
Een RA die maat was bij het inmiddels failliete Lodder & Co is bij de Accountantskamer tegen een waarschuwing aangelopen. De klager had onder meer betoogd dat er excessief en onrechtmatig is gedeclareerd door Lodder & Co, maar dat klachtonderdeel is volgens de tuchtrechter deels verjaard en voor het overige niet aannemelijk gemaakt. Wel maakte de accountant zich schuldig aan schending van de publicatieplicht die op haar twee persoonlijke BV’s rustte.
Lodder & Co
Het ambitieuze accountantskantoor Lodder & Co ging enkele jaren geleden ten onder aan interne ruzies, waarbij oprichter At Lodder de hoofdrol speelde. Op het hoogtepunt had Lodder & Co in 2013 11 vestigingen, 18 partners, 250 man personeel en een omzet van €21,5 miljoen. De maten ruzieden na het faillissement nog lang door over de financiële afwikkeling, bleek onder meer in 2021 uit een vonnis van de rechtbank Rotterdam dat Accountancy Vanmorgen achterhaalde.
Pandrecht
De tuchtklacht tegen de RA ging over een vordering van de maatschap Lodder & Co op een aangesloten accountantskantoor. In verband daarmee had het aangesloten accountantskantoor aan Lodder & Co een pandrecht op haar vorderingen gegeven. Tot die verpande vorderingen behoorden vorderingen op twee vennootschappen van de latere klager bij de Accountantskamer. Lodder & Co startte in 2015 een civiele procedure tegen de klager om betaling van de vorderingen van het aangesloten accountantskantoor op de klager te krijgen.
Tuchtklacht
Volgens klager heeft Lodder & Co excessief en onrechtmatig aan het aangesloten accountantskantoor (de pandgever) gedeclareerd en wist de RA dat. De klager verweet de accountant dat zij desondanks ermee heeft ingestemd dat Lodder & Co incassomaatregelen jegens zijn vennootschappen heeft genomen. Ook verweet hij haar dat zij jaarrekeningen van haar twee persoonlijke vennootschappen niet op tijd heeft gepubliceerd.
Oordeel
Het klachtonderdeel over de te hoge declaraties en de inning van de verpande vorderingen is verjaard en voor het overige ongegrond, oordeelt de Accountantskamer. Naar het oordeel van de Accountantskamer kan op grond van een arrest van het hof waar de klager naar verwees niet worden aangenomen dat Lodder & Co excessief en onrechtmatig heeft gedeclareerd, zoals de klager beweerde.
Publicatieplicht
Het klachtonderdeel over de schending van de publicatieplicht is wel gegrond. De RA had de jaarrekeningen van haar persoonlijk vennootschappen op tijd moeten publiceren. Dat is immers wettelijk voorgeschreven en overtreding van het voorschrift is een economisch delict. ‘Ter zitting is gebleken dat de afwikkeling van de maatschap [accountantsorganisatie1] voor betrokkene met zakelijke verwikkelingen en emotie gepaard gaat en dat betrokkene het risico op (nadere) acties tegen haar heeft willen verminderen door de publicaties uit te stellen. Hoewel dit motief geen rechtvaardiging vormt voor het verzuim, zal de Accountantskamer onder meer daarmee bij de vaststelling van de op te leggen maatregel in het voordeel van betrokkene rekening houden. Ook is van belang dat de publicaties volgens betrokkene alsnog hebben plaatsgevonden, wat klager niet heeft weersproken.’
De maatregel van waarschuwing is passend en geboden, oordeelt de Accountantskamer.
Uitspraak: 22-1860 RA
Geef een reactie