
Beleggingsinstellingen kunnen in Nederland profiteren van aantrekkelijke belastingregelingen. Daardoor lekt een groot bedrag aan fiscale inkomsten weg, terwijl er geen voordelen tegenover staan, concludeert onderzoeksbureau SEO. Fiscaal staatssecretaris Van Rij gaat met name de vbi-regeling heroverwegen, die vooral een feestje voor rijke families blijkt.
Van Rij stuurde een evaluatierapport van SEO naar de Tweede Kamer. Dat richt zich op de regelingen voor de fiscale beleggingsinstelling (fbi) en de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) in de vennootschapsbelasting. Die bieden vrijstellingen en zijn sinds de invoering nog nooit geëvalueerd; de fbi is al ingevoerd in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Reden voor de invoering van de fbi zes decennia geleden was een gelijke fiscale behandeling van open beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen, fiscale belemmeringen voor collectieve beleggingsvormen wegnemen, geen economisch dubbele belasting van beleggingsinkomsten en geen uitstel van belasting. ‘Daarnaast was het een doel om een gelijk speelveld met vergelijkbare buitenlandse fondsen te creëren. Beleggingen in buitenlandse fondsen mochten in de Nederlandse inkomstenbelasting en Vpb geen gunstigere fiscale behandeling hebben dan beleggingen in Nederlandse fondsen.’ Het vbi-regime uit 2007 moest de concurrentiepositie van Nederlandse beleggingsinstellingen verbeteren door belastingconcurrentie aan te gaan met andere jurisdicties.
Lekrisico bij fbi’s
SEO heeft gekeken of de doelstellingen met de fiscaal vriendelijke regelingen wel worden gehaald. Wat betreft het fbi-regime voor effecteninstellingen lukt dat op het gebied van evenwichtige behandeling en neutraliteit. ‘Voor de buitenlandse markt is de fiscaliteit echter niet noodzakelijk doorslaggevend. In die zin is de fbi niet internationaal concurrerend, volgens SEO’, aldus Van Rij. Voor vastgoed-fbi’s dreigt bij buitenlandse beleggers het risico van een heffingslek. ‘Als een buitenlandse instelling de fbi-status kan krijgen, dan kan deze onder verdragen een beroep doel op verlaagd tarief voor deelnemingsdividenden, waardoor er per saldo geen of een lage heffing is over de opbrengsten van vastgoed.’ Het bureau oordeelt wel dat het fbi-regime gezien de beperkte uitvoeringskosten en lasten doelmatig is, op dat heffingslek na: ‘Dat kan zorgen voor verlies van belastinginkomsten en onzekerheid door juridische procedures.’
Geen bijdrage aan concurrentiepositie
Over het vbi-regime is SEO strenger: dat levert een zeer beperkte bijdrage aan de Nederlandse concurrentiepositie. ‘Het beoogde gebruik is laag. Er is geen doelrealisatie op het verbeteren van de concurrentiepositie van Nederlandse beleggingsinstellingen. Het rapport geeft aan dat dit komt omdat fiscaliteit niet per se altijd de doorslaggevende factor is voor de keuze waar een beleggingsinstelling wordt gevestigd. Bovendien waren op het moment van introductie van het vbi-regime al veel beleggingsinstellingen naar Luxemburg vertrokken.’ En het regime heeft nauwelijks beleggingsinstellingen verleid om terug te komen naar Nederland. ‘Wel draagt het regime eraan bij dat verdere uitstroom van beleggingsinstellingen wordt voorkomen.’
Vbi-regime aanlokkelijk voor rijke families
Het vbi-regime wordt bovendien gebruikt wordt door niet-beoogde gebruikers: vermogende personen en families. ‘Het regime biedt voor deze groep gebruikers de mogelijkheid van ‘boxarbitrage’ tussen box 2 en box 3 in de inkomstenbelasting. Dit is een neveneffect van de vormgeving van de regeling. Dit doet volgens SEO afbreuk aan de doelmatigheid van het regime’, aldus Van Rij. SEO stelt voor om de toegang tot de vbi-regeling te gaan beperken tot beleggingsinstellingen die daadwerkelijk worden aangeboden aan een breed publiek of aan institutionele beleggers. De staatsseretaris gaat zich buigen over mogelijke oplossingen voor de magere opbrengst die het vbi-regime levert en bericht de Kamer er na de zomer over.
Geef een reactie