
Het nieuwe beleid dat in de Miljoennota 2024 werd aangekondigd was weinig verrassend. Een pakket om de armoedecijfers te drukken en nog wat beleidstechnische reparaties. Door dekkingsmaatregelen veranderde het overheidstekort nauwelijks en bleef het binnen de Europese normen van 3 procent. Toch wacht volgende kabinetten in potentie een grote budgettaire uitdaging.
Zoals van tevoren werd verwacht, trok het demissionaire kabinet zo’n €2,2 miljard (0,2%bbp) uit voor koopkrachtverbetering van mensen met kans op armoede, vooral via voor een hoger kindgebonden budget, een hogere huurtoeslag, een hogere arbeidskorting voor lage inkomens en een hogere algemene heffingskorting voor bijstandsgerechtigden.
Met dit geld zal het percentage Nederlanders dat in armoede leeft nu stabiel blijven en daalt zelfs het percentage kinderen in armoede. Daarmee blijft de armoede in Nederland beneden het pre-corona niveau. De daling die in 2022 plaatsvond kwam voor een groot deel door de zeer grote tijdelijke steun die de overheid in het kader van de energiecrisis leverde. Vooral het aflopen van die tijdelijke steun zou in 2024 leiden tot meer armoede; dat is met de huidige plannen voorkomen.
Herverdeling vanuit hogere inkomens vooral via minder indexering van belastingschijf
De rekening van armoedebestrijding wordt in het voorstel van de regering grotendeels betaald door hogere inkomens, doordat de grens vanaf waar het hoogste tarief (49,5 procent) in de loon- en inkomstenbelasting betaald moet worden niet naar €80.262 schuift, maar naar €75.625. Er wordt dus over een groter deel van het inkomen het hoge tarief betaald. Ook is er een minder omvangrijke beleidsmatige verhoging van het lage tarief voorgesteld, alsmede een verhoging van accijns op tabak en alcohol en wordt een meevaller in de winstbelasting gebruikt om de steun aan lagere inkomens te dekken.
Naast armoedebestrijding had de regering sinds de Voorjaarsnota ook nog wat gaten (van 0,1 procent bbp) in de begroting te dekken. Vermogenden en bedrijven betalen iets meer: dat gebeurt in de voorstellen voornamelijk door een snellere verhoging van de belasting op vermogen, een verlaging van de mkb-winstvrijstelling en hogere premies voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
Budgettaire uitdagingen op middellange en lange termijn
Het overheidssaldo verandert nauwelijks door de beleidswijzigingen van de Miljoenennota en komt in 2024 naar schatting uit op -2,4 procent bbp. Dit blijft nog binnen de Europese -3 procent norm. Maar zonder aanpassing van toekomstige kabinetten blijft dat niet zo, zeker gezien de verwachte stijging van uitgaven aan de curatieve gezondheidszorg en de AOW. Het eerder ingezette beleid verhoogt de collectieve uitgaven dusdanig, zonder de belastingen noemenswaardig navenant te verhogen, dat het EMU-saldo in 2028 naar verwachting op -3,6 procent bbp uit zou komen. Dat is weliswaar al beter dan vóór de voorgestelde beleidswijzigingen van de Miljoenennota (-3,9 procent bbp), maar niet in lijn met het Europese Stabiliteits- en Groei Pact.
Op korte en middellange termijn is dit niet zo’n probleem, de staatsschuld is momenteel relatief laag en financierbaar. Maar als het voorgenomen beleid tot in oneindigheid wordt doorgetrokken, is dat niet houdbaar. Dit blijkt uit het feit dat er sprake is van een houdbaarheidstekort van 4,6 procent bbp. Er is dan in feite sprake van intergenerationele herverdeling, waarbij de huidige generatie in vergelijking met toekomstige generaties op te grote voet leeft.
Ambtelijk bezuinigingsadvies voor Miljoenennota’s van 2025 en daarna
Er is weliswaar terechte kritiek te geven op de beperkingen van de methodiek voor berekening van het houdbaarheidssaldo, maar een dusdanig groot geschat houdbaarheidstekort is wel één van de redenen waarom de Studiegroep Begrotingsruimte, een club van deskundige ambtenaren, het volgende kabinet het advies meegeeft om te gaan bezuinigen. Het advies is om dat structureel voor zo’n €17 miljard (1,5 procent bbp) per jaar te doen, met een geleidelijke opbouw van vier jaar tot een EMU-saldo van -2,1 procent bbp, met hogere belastingen en/of uitgavenvermindering. Dat zou het houdbaarheidstekort welswaar niet volledig wegnemen, maar wel enige afstand tot de -3 procent-norm verschaffen. In ieder geval is duidelijk dat de Miljoenennota van 2024 een budgettaire uitdaging achterlaat. Nu eens afwachten of de politiek deze uitdaging wil adresseren.
Dit artikel is geschreven door Marcel Klok, marco-econoom ING Nederland.
Meer informatie over ING Zakelijk? Klik hier voor meer informatie.
Miljoenennota herverdeelt?
HerverdeelD.