Het gerechtshof Amsterdam heeft Jünger Accountancy in het gelijk gesteld in een langlopend geschil tussen het accountantskantoor uit Heiloo en een exploitant van twee strandpaviljoens en strandhuisjes aan de Noordzeekust die geen kasboek bijhield.
De ondernemer was sinds 2010 klant van Jünger en kreeg na een boekenonderzoek van de Belastingdienst in 2013 naheffingsaanslagen en boetes opgelegd van in totaal € 500.000. Die vond daarna dat Jünger was tekortgeschoten, het accountantskantoor zelf vorderde op haar beurt ruim € 51.000 aan onbetaalde facturen van de klant. De rechtbank oordeelde in 2019 dat Jünger niet is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Het Hof is het daar in hoger beroep mee eens en bekrachtigt die uitspraak. Uit de overeenkomst tussen beide partijen volgt niet dat Jünger de klant had moeten waarschuwen voor de mogelijke consequenties van het ontbreken van een kasboek.
Over de naheffingsaanslagen en boetes die de ondernemer (Strandexploitatie Sint Maartenszee B.V. (SSM)), kreeg opgelegd werd in augustus 2016 een schikking getroffen voor een bedrag van € 225.000. SSM zegde de samenwerking met Jünger daarna in 2017 op. De ondernemer stelde zich op het standpunt dat Jünger was tekortgeschoten in de nakoming van de tussen hen bestaande overeenkomst. Jünger werd aansprakelijk gesteld voor de geleden schade en facturen van Jünger voor werkzaamheden in het kader van het boekenonderzoek (totaal ruim € 51.000) bleven onbetaald.
Hoger beroep: onjuiste brutowinstmarge in jaarrekening?
De rechtbank stelde Jünger in het gelijk, maar de ondernemer legde zich daar niet bij neer en tekende hoger beroep aan. Bij het hof werd Jünger onder anderen verweten dat de Belastingdienst was getriggerd tot het doen van een boekenonderzoek doordat er een onjuiste brutowinstmarge was gepresenteerd in de jaarrekening over 2011. Het hof oordeelt echter dat uit niets blijkt dat de brutowinstmarge uit de jaarrekening over 2011 aanleiding is geweest voor het boekenonderzoek en dat de Belastingdienst in zijn aankondiging van het boekenonderzoek juist heeft gevraagd naar de jaarrekening over 2011. Uit de informatiebeschikking en het boekenonderzoek blijkt bovendien dat het gegeven dat de kasadministratie van SSM c.s. niet op orde was en ontvangsten bewust niet waren verantwoord, heeft geleid tot het opleggen van naheffingsaanslagen en boetes. Dit was dus geen gevolg van (de brutowinstmarge zoals deze volgde uit) de door Jünger samengestelde jaarrekening over 2011.
Jünger niet tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen
Een ander deel van de grieven van de ondernemer in hoger beroep richtte zich tegen het oordeel van de rechtbank dat Jünger niet is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst. SSM c.s. betoogde dat Jünger valt aan te rekenen dat SSM geen kasboek had, nu Jünger naar aanleiding van een vraag van SSM c.s. of alles op orde was, heeft geadviseerd dat het geen kwaad kon te stoppen met het bijhouden van een kasboek. Verder stelde SSM c.s. dat Jünger hen er hoe dan ook op had moeten wijzen dat er iets in hun administratie ontbrak en dat hij had moeten waarschuwen voor mogelijke consequenties van het ontbreken van een kasboek. Dit lag volgens Jünger besloten in de afspraak uit de overeenkomst dat Jünger ondersteuning en begeleiding zou bieden bij het opzetten van een financiële administratie en daarover zou adviseren.
Samenstellingsopdracht
Voor de beantwoording van de vraag of Jünger is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst, is van belang eerst vast te stellen wat de inhoud van de overeenkomst tussen partijen is geweest. Uit een brief van Jünger aan SSM en JPK (de aandeelhouder, red.) van 5 februari 2010 volgt dat de opdracht in de eerste plaats een samenstellingsopdracht was die inhield dat Jünger de jaarrekeningen van SSM en JPK zou samenstellen. In deze brief wordt voor de wijze van uitvoering van de opdracht onder andere verwezen naar de Nederlandse Standaard 4410 “Opdrachten tot samenstellen van financiële informatie” (hierna: Standaard 4410). Zowel uit genoemde opdrachtbrief als uit Standaard 4410 volgt expliciet dat de samenstellingsopdracht een beperkte opdracht is. Deze omvat geen controle- of beoordelingsopdracht, er wordt geen zekerheid over de getrouwheid van de jaarrekening verstrekt, en niet mag worden verwacht dat onjuistheden worden ontdekt. De accountant gaat in beginsel uit van de juistheid van de door de cliënt aangeleverde informatie; de cliënt draagt daarnaast de verantwoordelijkheid voor de inrichting van een toereikende administratie en voor interne beheersmaatregelen.
In de opdrachtbrief is verder onder “Overige werkzaamheden” overeengekomen dat Jünger SSM c.s. zou ondersteunen en begeleiden bij het opzetten van een financiële administratie en bij de door SSM c.s. te voeren financiële administratie met behulp van Exact Globe software en dat Jünger (onder andere) in verband daarmee voorkomende adviezen zou geven. Deze adviesopdracht is breed geformuleerd en ziet op alle voorkomende adviezen op het gebied van belastingzaken, sociale verzekeringen, financiën, (bedrijfs)economie en (geautomatiseerde) administraties. Jünger heeft over deze afspraak onbetwist uiteengezet dat de financiële administratie onderscheiden moet worden van de kasadministratie. De financiële administratie bestond uit de grootboekrekeningen die door SSM c.s. werden opgesteld en via Exact Globe aan Jünger werden verstrekt. Deze financiële informatie werd door Jünger verwerkt in de jaarrekeningen. De kasadministratie, waarvan een kasboek onderdeel uitmaakt, bestond bij SSM uit het elektronische kassasysteem. De opdracht dat Jünger aan SSM c.s. ondersteuning en begeleiding zou bieden en in verband daarmee alle voorkomende adviezen en begeleiding zou geven, zag naar het oordeel van het hof dan ook (alleen) op de financiële administratie van SSM c.s.
Ook geen andere gronden voor tekortkoming Jünger
SSM c.s. betoogde verder onder meer dat Jünger in de jaarrekening over 2011 de ontvangsten van de verhuur van strandhuisjes niet heeft verwerkt terwijl dat wel had gemoeten. Verder had Jünger volgens SSM c.s. bepaalde posten uit de jaarrekening verkeerd gerubriceerd en ten onrechte geen rekening gehouden met een correctie voor “eigen verbruik en breuk”, waardoor de veronderstelde omzet van SSM hoger uitkwam en over die ten onrechte veronderstelde hogere omzet belasting en vergrijpboetes moesten worden betaald. SSM c.s. voerde ook dat Jünger was tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst omdat zij geen bezwaar heeft aangetekend tegen de Informatiebeschikking en het boekenonderzoek onzorgvuldig heeft begeleid.
Ook van die grieven blijft wat het hof betreft echter niets overeind. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank Noord-Holland.
Foto: Street View
Geef een reactie