Het veronderstelde rendement op aandelen, obligaties en vastgoed in box 3 komt in 2025 uit op 5,88 procent, zo weet het FD te melden op basis van berekeningen van ABN Amro MeesPierson. Voor dit jaar wordt 6,04 procent aangehouden.
Pas eind dit jaar wordt het veronderstelde rendement voor 2025 bekendgemaakt, maar de private bank heeft de rekensom al gemaakt; maandag is het prijsindexcijfer over 2023 voor koopwoningen bekengemaakt en dat was de laatste nog onbekende factor die het percentage bepaalt. Voor spaargeld wordt uitgegaan van de werkelijke spaarrentes, maar bij het rendement op overige bezittingen zijn langjarige gemiddelden en een veronderstelde beleggingsmix bepalend. Voor de 2025-heffing zijn de 2023-gegevens leidend.
Tegenbewijsregeling
Over de wijze van heffen loopt nog een rechtszaak, waarover de Hoge Raad naar verwachting in maart een uitspraak doet. ABN Amro MeesPierson acht de kans aanwezig dat de uitspraak van de Hoge Raad tot een tegenbewijsregeling zal leiden, waarbij belastingplichtigen moeten laten zien dat hun rendement lager was dan het veronderstelde rendement.
De box 3-heffing is (boven het heffingsvrije vermogen) volgend jaar 36 procent op het aangenomen rendement. Dat zal dan, als de berekeningen kloppen, uitkomen op 2,11 procent.
Noot:
Dit bericht is aangepast na een correctie door MeesPierson. Eerst werd uitgegaan van 5,87 procent voor ‘overige bezittingen’ in box 3 voor het jaar 2025. Dat percentage bleek later 5,88 procent te moeten zijn. De berekening van ABN AMRO MeesPierson was gebaseerd op de slotstand van de MSCI Europe Index die na 29 december 2023 (de laatste beursdag) op msci.com werd gepubliceerd (12.999,940). Deze slotstand blijkt op een later moment nog te zijn bijgesteld naar 13.030,855, waarmee de uitkomst van het percentage voor ‘overige bezittingen’ 0,01 procentpunt hoger uitvalt. De rekenmethodiek was dus niet de oorzaak van deze afwijking, maar de input in het rekenmodel.
Geef een reactie