Het wetsvoorstel aanpassing regeling waardeoverdracht en afkoop klein pensioen en invoering afkoop klein nettopensioen en nettolijfrente is gepubliceerd. Het wetsvoorstel wijzigt de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met aanpassing van de regeling voor waardeoverdracht en afkoop klein pensioen en invoering van afkoop klein nettopensioen en nettolijfrente. Het wetsvoorstel voorziet in het realiseren van de aangekondigde uitbreiding van het recht van pensioenuitvoerders op waardeoverdracht van klein ouderdomspensioen.
Waardeoverdracht klein pensioen
Het recht van de pensioenuitvoerder op waardeoverdracht van een klein pensioen op grond van de Wet waardeoverdracht klein pensioen is per 1 januari 2019 in werking getreden. Kleine pensioenen zijn in dit verband pensioenen, die leiden tot een uitkering vanaf de pensioendatum van minder dan €503,24 bruto per jaar (bedrag 2021). Dit recht op waardeoverdracht kwam in plaats van het eenzijdige recht van pensioenuitvoerders om kleine pensioenen af te kopen binnen zes maanden na twee jaar na einde deelneming aan de pensioenregeling.
Tussentijdse afkoop
Deze zogeheten tussentijdse afkoop heeft een negatief effect op pensioenopbouw omdat pensioen de pensioenbestemming dan niet haalt. Het moeten blijven administreren van kleine pensioenen is voor pensioenuitvoerders echter kostbaar in verhouding tot de omvang van het pensioen. Het recht op waardeoverdracht kwam tegemoet aan beide problemen: pensioenuitvoerders kunnen kleine pensioenen overdragen aan een andere uitvoerder (waar de werknemer actief pensioen opbouwt), zodat zij de kleine pensioenen kunnen bundelen tot een groter pensioen en deze de pensioenbestemming kan behouden.
Kleine nettopensioenen
Het recht op waardeoverdracht van kleine pensioenen is echter beperkt tot kleine ouderdomspensioenen, die zijn ontstaan doordat de gewezen deelnemer niet langer actief deelneemt aan de pensioenregeling (ontstaan vanwege einde deelneming) vanwege uitdiensttreding. Kleine nettopensioenen vallen niet onder het recht op waardeoverdracht.
In de memorie van toelichting van de Wet waardeoverdracht klein pensioen is aangegeven dat bij de
evaluatie van deze wet wordt bekeken of en hoe het recht op waardeoverdracht ook van toepassing kan worden verklaard op kleine nettopensioenen.
Twee knelpunten
Na inwerkingtreding van de Wet waardeoverdracht klein pensioen hebben de Stichting van de
Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars gewezen op twee knelpunten in de
praktijk:
- er zitten kleine pensioenen in de administraties die een andere ontstaansgeschiedenis hebben dan einde deelneming, en daarom niet onder de Wet waardeoverdracht klein pensioen vallen. Deze kleine pensioenen moeten hierdoor buiten het circuit van automatische waardeoverdracht blijven en de oude pensioenuitvoerder moet deze kleine pensioenen tot de pensioendatum blijven uitvoeren, met relatief hoge administratiekosten.
Los daarvan doet het zich voor dat er pensioenuitvoerders zijn die moeite hebben om de ontstaansgeschiedenis van kleine pensioenen in hun administraties te onderscheiden, waardoor zij geen gebruik kunnen maken van hun recht om kleine pensioenen ontstaan door einde deelneming over te dragen; en - kleine nettopensioenen mogen niet worden afgekocht, en vallen ook niet onder de scope van de Wet waardeoverdracht klein pensioen. Deze kleine nettopensioenen blijven daardoor in de administraties staan. In sommige gevallen is sprake van relatief hoge uitvoeringskosten die ten laste moeten worden gebracht van de nettopensioenen, die hierdoor kunnen worden uitgehold.
De hiervoor genoemde partijen vinden het niet gewenst om voor een oplossing te wachten op de evaluatie van de Wet waardeoverdracht klein pensioen.
De Tweede Kamer is op 15 april 2020 geïnformeerd over deze ervaren knelpunten, en een
wetswijziging is aangekondigd, gericht op het eerste knelpunt.
Uitbreiding recht op waardeoverdracht kleine pensioenen
Dit wetsvoorstel voorziet in het realiseren van de aangekondigde uitbreiding van het recht van pensioenuitvoerders op waardeoverdracht van klein ouderdomspensioen. De uitbreiding van dit recht geldt zowel voor kleine pensioenen, die vóór 1 januari 2018 zijn ontstaan, als voor kleine pensioenen, die daarna zijn ontstaan of zullen ontstaan.
Ook maakt dit wetsvoorstel voor kleine pensioenen, die zijn ontstaan om andere reden dan einde deelneming, afkoop mogelijk bij pensioeningang en tussentijds, indien waardeoverdracht niet mogelijk blijkt te zijn.
Evaluatie nettopensioen
Voor wat betreft het knelpunt van de kleine nettopensioenen gold dat de uitkomsten van de evaluatie van nettopensioen werd afgewacht. Deze evaluatie is op 2 september 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden. Uit de evaluatie blijkt dat nettopensioenen soms hoge uitvoeringskosten kennen, terwijl er geen mogelijkheid is voor waardeoverdracht of afkoop, om daarmee een einde te maken aan de hoge kosten.
Afkoop kleine nettopensioenen
Inmiddels is onderzocht of, dan wel onder welke voorwaarden, verruiming van de mogelijkheid tot waardeoverdracht of afkoop van kleine nettopensioenen wenselijk is. Nadere bestudering heeft ertoe geleid dat in voorliggend wetsvoorstel een voorstel is opgenomen om pensioenuitvoerders het recht te geven om kleine nettopensioenen af te kopen.
Afkoop kleine nettolijfrente
Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om ook een afspraak uit het pensioenakkoord uit te
werken. In het pensioenakkoord is afgesproken om de oudedagsvoorzieningen in de tweede en
derde pensioenpijler op het gebied van de fiscaliteit meer gelijk te behandelen. Daarom wordt ook voorgesteld om naast de mogelijkheid tot het afkopen van het kleine nettopensioen het mogelijk te maken een kleine nettolijfrente af te kopen, zonder dat sprake is van een zogeheten ‘onregelmatige handeling’.
Het is het streven om de wetswijzigingen zo spoedig mogelijk in 2022 in werking te laten treden.
Lammert Talman zegt
Ik heb 3 pensioenen
1 Hoofdpensioen = Avero/Achmea netto 2500
2 Extra Pensioen = Aegon netto 150
3 Extra Pensioen = BPZ netto 80
Kunnen de 2 kleine Aegon/BPZ niet worden afgekocht?
Zit ook aan het einde van het jaar voor de belasting met een naheffing