Nieuwe ministers krijgen een document waarmee zij zich snel kunnen inlezen in de thema’s die zij op hun bord krijgen. Ook de nieuwe minister van financiën, Eelco Heinen, volgens velen de machtigste man in het kabinet-Schoof, heeft een boekwerk van 289 pagina’s ontvangen. Van de 105 ‘thema’s’ is accountancy het zevende, al zegt dat niet veel over de importantie die aan het onderwerp wordt gehecht.
Over het belang van accountancy moet de nieuwe minister weten:
‘De kwaliteit van de wettelijke controle van de jaarrekening door de externe (register)accountant is van groot belang voor deelnemers aan het maatschappelijk en economisch verkeer: financiers, investeerders, beleggers, banken en crediteuren. De accountantscontrole (‘wettelijke controle’) voegt zekerheid toe aan de financiële verantwoording van ondernemingen. De sector bestaat ten eerste uit accountants: gereguleerde beroepsbeoefenaren, die werken vanuit een vergunninghoudende accountantsorganisatie, die ook van overheidswege worden gereguleerd. Zo zijn er eindtermen voor de accountantsopleiding, beroepsregels en tuchtrechtspraak. Daarnaast staan accountantsorganisaties onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Sinds het begin van deze eeuw is als gevolg van boekhoudschandalen veel aandacht geweest voor de tekortschietende kwaliteit van de wettelijke controle.’
Als het gaat over verbeteringen in de sector stelt het document:
‘Verschillende rapporten en AFM-onderzoeken toonden de afgelopen jaren aan dat de kwaliteit van wettelijke controles onvoldoende was. Daarnaast leiden de conclusies van het AFM-rapport uit 2018 tot de instelling van de Commissie toekomst accountancysector (Cta). De Cta onderzocht manieren om de kwaliteit te verbeteren, inclusief structuurmaatregelen, en presenteerde in januari 2020 haar rapport. De kabinetsreactie van 20 maart 2020 ondersteunde bijna alle aanbevelingen en stelde twee kwartiermakers aan voor de uitvoering van een deel van de aanbevelingen. De Tweede Kamer steunde dit tijdens het debat op 28 september 2020. De kwartiermakers hebben op 30 oktober 2023 hun slotrapportage opgeleverd, waarin zij aanbevelingen doen voor veranderingen in de accountancysector om onder meer de cultuur en de kwaliteit van de wettelijke controle te verbeteren. Ook is in december 2023 een wetsvoorstel ingediend om de aanbevelingen van de Cta te verankeren. Hierin staan onder andere de rapportage door accountantsorganisaties over kwaliteit, de versterking van de interne governance van de circa 25 grootste accountantsorganisaties, de verduidelijking van de medeverantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie voor de kwaliteit van de wettelijke controle en de aanwijzingsbevoegdheid voor de NBA.’
Verder wordt de nieuwe bewindspersoon bijgepraat over CSRD:
‘De EU-richtlijn duurzaamheidsrapportering (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD) verplicht bepaalde ondernemingen om in hun bestuursverslag te rapporteren over duurzaamheidskwesties. Accountants moeten een assuranceonderzoek van de duurzaamheidsrapportering verrichten en daarover een assuranceverklaring opstellen. Als accountants en accountantsorganisaties dergelijke assuranceonderzoeken verrichten, moeten zij aan aanvullende eisen voldoen. De nationale wetgeving wordt daaraan aangepast. Het gaat onder andere om de inrichting van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantsorganisatie en opleidingsvereisten voor accountants.’
Hier is zelfs een beetje haast bij: De CSRD moet op 6 juli 2024 zijn geïmplementeerd. Het implementatiewetsvoorstel bevat voornamelijk aanpassing van de regels voor accountants(organisaties) en ligt voor advies bij de Raad van State. De rapporteringsverplichting voor bepaalde ondernemingen wordt door JenV geïmplementeerd met een implementatiebesluit.
De accountancy is een sector met een uiteenlopend krachtenveld:
‘In de Tweede Kamer bestond ruime steun voor de aanpak van uw voorganger. Sommige partijen hebben zich voorstander getoond van meer structurele ingrepen in de markt. De Kamer is soms kritisch over de vermeende regeldruk die te belastend zou zijn voor kleinere accountantskantoren en voor het midden- en kleinbedrijf voor zover controleplichtig. Ook maakt de Kamer zich zorgen over de aantrekkelijkheid van het beroep en de vraag of er voldoende accountants (in opleiding) zijn. Er is veel media aandacht voor misstanden in de accountancysector en de benodigde verbeteringen (examenfraude, recordboete Amerikaanse toezichthouder en AFM).’
Jaarlijks vindt een commissiedebat Accountancy plaats:
‘Het wetsvoorstel dat is ingediend is in behandeling genomen, naast dat uw voorganger een appreciatie aan de Tweede Kamer heeft gestuurd van de slotrapportage van de Kwartiermakers toekomst accountancysector. In die appreciatie kondigt uw voorganger maatregelen aan, waaronder de evaluatie van het stelsel van beroepsreglementering, en van de ontwikkeling van de kwaliteit van de wettelijke controles. In het verslag is een groot aantal vragen gesteld over het wetsvoorstel. Momenteel wordt gewerkt aan de antwoorden.’
Tot slot de ambtelijke beleidsopvatting:
‘Er bestaat consensus over het feit dat de kwaliteit van de wettelijke controle omhoog moet, hoewel de sector goede stappen heeft gezet. Het traject om de sector te verbeteren moet dan ook worden voortgezet. Anderzijds is het niet realistisch om te verwachten dat er nooit meer boekhoudschandalen plaatsvinden of dat alle accountantscontroles altijd van hoge kwaliteit zijn. Daarom is de ketenaanpak ook van belang, die begint bij de controlecliënt: de onderneming of instelling waarvoor een plicht tot wettelijke controle geldt. Over de wenselijkheid van een stelselwijziging met het oog op structuurmaatregelen zeggen de kwartiermakers dat er nu geen overtuigende voordelen staan tegenover de nadelen. Dat onderschrijven wij. Het kernprobleem bestaat onverminderd dat accountantsorganisaties private omzet- en winstgedreven ondernemingen zijn die hun wettelijke controles moeten uitvoeren in het publiek belang, dus in het belang van gebruikers van de accountantsverklaring bij de jaarrekening en financiële verantwoording. Om dit publieke belang zo goed mogelijk te borgen, wordt ingezet op het effectiever maken van extern wettelijk toezicht, beroepsreglementering en tuchtrecht.’
Geef een reactie