Familiebedrijven en vermogende families zijn van oudsher vaak maatschappelijk betrokken. Ze doen veel aan ESG (environmental, social, governance) maar communiceren hier te weinig weinig over. Ze zijn bang van window dressing te worden beschuldigt, stelt PwC.
Greenwashing
Familiebedrijven omarmen vaak al van oudsher principes die we nu onder ESG scharen. Zeker de ‘s’ van ‘social’ zit er bij deze bedrijven goed in. Tegelijk wordt er vaak slechts mondjesmaat over ESG gecommuniceerd. PwC vermoedt dat men de ESG-initiatieven liever in de coulisse houdt dan het verwijt te riskeren dat ze aan windowdressing of greenwashing doen. Dit bleek al eerder uit de Global Family Business Survey 2021: 88 procent van de Nederlandse familiebedrijven ontplooit een of andere vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zestig procent zet duurzaamheid centraal in alles wat het doet. Maar slechts 45 procent heeft een ontwikkelde en gecommuniceerde duurzaamheidsstrategie.
Opvolging
PwC ziet dat corporates grote stappen zetten in ESG-beleid. Dit zou een goed moment zijn om aan te haken. De consultants van het advies- en accountskantoor adviseren om een eventuele opvolging te benutten om het ESG-beleid verder te professionaliseren. De jongere generatie is net zo maatschappelijk betrokken maar minder bang om daarmee naar buiten te treden. Maar daarnaast is er ook steeds meer wetgeving waaraan moet worden voldaan, waaronder de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) die in 2023 van kracht wordt, met aangescherpte Europese regels voor het rapporteren van niet-financiële informatie.
Lees hier het hele artikel op de website van PwC.
Geef een reactie