De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft de RJ-Uiting 2016-3: ‘Overgangsregeling goodwill’ uitgebracht. In de Uiting is de tekst van de overgangsregeling verduidelijkt.
Een van de wijzigingen van de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening is de verplichte activering van de kosten van goodwill die van derden is verkregen. Om die reden is in de RJ-bundel jaareditie 2015 aan hoofdstuk 216 een nieuwe alinea 701 toegevoegd inhoudende dat
activering en afschrijving van goodwill verplicht is voor transacties die plaatsvinden op of na 1 januari 2016. Daarbij is tevens in alinea 216.701 een overgangsregeling opgenomen voor het verwerken van de stelselwijziging in het geval in voorafgaande boekjaren positieve goodwill op andere wijze is verwerkt.
Het is de RJ gebleken dat de bewoordingen van deze overgangsregeling soms onduidelijk zijn. De Raad heeft daarom besloten de tekst van de overgangsregeling te herformuleren, onder meer door een alinea 216.701a toe te voegen. Daarbij is geen inhoudelijke wijziging beoogd, maar een verduidelijking van de tekst. De gewijzigde alinea 216.701 en nieuwe 216.701a zijn opgenomen in de RJ-Uiting 2016-3: ‘Overgangsregeling goodwill’.
2016-3.
Ingangsdatum
De alinea’s 216.701 en 216.701a zijn van toepassing voor verslagjaren aangevangen op of na 1 januari 2016.
Geef een reactie