De NOB heeft een reactie gegeven op de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 van het ministerie van Financiën. De orde van belastingadviseurs heeft opmerkingen bij de passages over het volledig effecturen buitenlandse belastingplicht, sporters en artiesten en de verrekeningsmethode directeurs- en commissarissenbeloningen.
Het streven is het aanmerkelijkbelangvoorbehoud uit te breiden wanneer een staat ook na emigratie de waardeaangroei van de tot het aanmerkelijk belang behorende vermogensbestanddelen effectief niet in de belastingheffing betrekt. De orde wil nadere uitleg over welke situaties onder de uitbreiding van het aanmerkelijkbelangvoorbehoud zullen gaan vallen. Daarnaast is het wat betreft sporters en artiesten niet langer het streven om geen artikel 17 meer in belastingverdragen op te nemen, ‘ondanks dat nog steeds wordt erkend dat sporters en artiesten problemen hebben met dubbele belastingheffing en hoge administratieve lasten”, aldus de NOB. “Dat is strijdig met elkaar en draagt bij aan een (potentieel) fiscaal onevenredig nadelige positie.’
Creditmethode leidt tot mismatch
Het vervangen van de vrijstellingsmethode door de creditmethode bij de verrekeningsmethode voor directeurs- en comissarissenbeloningen leidt mogelijk tot mismatches voor de timing van de heffing in het buitenland, zoals in België. ‘Die kunnen in Nederland ertoe leiden dat de creditmethode onvolledig uitwerkt en het resulteert daarmee in dubbele heffing. Bovendien, als Nederland geen flankerende maatregelen neemt om deze mismatches te voorkomen, zou het in strijd handelen met een aanbeveling van de OESO.’
De NOB vindt een overgangsregeling redelijk voor gevallen waarin onder het huidige besluit een bestuurder in die capaciteit inkomen heeft genoten die in de vestigingsstaat van de vennootschap aan belasting is onderworpen maar waarvoor in Nederland nog geen vrijstelling is genoten omdat het inkomen pas later geacht zal worden te zijn genoten. ‘Deze overgangsregeling zou dan inhouden dat voor dit inkomen bij wijze van uitzondering de vrijstellingsmethode blijft gelden.’
Geef een reactie