Om voor toepassing van de Successiewet als pleegkind te worden aangemerkt moet worden voldaan aan de daarin gestelde strenge eisen, zoals dat iemand gedurende tenminste vijf jaar uitsluitend door de pleegouder(s) als een eigen kind is onderhouden en opgevoed. Als dat niet het geval is kan geen beroep op de kindvrijstelling worden gedaan, komt uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. naar voren
Bij wijze van een testament heeft een weduwnaar een vrouw benoemd tot erfgenaam voor de helft van zijn nalatenschap en aan haar gelegateerd alle tot de nalatenschap behorende roerende zaken en het woonhuis als zij de waarde hiervan in de nalatenschap inbrengt.
Naar aanleiding van deze erfrechtelijke verkrijging legt de inspecteur haar een aanslag erfbelasting op en houdt daarmee rekening met de vrijstelling voor ‘overige verkrijgers’ van € 2.208, en de tarieven voor ‘overige gevallen’.
Pleegkind in de zin van de Successiewet?
De vrouw maakt bezwaar tegen de aanslag en stelt zich daarbij op het standpunt dat zij van erflater een pleegkind was in de zin van artikel 19, tweede lid, van de Successiewet 1956. En als gevolg hiervan dus recht heeft op de kindvrijstelling van € 20.946 en toepassing van de bijbehorende lagere tarieven.
De vrouw stelt dat zij werd ouderhouden en opgevoed door de erflater en zijn echtgenote en dat zij haar tot hun overlijden beschouwden als hun (pleeg)dochter. De inspecteur vindt echter dat de vrouw ten onrechte de conclusie heeft getrokken dat haar (nog in leven zijnde) ouders een, al dan niet belangrijke, rol hadden bij haar onderhoud en opvoeding.
De inspecteur stelt verder nog dat de vrouw niet stond ingeschreven op het adres van de echtgenote van de erflater, zij geen bijdrage van de overheid ontvingen en de ouders van de vrouw financieel en opvoedkundig verantwoordelijk bleven.
Geen sprake van financiële verzorging
De door de vrouw overlegde verklaringen van de huisarts en de buurvrouw van erflater geven volgens de inspecteur geen blijk van de feitelijke situatie voor wat betreft de financiële kant van de verzorging. En ook is volgens hem niet gebleken dat de ouders van de vrouw bij haar opvoeding en onderhoud geen bemoeienis hebben gehad.
De vrouw verklaarde nog dat de eigen ouders beperkt bijdroegen aan de kosten van haar opvoeding. Zij refereerde ook nog aan het feit dat de eigen ouders kosten voor hun rekening namen als de vrouw daar af en toe in het weekend verbleef.
Zij voegde daar nog aan toe dat het erg lang geleden is en dat niet kan worden uitgesloten dat de eigen ouders niets voor haar hebben gekocht.
De rechtbank oordeelt dat onvoldoende is gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat de vrouw gedurende ten minste vijf jaren uitsluitend door de echtgenote van de erflater als een eigen kind is onderhouden. Daarom kan ze niet als pleegkind in de zin van de Successiewet worden aangemerkt.
De inspecteur heeft dan ook terecht de kindvrijstelling en tariefgroep I niet toegepast.
Geef een reactie