
Als een vereniging of stichting een onderneming drijft is er sprake van vennootschapsbelastingplicht. Een gesubsidieerde instelling is over de ontvangen subsidies vennootschapsbelasting (vpb) verschuldigd, als er sprake is van het drijven van een onderneming. In de praktijk is voor veel gesubsidieerde instellingen sprake van het drijven van een onderneming. De Staatssecretaris van Financiën vindt het niet in alle gevallen wenselijk dat er vennootschapsbelasting wordt betaald door gesubsidieerde instellingen (vereniging of stichting). Daarom is in het subsidiebesluit opgenomen in welke situatie volgens de staatssecretaris niet aan het winststreven is voldaan. Er is dan geen sprake vennootschapsbelastingplicht, zodat er geen vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden over de ontvangen subsidie.
Hierna ga ik verder in op het subsidiebesluit. Dit subsidiebesluit dateert van 31 december 2005 en inmiddels is er veel veranderd bij de financiering van de gesubsidieerde instellingen. De vraag is dan ook of het subsidiebesluit een update behoeft?
Het subsidiebesluit is van belang voor een breed scala aan gesubsidieerde instellingen. Denk hierbij aan:
- Musea
- Theaters/schouwburg/orkest gezelschappen/culturele instellingen
- Instellingen op het gebied van de gezondheidszorg
- Instellingen op het gebeid van sociaalwerk, welzijnswerk, buurtwerk en welzijn & maatschappelijke ondersteuning (welzijnsorganisaties).
Deze organisaties hebben vaak de ANBI-status, maar niet altijd. Als de ANBI-status van toepassing is, kan de organisatie vennootschapsbelastingplichtig zijn.
In het subsidiebesluit is geregeld wanneer niet is voldaan aan het winststreven. Aan het winststreven is niet voldaan in de volgende twee gevallen:
- Van een winststreven is echter geen sprake voorzover gesubsidieerde instellingen, volgens statuten of subsidieregels, de behaalde overschotten moeten aanwenden overeenkomstig de subsidiedoeleinden of terug moeten betalen aan de subsidieverstrekker. Naast het feit dat de gevormde overschotten niet vrij besteedbaar zijn, wordt er geen voordeel beoogd en verwacht. Of,
- Van het ontbreken van een winststreven kan ook sprake zijn als de instelling haar inkomsten met betrekking tot gesubsidieerde activiteiten hoofdzakelijk (70% of meer) verkrijgt uit subsidies en daarnaast slechts eigen bijdragen ontvangt van degenen voor wie de instelling prestaties verricht. Uiteraard moet de instelling ook feitelijk conform deze statuten of subsidieregels handelen.
Voorwaarden in het subsidiebesluit
Het moet gaan om een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb. Als aan één van de hiervoor genoemde twee voorwaarden is voldaan, is de gesubsidieerde instelling niet vennootschapsbelastingplichtig.
Met de volgende ontwikkelingen hebben veel gesubsidieerde instellingen te maken:
- De overheid heeft het saldo van de toegekende subsidies verlaagd, waardoor gesubsidieerde instellingen gedwongen zijn om andere vormen van financiering aan te trekken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan culturele instellingen, muziekscholen en orkest gezelschappen. Deze instellingen komen in de knoop met de 70% grens omdat ze meer eigen/andere inkomsten moeten genereren.
- De subsidieverstrekker (subsidiënt) eist dat de gesubsidieerde instelling efficiënter werkt, waardoor sneller winst ontstaat of de instelling moet minimaal een bepaald aandeel eigen inkomsten hebben om voor subsidie in aanmerking te komen.
- De overheid stelt meer eisen aan de gesubsidieerde instelling bij het verstrekken van subsidie. Er worden eisen gesteld ten aanzien van:
- De doelgroep die bediend wordt,
- De ouput/’productie’ van de gesubsidieerde instelling.
- Andere instellingen zoals die op het gebied van gezondheidszorg, sociaalwerk, welzijnswerk enz. hebben ook te maken met het wijzigen van geldstromen. Waar eerst de landelijke overheid verantwoordelijk was voor de financiering van bepaalde activiteiten, is dat voor een deel verschoven naar de gemeente. Dat betekent dat geldstromen anders zijn gaan lopen. Daarmee is de kwalificatie van de geldstroom ook anders geworden.
Voorgaande ontwikkelingen vanuit de overheid, die bedoeld zijn om te bezuinigen en de gesubsidieerde instelling minder afhankelijk te laten zijn van overheidsfinanciering leiden tot een aantal relevante vragen met betrekking tot de vennootschapsbelastingplicht. Is er door de eisen van de subsidieverstrekker aan het verstrekken van de subsidie nog wel sprake van een subsidie als bedoeld in het subsidiebesluit? Het aandeel eigen inkomsten wordt groter dan 30%, waardoor de in het subsidiebesluit genoemde grens overschreden wordt. Naast de eigen bijdragen van degenen waar de gesubsidieerde instelling prestaties aan verricht, heeft de gesubsidieerde instelling ook andere inkomsten (bijvoorbeeld reclame-inkomsten), waardoor feitelijk niet meer aan het subsidiebesluit is voldaan.
Rekening houdend met de gewijzigde eisen vanuit de subsidieverstrekkers is het van belang om vast te stellen of nog voldaan is aan de voorwaarden uit het subsidiebesluit. Geregeld is dat niet het geval. Zo heeft er voor jeugdzorginstellingen lang onduidelijkheid bestaan ten aanzien van de vraag of ze vennootschapsbelastingplichtig zijn geworden sinds de gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor de financiering van de jeugdhulp en jeugdbescherming vanaf 2015. Inmiddels heeft de Staatssecretaris van Financiën de onduidelijkheid opgelost door daarover een besluit uit te vaardigen. Andere organisaties op het gebied van gezondheidszorg, sociaalwerk en welzijnswerk hebben nog wel met onduidelijkheid/onzekerheid te maken over hun fiscale positie.
Is er sprake van een subsidie of vergoeding tegen prestatie?
Het is niet altijd duidelijk of de financiële tegemoetkoming die de instelling als subsidie kwalificeert voldoet aan de voorwaarden die het subsidiebesluit. Kwalificeert de financiële tegemoetkoming als subsidie als bedoeld in artikel 4:21 AWB? Subsidie moet verstrekt worden door een bestuursorgaan. Veelal zal een overheidslichaam de subsidie verstrekken, dan is duidelijk dat de subsidie afkomstig is van een bestuursorgaan. In sommige gevallen kan de subsidie afkomstig van een stichting ook kwalificeren, dan moet wel sprake zijn van een zogenaamd b-bestuursorgaan. Belangrijk is dus om vast te stellen of de financiële bijdragen die van stichtingen ontvangen worden kwalificeren als subsidie.
Wanneer is sprake van subsidie en wanneer een overeenkomst van opdracht?
Het komt voor dat overheidsorganen zoals gemeenten geen subsidie willen verstrekken, maar voorschrijft dat de werkzaamheden onder een overeenkomst van opdracht worden uitgevoerd. Er wordt dan een overeenkomst van opdracht gesloten, waarbij de overeengekomen vergoeding ook is opgenomen. De vraag is dan of er het standpunt ingenomen kan worden dat er feitelijk sprake is van subsidie. Voor de gesubsidieerde instelling brengt dit het risico met zich mee dat de Belastingdienst het standpunt inneemt dat niet aan de voorwaarden van het subsidiebesluit is voldaan. Waarmee er ineens vennootschapsbelasting verschuldigd is.
Tot slot zal vastgesteld moeten worden dat de betaling door het bestuursorgaan aan de instelling geen vergoeding vormt voor de aan het bestuursorgaan verrichte prestatie. Als de instelling als opdrachtnemer jegens het bestuursorgaan als opdrachtgever tegen vergoeding bepaalde werkzaamheden verricht, is geen sprake van een subsidie. In dat geval zal sprake zijn van een overeenkomst van opdracht. In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om vast te stellen of sprake is van een subsidie of vergoeding tegen prestatie. Aspecten die hierbij in de beoordeling worden meegenomen zijn:
- De overeengekomen vergoeding in relatie tot de kostprijs
- Wat is de inhoud van de te ontwikkelen activiteit?
- Levering van voorzieningen, diensten of producten aan derden
- Het algemeen belang
Om sprake te zijn van een subsidie hoeft niet aan alle vier van de genoemde voorwaarden te worden voldaan. Een indicatie dat sprake is van een subsidie is dat derden (niet het bestuursorgaan) profiteren van de activiteiten waarvoor de instelling subsidie ontvangt. Vaak zal de gesubsidieerde activiteit het algemeen belang dienen.
Niet-gesubsidieerde activiteiten kunnen gesubsidieerde activiteiten in vpb-heffing trekken
Een aandachtspunt bij de toepassing van het subsidiebesluit is ook de samenstelling van de activiteiten van de gesubsidieerde instelling. Als er zowel gesubsidieerde als niet-gesubsidieerde activiteiten zijn, kunnen de niet-gesubsidieerde activiteiten de gesubsidieerde activiteiten ook in de vennootschapsbelastingheffing trekken. Mogelijk zou het standpunt ingenomen kunnen worden dat de beide activiteiten separaat beoordeeld moeten worden, waarbij enkel de niet-gesubsidieerde activiteiten dan in de vennootschapsbelastingheffing betrokken worden. Het is echter onzeker of de Belastingdienst daaraan wil meewerken.
Samenwerkingsverbanden en subsidie
Voor zover gesubsidieerde instellingen samenwerken in een samenwerkingsverband is er ook een aandachtspunt. Afhankelijk van de gemaakte afspraken zal de subsidie worden toegerekend aan het samenwerkingsverband. Voor zover de gesubsidieerde instelling inkomsten ontvangt uit het samenwerkingsverband, kan dat ervoor zorgen dat de gesubsidieerde instelling vennootschapsbelastingplichtig wordt. Dat is het gevolg omdat het saldo van de niet-subsidieinkomsten te hoog is geworden. Dan wel omdat de opbrengsten uit het samenwerkingsverband als overige activiteiten worden aangemerkt en daarmee alle activiteiten in de belastingheffing trekken.
Om de hiervoor geschetste aandachtspunten op te lossen pleit ik ervoor dat het subsidiebesluit uit 2005 een update krijgt zodat het beter aansluit bij de praktijk van vandaag. Gesubsidieerde instellingen zouden hierbij meer eigen/andere inkomsten moeten kunnen genereren zonder dat dit direct tot vennootschapsbelastingheffing leidt. Dan is er ruimte voor de overheid om te bezuinigen op subsidies dan wel de afhankelijkheid van subsidies te verminderen, zonder dat dit direct tot vennootschapsbelastingheffing leidt.
Ewoud de Ruiter is fiscaal jurist en directeur van 3RRR Belastingadviseurs bv.
Online cursus Vennootschapsbelastingplicht voor verenigingen, stichtingen en coöperaties
Geef een reactie