
Uitspraak: 24/3024 Wtra AK
Al in 2010 kwam de toetser bij een periodiek kwaliteitsonderzoek tot het oordeel dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing bij het accountantskantoor in opzet en werking niet voldeed. Dat leverde de RA uiteindelijk in 2015 een doorhaling van de inschrijving in het register voor de duur van een jaar op. Ook de Accountantskamer concludeerde namelijk dat de accountantspraktijk van de RA, waarin assurance- en aan assurance verwante opdrachten werden uitgevoerd, niet beschikte over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld.
Kantoortoetsing
De RA schreef zich daarna opnieuw in het register in. Op 30 januari 2020 vond opnieuw een kantoortoetsing plaats bij het accountantskantoor. De Raad voor Toezicht van de NBA concludeerde dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing nog altijd verbetering behoeft en niet volledig voldoet aan de geldende regels. De accountant werd verzocht een verbeterplan in te dienen, dat op 28 augustus 2020 werd goedgekeurd.
Hertoetsing niet gelukt
Van 2021 tot en met 2023 probeerde de NBA tevergeefs om een hertoetsing uit te voeren. De accountant had steeds andere excuses. Zo kon de toetsing eerst niet doorgaan vanwege een verhuizing. Later zat de renovatie van zijn appartement een toetsing weer in de weg, waar hij praktijk aan huis heeft. De documenten bevonden zich nog in de opslag. Ook zou hij al doende zijn met het afbouwen van zijn praktijk, liet de accountant weten. Een jaar later zou hij nog steeds bezig zijn met afbouwen, en de NBA liet hem nog maar eens weten dat hij toch echt aan de hertoetsing mee zou moeten werken.
Uiteindelijk was de maat vol en kondigde de beroepsorganisatie aan dat er een tuchtklacht zou worden ingediend als de RA zich niet uitschrijft per 1 juli 2023. Dat deed hij niet, waarna de gang naar de Accountantskamer volgde. De inschrijving van de accountant werd uiteindelijk op zijn verzoek al wel doorgehaald met ingang van 1 november 2024, maar de tuchtklacht liep toen al.
Tuchtklacht
De NBA stelde bij de Accountantskamer dat de (voormalige) RA weigert zijn medewerking aan een hertoetsing te verlenen, waardoor de NBA niet kan vaststellen of het stelsel van kwaliteitsbeheersing van het accountantskantoor inmiddels wel voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Ook rondde de accountant de verplichte Kennistoets 2022 niet met goed gevolg af.
Oordeel Accountantskamer
De klacht is geheel gegrond, oordeelt de Accountantskamer. Daarbij wordt onder meer overwogen dat het niet de eerste keer is dat de RA er niet in is geslaagd om aan te tonen dat zijn accountantskantoor beschikt over een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. “De Accountantskamer verwijst daarvoor naar de eerder opgelegde maatregel van doorhaling, met een verbod tot herinschrijving voor de duur van één jaar. De maatregel van tijdelijke doorhaling heeft onder meer de functie dat de accountant gedurende de tijdelijke doorhaling kan reflecteren op zijn beroepsuitoefening. Na een herinschrijving mag daarom verwacht worden dat de accountant heeft geleerd van zijn fouten en heeft gewerkt aan verbetering van zijn functioneren, in dit geval door een stelsel van kwaliteitsbeheersing te implementeren dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Accountantskamer weegt de recidive mee. Door zich een aantal jaren aan de kantoortoetsing feitelijk te onttrekken en de eigen beroepsorganisatie in wezen aan het lijntje te houden, heeft betrokkene bewerkstelligd dat hij als accountant zijn activiteiten heeft kunnen voortzetten zonder dat vaststond dat de kwaliteit op orde was. Dit klemt te meer, nu betrokkene de Kennistoets niet met goed gevolg heeft afgelegd.
De Accountantskamer is van oordeel dat bij deze omstandigheden een zware maatregel past van doorhaling van de inschrijving in het register, ook al is de inschrijving van betrokkene al op zijn verzoek doorgehaald. Bedacht moet worden dat betrokkene zich na zijn vrijwillige uitschrijving op ieder moment weer kan laten inschrijven. Dat acht de Accountantskamer ongewenst. Daarom bepaalt zij de termijn waarbinnen het betrokkene niet is toegestaan om zich opnieuw in te schrijven op vijf jaren.”
Geef een reactie