbeteren? Hopelijk kunnen we daar lessen uit leren. Het mooie is wel de enorme verbondenheid. Ik hoop dat als alles weer teruggaat naar het ‘normale’, dit zal behoren bij ‘het nieuwe normaal’.
Blijf gezond en let een beetje op elkaar.
Fou-Khan Tsang RA, voorzitter Raad van Bestuur Alfa Accountants en Adviseurs. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Geef een reactie