
De voorgestelde Europese ESRS-standaarden voor duurzaamheidsrapportage moeten wat accountants betreft vooral meer duidelijkheid geven over wat wel en niet moet worden gerapporteerd en hoe je onderwerpen al dan niet als materieel kwalificeert. Ze pleiten ook voor meer aansluiting met de IFRS-standaarden. Een aantal Nederlandse organisaties, waaronder grootbank ING, vinden de standaarden niet strikt genoeg.
Ze laken de grote mate van vrijheid die bedrijven houden.
Dat blijkt uit de reacties op de consultatie van de ESRS-standaarden door de Europese Commissie. Het voorstel is op een aantal punten afgezwakt ten opzichte van de opzet die de Efrag vorig jaar heeft gemaakt. Zo is er voor een aantal rapportage-onderwerpen een drempel van dubbele materialiteit (impact van bedrijf op maatschappij en vice versa) geïntroduceerd, maar die kan niet overal op goedkeuring rekenen en roept veel vragen op.
Accountants
Accountancy Europe wil meer handreikingen zien op het gebied van de interpretatie van de standaarden en noemt het op verschillende punten afwijken van de IFRS-standaarden ‘een fatale tekortkoming’. De meeste accountantsorganisaties sluiten zich daarbij aan. PwC wil van de commissie bovendien meer duidelijkheid over wat een toereikende dubbele materialiteitstoets is. ‘We zouden ook graag meer uitleg zien over wat precies “materialiteit van informatie” is.’ In dat opzicht signaleert het bedrijf dat de definities van wat vanuit een financieel oogpunt precies materiële informatie is, niet aansluiten bij de IFRS-standaard. De ESRS-standaarden zijn wat PwC betreft ook niet accuraat, bijvoorbeeld door het gebruik van termen als ‘eigen operaties’ of ‘misbruik van producten’.
Niet meer investeerdersgericht
Deloitte ziet dezelfde problemen rondom financiële materialiteit: de definitie ervan in de ESRS sluit niet aan op die in de ISSB-standaarden. ‘De ESRS-definitie omvat informatie waarvan verwacht mag worden dat die beslissingen van anderen dan investeerders zal beïnvloeden en dat zou ertoe kunnen leiden dat er een bredere dataset als materieel beoordeeld zal worden.’ De definitie is verwarrend voor iedereen die nu met het investeerdersgerichte concept van financiële materialiteit werkt, vindt Deloitte. Dat bepleit ook een soepeler overgangsperiode voor bedrijven.
Nederlandse organisaties: mkb niet meeslepen
Advocatenkantoor Houthoff signaleert ook vage termen en daardoor risico op interpretatieverschillen. ‘We stellen voor om het gebruik van vage en algemene termen zo veel mogelijk te beperken.’ Er zou bijvoorbeeld een lijst van definities aan de standaard moeten worden toegevoegd ‘om consequent gebruik van termen te waarborgen’. Houthoff ziet net als de Raad voor de Jaarverslaggeving het risico dat mkb-bedrijven worden ‘meegesleept’ in de rapportageverplichtingen omdat ze in de toeleveringsketen van wel rapportageplichtige bedrijven zitten.
Te veel ruimte voor interpretatie
Consumentenorganisatie Beuc is niet te spreken over de wijzigingen die de commissie heeft aangebracht, waarbij bedrijven meer ruimte krijgen voor eigen interpretatie. ‘Daarmee worden de belangen van de opstellers gediend, maar die van consumenten vergeten.’ De BEUC ziet liever dat het eerdere voorstel wordt aangehouden. Vakbond FNV laakt eveneens het grotere facultatieve karakter van de standaarden en pleit gezamenlijk met ABN Amro voor het verplichten van openheid over medewerkers die niet in vaste dienst zijn.
De Schone Kleren Campagne spreekt heldere taal: ‘De voorgestelde richtlijn verzwakt het Efrag-voorstel significant. Meest zorgelijk is dat informatie over belangrijke punten als medewerkers in de waardeketen nu vrijwillig is, afhankelijk van de materialiteitstoets. En erger nog: een bedrijf hoeft niet eens uit te leggen WAAROM een onderwerp niet-materieel is.’ De stichting noemt ook het ‘vage recht voor bedrijven om niet te rapporteren over gevoelige informatie’. ‘Dit is een open deur naar ineffectieve verslaggeving.’ De overgangsperiode voor bedrijven tot 750 medewerkers kan evenmin op goedkeuring rekenen: ‘Tegenwoordig hebben ook die bedrijven een enorm lange staart van medewerkers in de waardeketen.’ Milieudefensie heeft dezelfde kritiek.
Reisorganisatie Better Places vindt ook dat de regels veel strenger moeten en gaat daarin ver: ‘Het mkb moet onmiddellijk worden verplicht om openheid te geven over hun uitstoot en een biodiversiteitsplan op te stellen.’ Het bedrijf wil ook dat rapporteren over werknemers en transitieplannen verplicht wordt. Ook ING vindt tot slot dat bedrijven altijd inzicht moeten geven in de materialiteitstoets en de uitkomsten daarvan én verplicht een biodiversiteitsplan moeten opstellen.
Geef een reactie